Kleine zeenaald
| Kleine zeenaald Syngnathus rostellatus | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Atlantische Oceaan, Noordzee | ||
| Leefomgeving | ondiep water | ||
| Behoort tot de | Zeenaaldachtigen (Syngnathiformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
| |||
De kleine zeenaald (Syngnathus rostellatus) is een zeenaald vergelijkbaar met de grotere zeenaald , maar zonder kuif boven het hoofd. Gewoonlijk wordt het tot 17 centimeter lang, maximaal 18 centimeter. Ze hebben een licht tot donker groenbruine kleur met streepachtige markeringen aan de zijkanten.
Ze komen voor in de Oostelijke Atlantische Oceaan van Zuid-Noorwegen tot Noord-Spanje. Komt algemeen voor langs de Nederlandse kust en in de Zeeuwse wateren.
Beschrijving
De kop heeft een lange, dunne, ronde snuit met een kleine opstaande mond; de ogen zijn klein en liggen ver naar achteren in de richting van de kieuwdeksels. Het lichaam is lang en dun, bedekt met benige platen; de rugvin bevindt zich halverwege het lichaam en de buikvinnen bevinden zich daaronder. De staartvin heeft de vorm van een waaier en kleine borstvinnen bevinden zich achter de kieuwen. De kleine en grote zeenaalden verschillen omdat de ene een kuif op de kop heeft en de andere niet. Ze lijken echter nog steeds erg op elkaar: een volgroeide kleine zeenaald en een jonge grote zeenaald delen dezelfde kleur en tekening, ze hebben allebei een staartvin en ze zwemmen in een vergelijkbare stijl. Een onderscheidend kenmerk van de kleine zeenaald is een doorlopende zwarte lijn van de kieuwen langs de buik naar de staart, hoewel dit niet erg duidelijk is bij zeer jonge exemplaren.
De kleine zeenaald eet kleine schaaldieren en heeft zijn leefgebied in ondiep water.