De Vlaamse kust
De Vlaamse kust Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin | |
Land | België |
Richtlijn | Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn |
Sitecode | NL3009018 |
Km2 | 3782 ha (totaal) |
Locatie | West-Vlaanderen |
Beheer | Agentschap voor Natuur en Bos, Natuurpunt, particulieren |
Website | N2000 Vlaanderen |
Duinpan in het Zwarte dal, de Westhoek | |
Portaal Biologie Lijst Natura 2000 |
De Vlaamse kust (Frans: "Côte Flamande") is de strook van België die grenst aan de Noordzee. De lengte bedraagt 65 kilometer en omvat een tot 500 meter breed zandstrand met de tot 2,5 kilometer brede duinengordel erachter. Achter de kuststrook, meer landinwaarts, liggen de Polders. Langs de kust zijn er veel appartementsgebouwen gebouwd aan het einde van de 20e eeuw. Veel natuur (duingebied) ging hierdoor verloren. De Belgische kust vormt één der belangrijkste toeristische regio's van het land, en telt verschillende badplaatsen. Voor de kust liggen enkele windmolenparken.
Geschiedenis
In de middeleeuwen had de kust meer de vorm van zoals we nu de Waddeneilanden kennen. De kust kreeg zijn definitieve vorm door de Sint-Elisabethvloed van 19 november 1404. De Vlaamse graaf Jan zonder Vrees, die tevens hertog van Bourgondië was, gaf bevel om de bestaande dijken (rond de eilanden) te verbinden en zo ontstond de Graaf Jansdijk van Duinkerke (Frankrijk) tot Sas van Gent.
De vroegere dorpjes waren vroeger vooral aangewezen op landbouw en visserij. Dat veranderde vanaf het einde van de 19de eeuw. In die periode (die bekend stond als de Belle époque), begon door de groeiende welvaart het toerisme op te komen. Mensen gingen meer en meer op reis, meer voor de lol. De kust kende grote aantrekking bij deze toeristen die er meestal slechts één of twee dagen verbleven. Meer en meer mensen trokken naar de zee en dit had zichtbare gevolgen voor de plaatselijke dorpen, die steeds groter en groter werden. Dit kwam door de bouw van vele nieuwe woningen, restaurants, casino's en hotels. Deze hadden vaak hun pracht en praal te danken aan het geld dat Leopold II erin stak. Geld dat verkregen was door de uitbuiting van de Belgische kolonie Congo.
Later kwam er ook een kust-tram. De Eerste Wereldoorlog deed plotseling het strandplezier (bijna) stoppen. Ook kwam er langs de kust het nodige afweergeschut (kanonnen). Tijdens het interbellum leefde het strandleven en het toerisme weer op en werd ook de kusttram voltooid. De Tweede Wereldoorlog onderbrak het weer opnieuw. Opnieuw met afweergeschut dat nu deel uitmaakte van de Atlantikwall.
Na de oorlog leefde het toerisme opnieuw op. Door de komst van de auto kwam er een enorme parkeerdruk op de kustgebieden te staan, met daarbij monsterfiles in de zomermaanden. Ook kwamen er nieuwe toeristische activiteiten, zoals pretparken (Meli Park en later Plopsaland), musea, tropische zwembaden en vakantieparken. Het toerisme bracht ook de nodige overlast met zich mee, in de vorm van geluidsoverlast, afval en verkeersproblemen. Ook zagen projectontwikkelaars hun kans schoon om de kust vol te bouwen met appartemensgebouwen van zo'n tien verdiepingen hoog. De kustlijn verstedelijkte hiermee in een razendsnel tempo. Dit ging ten koste van de fraaie Belle époque gebouwen en de omliggende duinen. Ook moesten de dijken versterkt worden, wat de verstening alleen maar erger maakte. Gekscherend wordt het wel de "Nieuwe Atlantikwall" genoemd.
Vanuit het binnenland is de kust bereikbaar met de auto via de snelwegen E40 (Westkust), A10 (Middenkust) en E34/N49 (Oostkust). Ook met de trein is de kust goed bereikbaar. Zo zijn er stations in Knokke, Duinbergen, Heist, Zeebrugge-Dorp (gesloten juli/augustus en weekend), Zeebrugge-Strand (open alleen juli/augustus en weekend), Blankenberge, Oostende en De Panne.
Natura 2000 gebieden
Tussen het strand en de polders bevindt zich een duinengordel, tenminste, waar deze nog niet door verstedelijking is verdwenen. De duinengordel is een Natura 2000-gebied en kan in vier zones worden opgesplitst.
- In de duinengordel tussen de Franse grens en Westende-Bad, met tal van overgangszones, komen de duinen het meest landinwaarts, en vindt men de breedste duinen van de Belgische kust.
- Tussen Westende-Bad, Bredene en de havengeul van Oostende komen slechts nog versnipperde zeereepduinen voor. Grote stukken zijn vol gebouwd. Achter de Koninklijke Baan (provinciale weg), iets meer landinwaarts, komen soms nog restanten voor.
- Tussen Oostende en Blankenberge komen er nog langere aangesloten duinzones voor. Tussen Fort Napoleon in Oostende en De Haan vormt de zeereep nog één geheel. Meer noordwaarts sluit dit zich aan op de restant van een paraboolduin.
- Verder naar het noorden komen minder duinen voor, tot aan het Zwin, waar wel weer natuurlijk duinvorming optreedt.
Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin
Gebieden die deel uitmaken van het Natura 2000-gebied zijn onder andere: Natuurreservaat De Westhoek, Calmeynbos, Oosthoekduinen, Cabourduinen, Krakeelduinen, Houtsaegerduinen en het Kerkepannebos, Noordduinen, Doornpanne, Hoge Blekker, Schipgatduinen, Duinen van Ter Yde, Hannecartbos en Oostvoorduinen, Simliduinen, IJzermonding, Duinengebied ten westen van Nieuwpoort-Bad, Duingebied Mariakerke, de duinen van Raversijde, Bredene, De Haan en Wenduine, D'Heye, Duinbossen van De Haan, Kijkuit, Warandeduinen, De Fonteintjes, Zwinduinen en -polders (Zwinbosjes) en Zwin Natuur Park.