Chocoladeletter
Chocoladeletters zijn lekkernijen die gegeten worden bij Sinterklaas.
Je hebt verschillende soorten chocolade: puur, melk, wit, karamel zeezout, hazelnoot, maar er zijn er nog veel meer.
Het is een typisch Nederlandse lekkernij.
Banketbakkers of patissiers of suikerbakkers voegen hier vaak nog versiersels aan toe, bijvoorbeeld van marsepein.
Het begon ooit met brooddeeg-letters, waar de boterletter nog het meeste op lijkt. In de 19e eeuw veranderde dat langzaam in chocoladeletters.
De fabrieksletters zijn tegenwoordig allemaal van hetzelfde gewicht. Dus de letter J is net zo zwaar als de letter M, ook al lijkt die groter. In werkelijkheid is de M iets dunner dan de J. Meestal wordt het lettertype Egyptienne gebruikt.
Zowel de fabriek als de banketbakker gebruikt mallen (gietvormen) om de letters of andere figuren mee te maken. Je kunt dit vergelijken met zandvormpjes uit de zandbak. In de mal wordt warmgemaakte vloeibare chocolade gegoten. Vervolgens laat men het geheel afkoelen, waardoor de chocolade hard wordt. In de mal zitten ribbeltjes, waardoor de letter makkelijker los laat. Lossen heet dat. Vervolgens wordt de letter in luchtdicht plastic en een doosje verpakt.
De banketbakker kan ook letters maken door een meer crème-achtige chocolade in een spuitzak te doen en dan de letter te 'schrijven'. Vaak worden daar nog toeven chocolade aan toegevoegd als versiering.