Bril
Een bril bestaat uit 2 glazen voor elk oog, bol of hol.
Als je ogen het niet zo goed doen, kun je veel profijt hebben van een bril. Dat betekent dat je hier veel hulp van hebt. De glazen van een bril zorgen ervoor dat je de dingen scherper kunt zien.Ook worden brillen gebruikt als oogbescherming. Denk maar aan de zonnebril of een veiligheidsbril.
Een bril bestaat uit een montuur (dit houdt de glazen bij elkaar en zorgt ervoor dat je hem op je hoofd kunt zetten) en glazen. De glazen zijn van glas of van kunststof. Als je goed dichtbij kunt kijken, maar minder goed in de verte, ben je bijziend. Je glazen zijn dan hol. Als je wel goed in de verte kan kijken en niet zo goed dichtbij, ben je verziend. Je glazen zijn dan bol. De vorm en dikte van je glazen zorgen voor de sterkte. De glazen van je bril zorgt ervoor dat het licht op een goede manier op je netvlies komt, waardoor je weer scherp kunt zien. Soms is de vorm van je oogbol niet mooi rond, en is het lastig scherp te zien. Een bril kan hierbij ook helpen om toch scherp te kunnen zien.
Geschiedenis
Het woord bril komt van het woord 'beril' Beril is een mineraal, dat gebruikte men vroeger om brillenglazen van te maken. De eerste brillen stonden niet op je neus, die hielden de mensen met hun hand vast. De bril die op de neus stond, kwam pas later. Toen zaten er nog geen pootjes aan om de bril achter je oren te kunnen zetten. De bril werd als een soort wasknijper op je neus geklemd! De bril met poten, zoals we hem nu kennen, kwam pas in de 18de eeuw. Waarschijnlijk was deze bril voor het eerst in Engeland. Brillen zijn er nu in allerlei soorten en maten. Ook voor kinderen is er steeds meer keus en worden er leuke brillen gemaakt. Sommige kinderen vinden het helemaal niet leuk om een bril te dragen. Soms worden ze er mee gepest. Pesten is gemeen. --> Pesten (gedrag)
.jpg)
Naar de opticien
Soms hebben mensen en kinderen het idee dat ze niet zo goed kunnen zien. Ze zien dan wazig, of dubbel. Ook kunnen ze last krijgen van hoofdpijn omdat hun ogen zo hard moeten werken om te kunnen zien. Dan gaan ze naar de opticien. Opticien is een moeilijk woord voor iemand die veel weet over ogen en een bril kan aanmeten.
Als mensen naar de opticien gaan, gaan ze meestal naar een brillenwinkel en daar gaat een meneer of een mevrouw testen hoe hun ogen het doen. Meestal doen ze dit met een letterkaart, maar voor kinderen het kan ook met figuurtjes. Je krijgt een hele speciale bril op en moet dan zeggen wat je ziet. Als je het niet goed ziet, veranderen ze wat aan de glaasjes die je voor je ogen hebt en vragen ze het nog een keer. Dit doen ze net zo lang tot je het goed ziet. Als je ogen opgemeten zijn, kun je een montuur gaan uitzoeken, de opticien zal je hierbij helpen. Als je een montuur gevonden hebt, maakt de opticien jouw bril door de glazen goed te slijpen en ze in het montuur te plaatsen. Als jij je bril dan opzet, zie je alles weer scherp. De opticien helpt je ook om de bril goed op je hoofd te zetten. Hij/ zij maakt de pootjes, die bij je oren zitten, een beetje warm en dan buigen ze het heel voorzichtig in de goede vorm. Het mag geen pijn doen, maar het moet wel stevig zitten.
Je kunt trouwens pas naar de opticien als je ongeveer 10 jaar oud bent. Als je jonger bent moet je naar een oogarts in het ziekenhuis. Je oogspieren zijn namelijk nog aan het ontwikkelen, en veranderen dus nog. De oogarts weet goed hoe de ogen van kinderen werken, en kan op speciale manieren erachter komen wat voor bril je nodig hebt. Deze kun je dan wel bij de opticien ophalen. Daar kun je ook een mooi montuur uitzoeken.