Althoorn
Een althoorn of tenorhoorn is een koperen blaasinstrument, gestemd in de toonsoort Es (E ♭). Je bespeelt het instrument d.m.v. ventielen (ofwel zuigerkleppen). Het heeft een boring die meestal conisch is, zoals de bugel en baritonhoorn. Dat wil zeggen dat de doorsnede van de pijp geleidelijk van smal naar breed loopt. Het mondstuk is bijna gelijk aan het mondstuk van een kornet, maar vaak wat dieper. De conische boring en het diepe mondstuk van de althoorn maken een zachte, ronde toon die vaak wordt gebruikt als middenstem, die de melodieën van de trompetten, kornetten of bugels ondersteunt en de muziekstukken boven de lagere tenor- en basinstrumenten (de trombone, bariton, hoorn, eufonium en tuba) opvult. Je zou het dus een tussen-instrument kunnen noemen. De geluidsopening ofwel de bel is veelal naar boven gericht.
Een althoorn wordt vooral gebruikt in Britse brassbands, maar ook in fanfares. De althoorn komt zeer zelden voor in het symfonieorkest, waar de plaats wordt ingenomen door de Franse hoorn.
Bekende althoornfabrikanten zijn Besson, Yamaha, York, Courtois, Willson en Sovereign.
Het instrument dat tegenwoordig bekend staat als de tenorhoorn of althoorn werd rond 1840 ontwikkeld door de Belgische instrumentenmaker Adolphe Sax.