Decimaal talstelsel
Het decimaal talstelsel of tientallige talstelsel is een manier die wij gebruiken om te tellen. We hebben tien cijfers, namelijk 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9. In principe tellen we van van 0 tot 9, en tellen we ná 9 weer vanaf 0. Alleen zetten we vóór de 0 een 1, waardoor er 10 komt te staan. Vanaf daar tellen we weer tot 19, en dan beginnen we eigenlijk weer bij 0, maar zetten we er een 2 voor, waardoor er 20 staat.
De plek waar het getal staat, zegt dus iets over hoe groot het getal is. Het getal 222 betekent niet dat je die drie 2-en bijvoorbeeld bij elkaar op moet tellen (2 + 2 + 2 = 6), maar het betekent dat het getal helemaal links 2 keer 100 waard is, het middelste getal 2 keer 10 waard is en het rechtergetal 2 keer 1 waard is. Dat is anders dan bij Romeinse cijfers. X is daar bijvoorbeeld 10 en V is 5. Als je dan XV hebt, is het niet 105, maar daar moet je V (5) bij de X (10) optellen. Dan heb je dus 10 + 5 = 15. Het Romeinse cijfer XV is dus 15. Het decimaal talstelsel is dus een positiestelsel.