Bontepels

Uit Wikikids
Versie door Hanssain (overleg | bijdragen) op 11 aug 2024 om 13:34
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bonte-pels maakt de broodsoep klaar

Bonte-pels is een sprookje van de gebroeders Grimm uit hun bundel Kinder- und Hausmärchen. De oorspronkelijke naam is Allerleirauh. Het sprookje Peau d'âne van Charles Perrault lijkt sterk op Bonte-pels.

Het verhaal

Let op!
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal.
Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt!

Er was eens een goede koning. Volgens zeggen had hij de mooiste vrouw van de wereld. Ze had gouden haren en een stralend, vriendelijk gezicht. Samen kregen ze een kind. Kort na de geboorte werd de koningin ziek. Op het sterfbed vroeg ze huilend aan de koning: "Je moet beloven toch weer vrouw te nemen, maar ze moet net zo mooi zijn als ik". De koningin bedoelde het goed, hierdoor zou haar dochter dan tenminste opgroeien met een moeder. En natuurlijk wilde de koning zijn vrouw dit beloven,want hij hield zielsveel van haar.

De raadsheren gingen een tijdlang op zoek naar een nieuwe koningin die dus net zo mooi moest zijn als de overleden koningin. Maar op de hele wereld konden zij spijtig genoeg niet één vrouw vinden die net zo mooi wss als de vorige koningin. De dochter van de koning had net zulke mooie gouden haren als haar moeder. Omdat hij veel verdriet had en nog steeds op zoek was naar een nieuwe vrouw, zag hij haar niet veel. Op een dag kwam hij haar tegen in de rozentuin en raakte aan de praat met haar. Nooit was hij zo dicht bij zijn eigen dochter geweest. Zij was ondertussen een jonge vrouw geworden. Ze leek op haar moeder en uiteraard ook nog eens op de koning zelf. De koning werd spontaan verliefd op haar. Hij wilde met haar trouwen, maar de raadsheren schrokken en zeiden dat dit niet kon en dat God dit verboden heeft. De koning weigerde hun raad op te volgen. De dochter was ook geschrokken, maar wilde haar vader niet kwetsen.

Gelukkig had ze nog haar bescherm-fee. Deze fee vertelde aan haar dat ze haar vader opdracht moest geven dat hij drie mantels zou moeten maken om haar te kunnen huwen. De drie gewaden waren echter bijna onmogelijk te maken: De eerste moest zo schitterend zijn als de sterren. Toch lukte het de koning om dit gewaad te maken. Angstig gaf zijn dochter de koning de opdracht een gewaad te maken die zo glansde als de maan. Weer liet de koning, gek van verliefdheid, alle bediendes werken om dit gewaad te ontwerpen en te maken. Opnieuw lukte het. Nog nooit eerder had het meisje een zachtheid gevoeld als ze het gewaad aanraakte. De stof was vederlicht, maar zag eruit als parelmoer (de glans van parels). Geheel in verwarring vroeg ze nu naar een mantel die zo helder scheen als de zon en net zo warm en mooi moest zijn. Haar beschermfee dacht dat dit de koning nooit zou lukken, maar slechts 3 dagen later toonden de kleermaaksters een prachtig gewaad. De prinses moest zelfs haar ogen toeknijpen om naar de fonkelende jurk te kunnen kijken! Wanhopig ging 't meisje weer naar de fee. Die kreeg een idee: De koning had een ezel waar hij stapelverliefd op was. Het dier dronk uit een kristallen fontein en at uit een gouden schotel bezet met diamanten. De koning had hem al sinds hij nog een klein kind was en het dier had hem al vaak gered en geholpen in de oorlog. Nu kreeg de koning de opdracht zijn lieveling te moeten doden en van de huid van de ezel een mantel voor zijn dochter te laten maken. De koning twijfelde. Uiteindelijk laat hij zijn trouwe viervoeter slachten om er een stoffige mantel van te maken.

Toen de koning het huwelijk aankondigde, vluchtte zijn dochter. De fee gaf het arme meisje een gouden ring, een gouden spinnewieltje en een gouden spoel mee. De goede fee zei: "Wanneer je iets moet doen of maken, wanneer je succes wilt, neem dan een van deze spullen. Ga snel, maar pas op, mijn kind!" Ze tovert de drie gewaden in een notendop en laat het meisje de mantel aantrekken van ezelsbont, waardoor het meisje er als een boerenmeid uitzag. Ook liet ze haar haar gezicht en handen insmeren met zwarte roet uit de open haard. De prinses rende het paleis uit en kwam terecht in een groot bos, waar ze in een holle boom in slaap viel. Een andere koning, van het aangrenzend land, ging op jacht en zijn honden vonden het meisje in de holle boom. De jagers vertelden aan hun koning dat er een dier lag, zoals zij nog nooit hadden gezien. Het leek op een ezel, maar dan slanker en kleiner. Het 'dier' sliep en bewoog zich als een mens. De nog jonge en nieuwsgierige koning wilde het vreemde dier (levend) vangen en de jagers noemden haar Ezels- of Bonte-pels. Ze vonden haar maar een vies en raar dier. De prinses wilde niet dat ze in dat andere land zouden ontdekken dat ze eigenlijk een prinses was en hielp in de keuken van een herberg. Ze zei bijna geen woord. Het arme kind moest de as opvegen in de keuken en ander vuil werk doen. In ruil hiervoor mocht ze slapen in een hokje zonder daglicht en kreeg ze wat restjes voedsel. De herberg was vlak bij het paleis van de jonge koning en elke ochtend bracht de herbergier soep naar het paleis. De prinses deed wat haar gevraagd werd, bang om ontdekt te worden, maar was erg ongelukkig. Wanneer het meisje huilde, vielen haar tranen in de wondjes en striemen die ze van het harde werk gekregen had, maar Bonte-pels klaagde niet.

Op een dag werd er een bal op het paleis gegeven en Bonte-pels vroeg aan de kok of ze even mee kijken mocht. Met haar olielampje ging ze naar haar hokje, waste het roet van haar gezicht en handen en trok de mantel uit. Haar schoonheid kwam weer tevoorschijn. Ze maakte de noot de de fee haar had gegeven open en trok het sterrengewaad aan. Toen ze in het paleis kwam, dacht iedereen dat ze een koningsdochter was. Bonte-pels voelde zich weer net als vroeger. De jonge koning danste met haar en had nog nooit zo'n mooi meisje gezien. Het bleek dat deze jonge heer vriendelijk en grappig was. Maar toen de dans voorbij was, ging ze weer snel weg en niemand wist waarheen.

De jonge koning wilde het kind natuurlijk weerzien en ging op zoek naar haar. De schildwachten hadden haar ook niet gezien, Bonte-pels had haar mantel weer aangedaan en was weer net zo zwart en ijverig. De kok wilde dat ze de broodsoep klaarmaakte, voordat ze de as opveegde. Maar ze had echter nog nooit soep gemaakt. Bonte-pels pakte haar gouden ring zodat die haar geluk kon brengen. Maar de ring viel in de soep en voor ze er erg in had was de soep al naar het paleis gebracht. De koning vond de gouden ring in de soep en vroeg de kok wie de soep had gemaakt. De kok antwoordde dat hij dit had gedaan. De koning geloofde dit niet, de soep was veel lekkerder dan anders en de kok bekende dat Bonte-pels de soep had gekookt. Ze moest bij de koning komen en ze vertelde dat ze geen vader en moeder meer had. Ze zei dat ze nergens goed voor was en dat ze niets wist over een gouden ring. Maar omdat ze over haar vader gejokt had, voelde zich vreselijk schuldig tegenover haar vader.

Toen er weer een feest was, hoopte Bonte-pels opnieuw te mogen kijken. Ditmaal trok ze het zilveren maangewaad aan en danste opnieuw met de jonge koning. Na de dans vluchtte ze weer weg en verkleedde zich opnieuw als pelsdiertje. Nu nam ze het gouden spinnewieltje en veranderde het in broodsoep dat naar het paleis werd gebracht. Daar veranderde het weer terug in een spinnenwieltje nog voor de jonge koning van de broodsoep had kunnen proeven. De koning liet Bonte-pels opnieuw bij zich brengen. Ze zei dat ze niets wist van een spinnewiel en alleen verdiende om laarzen tegen haar hoofd te krijgen. Op het derde feest wilde Bonte-pels weer gaan, maar de inmiddels jaloers geworden kok zei dat ze een heks moest zijn, omdat ze de soep zo lekker kan maken. Hij zij: "Tot hiervoor maakte ik de beste soep! Zelfs as vegen is veel te goed voor een kind als jij! Vanaf nu zijn dat soort klussen het enige wat je doet! Begrepen?" Bonte-pels beloofde nooit meer aan de soep te komen. En na deze belofte liet hij haar naar het paleis gaan. Bonte-pels was zo blij dat ze toch mocht gaan kijken. Ze trok het zongewaad aan. De jonge koning danste met haar en stiekem schoof hij de ring voorzichtig om haar vinger. Hij wilde haar vasthouden, maar ze rukte zich los en vluchtte weg. Omdat ze meer dan een half uur was weggebleven, kon ze het zonnegewaad niet meer uittrekken. Ze gooide de bontmantel eroverheen en maakte zich haastig zwart. Zoals afgesproken maakte de kok weer de soep maar het meisje bracht de soep naar de jonge koning en liet het gouden spoeltje per ongeluk in de schaal vallen. De koning zag Bonte-pels stuntelen, wat hij al gewend was van het verlegen kind. Toen ontdekte hij de ring om haar vinger. Hij streelde haar hand en zag een straal licht onder de mantel vandaan komen. Hij liet de mantel van het meisje glijden. Nu kon ze zich niet meer verbergen, ze veegde het roet en de as van zich af en ze was adembenemend mooi. De koning vroeg haar ten huwelijk en ze leefden nog lang en gelukkig. Zelfs de kok was blij. De koning en zijn kersverse verloofde gaven alle bedienden loonsverhoging, want Bonte-pels wist wat het armoedige leven van de laagste meiden inhield.

Toch kreeg Bonte-pels heimwee. Ze miste het paleis van haar vader. Ze miste de rozen en vlaktes, ze miste zelfs haar vervreemde vader. Ze liet een aantal jagers naar het land van haar vader gaan. Daar vonden ze de ongelukkige koning die nog steeds op zoek was naar een vrouw. Toen ze dat van de jagers hoorde, voelde Bonte-pels zich schuldig. Schuldig om de ezel, schuldig voor haar vader. Ze bad en hoopte dat haar vader een vrouw vond. Ten slotte verzamelde ze al haar moed bijeen en ging samen met haar toekomstige echtgenoot naar haar oude thuis. Bonte-pels was bang om haar vader onder ogen te komen, maar vader was niet boos en begroette haar hartelijk. "Dat je me niet huwt is geen probleem, ik zie nu wel in dat ik fout was. Jij bent gelukkig en dat is het belangrijks." De twee koninkrijken waren gelukkig en vormden nu één rijk. De beschermfee van Bonte-pels wilde nog iets doen voor de streek: ze kon de oude koningin spijtig genoeg niet tot leven laten komen maar ze kon wel helpen zoeken naar een nieuwe vrouw.

Acht maanden later trouwde Bonte-pels met haar lieve verloofde en haar vader trouwde met een beeldschone vrouw: Koningin Dorina.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Bontepels&oldid=879507"