Mexicaanse Revolutie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

De Mexicaanse Revolutie was een revolutie in Mexico die plaatsvond tussen 1910 en 1920. De revolutie wordt soms ook wel de Revolutie van 1910 genoemd. Tijdens de Mexicaanse Revolutie kwamen socialistische, anarchistische en liberale groepen in opstand tegen zittend president Porfirio Díaz.

Díaz was al sinds 1876 een grote invloed op het bestuur van het land en bestuurde Mexico als een dictatuur. Tijdens zijn regeerperiode (het Porfiriaat) maakte Mexico veel economische en technologische vooruitgang, maar de verschillen tussen arm en rijk werden steeds groter. Díaz verloor aan steun, maar wist zijn macht te behouden door middel van een schrikbewind en het opsluiten en bedreigen van tegenstanders. De liberaal Francesco I. Madero besloot daarom met socialisten en anarchisten, zoals Emiliano Zapata en Pancho Villa, samen te werken. Mexico belandde hierdoor in een burgeroorlog.

De revolutie zorgde voor het ontstaan van het moderne Mexico. In 1917 werd een nieuwe grondwet aangenomen die burgers meer vrijheden gaf en een strenge scheiding tussen kerk en staat invoerde. Ook werden allerlei bedrijven genationaliseerd en werd Mexico in feite een eenpartijstaat onder de Institutioneel Revolutionaire Partij. Pas vanaf de jaren 1960 werd het land omgevormd in een democratie.

Achtergrondinformatie

Het Porfiriaat

Het Porfiriaat is een gedeelte van de Mexicaanse geschiedenis tussen 1876 en 1911. Tijdens deze periode had Porfirio Díaz veel invloed over het bestuur van Mexico. Hij diende ook zeven termijnen (met enkele tussenperiodes) als president van het land. Wanneer hij geen president was, had hij alsnog in feite de macht in handen. Díaz was goed in het manipuleren van anderen. Ook wist hij aan de macht te blijven voor de grondwet aan te passen en politieke tegenstanders te vermoorden.

Díaz was eerst geliefd, aangezien hij stabiliteit bracht en de Mexicaanse economie op gang wist te krijgen. Hij begon met het moderniseren van Mexico. Zo kwamen er spoorlijnen, stoommachines en fabrieken. Ook wilde hij de economie openstellen voor buitenlandse (voornamelijk Amerikaanse) bedrijven. De Mexicaanse grootgrondbezitters waren hiertegen. Mexico had nog steeds een feodaal systeem (de peonage) en zij wilden dit behouden. De peonage was een vorm van verplichte arbeid die vergelijkbaar was met de horigen in de middeleeuwen. Volgens de grootgrondbezitters konden zij niet met het buitenland concurreren zonder deze horigen.

Daarom besloot hij de grootgrondbezitters tegemoet te komen. In Mexico waren er grote landgoederen en plantages (de hacienda's). Díaz zorgde ervoor dat grootgrondbezitters het land van de naburige dorpen konden claimen. Ook werden er wetten doorgevoerd waardoor steeds minder mensen steeds minder grond in handen hadden.

Toenemende onvrede

Díaz werd door dit laatste besluit steeds minder populair onder de bevolking. Toch bleef hij herkozen worden, aangezien de verkiezingen vervalst waren. Stakingen en demonstraties werden hard neergeslagen door de rurales. Dit waren een groep knokploegen die Díaz betaalde om het platteland onder controle te houden.

Overigens had Díaz veel meer problemen. Op buitenlands gebied probeerde Díaz de banden met de Amerikanen te verbeteren. Sinds de Amerikaans-Mexicaanse Oorlog waren deze vrij slecht. De Verenigde Staten vonden destijds dat zij het recht hadden zich met de politiek van andere Amerikaanse landen te bemoeien (de Monroedoctrine). Op de Pan-Amerikaanse Conferentie van 1901-1902 in Mexico-Stad besloten de Amerikanen zich minder te bemoeien met deze landen. Hoewel dit een succes was, werd het overschaduwd door de problemen in het land.

Ook waren er verschillende oorlogen in Mexico. In het noordwesten vocht het leger tegen de Yaqui en in het zuidwesten tegen de Maya’s. Deze oorlogen kostten veel geld, wat Mexico tegen 1900 niet had. Een ander probleem was dat Díaz al op leeftijd was en het onduidelijk was wie hem zou opvolgen. Díaz beloofde in 1908 dat er eerlijke verkiezingen zouden komen. Mexico zou weer worden omgevormd naar een democratie.

Desondanks kondigde Díaz één jaar later toch aan zich voor een zevende keer verkiesbaar te stellen. Díaz had kort hiervoor de Amerikaanse president William Howard Taft ontmoet. Díaz vroeg of de Amerikanen hem wilden steunen in zijn presidentscampagne. De Amerikanen hadden tegen die tijd een groot deel van de Mexicaanse economie in handen, waardoor zij ook belang bij Díaz hadden. Taft gaf daarom zijn steun voor Díaz.

Verkiezingen van 1910

1910 was een belangrijk jaar voor Mexico. Niet alleen zouden er presidentsverkiezingen worden gehouden, maar het land vierde ook zijn 100-jarig bestaan. 1810 vormde namelijk het begin van Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog, waardoor Mexico onafhankelijk van Spanje werd. Om deze gelegenheid te vieren werd o.a. een groot monument opgericht.

Tijdens de presidentsverkiezingen nam Díaz het op tegen de liberaal Francisco I. Madero. Madero en Díaz verschilden bijna niet in standpunten. Desondanks was Díaz tegen de deelname van Madero en liet hem opsluiten. Díaz werd met 98% van de stemmen herkozen, terwijl Madero minder 2% kreeg. De verkiezingen waren echter niet eerlijk verlopen; er was grootschalige fraude. Toch mocht Díaz president blijven, wat leidde tot de Mexicaanse Revolutie.

Verloop

Plan van San Luis Potosí

Bij de plaatsen met een sterretje vonden veldslagen en opstanden plaats tussen 1910-1911.

Op 5 oktober 1910 verstuurde Madero vanuit de gevangenis een brief. Deze brief kwam bekend te staan als het plan van San Luis Potosí. Madero verklaarde het presidentschap van Díaz illegaal. Hij wilde een revolte organiseren tegen hem. Ook riep riep hij generaals op om deze revolte te steunen. Madero verschilde weinig op economisch vlak van Díaz, maar hij wilde wel het militair geweld terugdringen. Daarom steunde vee Mexicanen Madero. Madero begreep dat zij de steun van de militairen en de Amerikaanse investeerders nodig hadden voor een geslaagde revolutie. Hij beloofde de militairen promotie en wist de steun van Standard Oil te krijgen.

Aan het einde van 1910 ontstonden in heel Mexico kleine opstanden onder boeren, mijnwerkers en arbeiders. Madero wist de steun te krijgen van rebellenleiders, zoals Pascual Orozco, Pancho Villa, Emiliano Zapata en Venustiano Carranza. Orozco wist zelfs de steun te krijgen van de gouverneur van de staat Chihuahua.

Het Mexicaans leger raakte verdeeld over de revolutie. Díaz besloot daarom met de revolutionairen te onderhandelen. Op 21 mei 1911 werd het verdrag van Ciudad Juárez ondertekend. Díaz en zijn vicepresident (Ramón Corral) besloten af te treden. Zij gaven de macht over aan Francisco León de la Barra die tijdelijk president zou blijven tot de verkiezingen. Díaz, zijn familie en zijn supporters mochten Mexico uitvluchten en vertrokken naar Parijs. Na de machtsovergave voerde Léon de la Barra enkele hervormingen door. Zo werd de werkdag verkort tot acht uur en kregen scholen op het platteland meer geld. In oktober 1911 werden vrije verkiezingen gehouden. Madero won deze verkiezingen, maar zijn beweging had tegen deze tijd veel steun verloren.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Mexicaanse_Revolutie&oldid=874824"