Afghaanse Oorlog (1979-1989)
Afghaanse Oorlog (1979-1989) | ||
Moedjahedien in de Afghaanse bergen | ||
Datum | 24 december 1979 - 15 februari 1989 | |
Locatie | Afghanistan | |
Overwinning voor | De moedjahedien | |
Strijdende partijen | ||
Moedjahedien | Sovjet-Unie | |
Moedjahedien Gesteund door: Pakistan Saoedi-Arabië Verenigde Staten China Verenigd Koninkrijk Egypte Sjabloon:AE Duitsland Israël |
Sovjet-Unie Gesteund door: DDR India Bulgarije Cuba Tsjecho-Slowakije Vietnam |
|
Leiders | ||
Leonid Brezjnev Joeri Andropov |
Burhanuddin Rabbani
|
|
Troepensterkte | ||
~700.000 soldaten | 200.000-250.000 moedjahedien | |
Portaal Geschiedenis |
De Afghaanse Oorlog was een tien jaar durende oorlog tussen de Sovjet-Unie en de moedjahedien. De oorlog vond plaats tussen 1979 en 1989. De oorlog wordt ook wel de Sovjetinvasie van Afghanistan (Pasjtoe: پر افغانستان د شوروي یرغل, Russisch: Советское вторжение в Афганистан) of Sovjet-Afghaanse oorlog genoemd.
Voorgeschiedenis
Communisme
Afghanistan was voor de oorlog al communistisch. Het land werd op 24 december 1979 pas 3 maanden geleid door Hafizullah Amin, een communist. Maar Amin kreeg het Afghaanse volk niet mee in het communisme. Het Afghaanse volk vond juist de moedjahedien geweldig. En Amin voerde een felle strijd tegen de moedjahedien.
Vijanden
In de jaren zeventig waren de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie elkaars aartsvijanden. Beide landen waren heel machtig en hadden allemaal kleinere landen die aan hun kant stonden. Afghanistan, in die tijd nog een koninkrijk, was neutraal. Omdat het in het midden lag tussen de Sovjet-Unie en Iran (toen een bondgenoot van de VS) probeerden de Sovjets en de Amerikanen er allebei invloed te krijgen. Uiteindelijk lukte dat de Sovjets het beste: zij zorgden ervoor dat de macht werd gegrepen door een regering die net als de Sovjet-Unie communistisch was.
Oorlog
Omdat die regering erg streng was voor het volk, kwamen de Afghanen in opstand. Daarop stuurden de Sovjets het leger om de regering te helpen, terwijl de Amerikanen juist de opstandelingen steunden. De opstandelingen werden 'moedjahedien' genoemd, wat strijders voor de islam betekent. Eén van hun leiders was Osama bin Laden.
Het lukte de Sovjets niet om de moedjahedien te verslaan: de rebellen kregen veel steun van de VS en kenden bovendien het landschap veel beter. Daarom besloot sovjetleider Michail Gorbatsjov in 1988 zijn troepen terug te trekken. Ook de Amerikanen gingen weg.
Gevolgen
Val van het communisme en nieuwe spanningen
Het communistische regime viel na de oorlog, en in 1992 kwam er een nieuwe president. Maar die kreeg al gauw door dat ook iemand anders zat te azen op de macht: de Taliban. De Taliban voerden een soort guerilla tegen de president.
2001
Op 9 september 2001 stierf een van de leiders van de regeringsgezinde Noordelijke Alliantie, Achmed Sjah Massoed, bij een aanslag. Dat was een klap voor de regering. Maar twee dagen later, op 9/11, pleegden leden van Al Qaida (nog) een aanslag. En toen kreeg de regering hulp van de VS, omdat de VS wraak wilden nemen. Toen de Amerikanen in 2021 weer vertrokken, grepen de Taliban weer de macht.