Vikingen
De Vikingen waren zeevarende Noormannen die leefden rond het jaar 800 in Scandinavië. Het woord 'Viking' wordt vaak gebruikt voor alle Noormannen, maar dit klopt niet. Noormannen is de naam voor het hele volk, Vikingen waren alleen de Noormannen die de zee op gingen. Vaak wordt gedacht dat alle Vikingen alleen woeste plunderaars waren, maar dat was vooral aan het einde van de 8e en de 9e eeuw zo. In de loop van de tijd ontwikkelden ze zich tot handelaars. Dat was onder andere te danken aan hun bekering tot het christendom. Een van de bekendste Viking leiders was Harald Blauwtand. Naar hem is het internetprotocol Bluetooth genoemd. Een misverstand is dat het allemaal mannen waren. Er waren ook vrouwelijke Vikingen.
Over de Vikingen
De Vikingen kwamen uit Scandinavië, dat is het geheel van Denemarken, Noorwegen en Zweden. De Vikingen maakten grote reizen met hun Vikingschip. Voorop zit meestal een drakenkop. Waar ze aan land gingen maakten ze vaak een grote plundertocht. Een veel gebruikt Vikingschip was de "drakar". Deze schepen waren veel sneller en sterker dan andere schepen in die tijd en ze waren daarom op zee oppermachtig. De Vikingen waren lange tijd de schrik van christelijk Europa en maar weinig kloosters en dorpen ontkwamen aan ze.
De Vikingen hebben ook veel ontdekt. IJsland, Groenland en zelfs het continent Amerika zijn ontdekt door de Vikingen, het is dus niet Christoffel Columbus die dit continent heeft ontdekt! Amerika noemden ze "Vinland" (wijnland), maar lang bleven ze er niet. De indianen waren met duizenden en zelfs de Vikingen konden met hun kleine aantallen niet tegen de indianen op.
Ze zijn de geschiedenis ingegaan als onverschrokken zeelui en niets of niemand ontziende vechtersbazen. Maar ze hadden ook een rijke cultuur. Als bedreven zeevaarders zetten ze, eeuwen voor Columbus voet aan land op de Amerikaanse bodem en onderhielden ze handelsbetrekkingen met Rusland en Constantinopel.
Koning noch keizer bleken in staat om het geweld met succes te bestrijden. Het gebied dat zij moesten verdedigen was te uitgestrekt en hun gezag was te zwak. Daardoor droegen de invallen van de Noormannen mee bij tot het ontstaan van feodaliteit.
Woonplaats
De Noormannen woonden zoals gezegd in Scandinavië. Ze bouwden de boerderijen van klei en hout. De grond waar ze graan, gerst en haver op verbouwden was droog en grimmig. De spullen werden verkocht aan mensen in het dorp.
Voedsel
Ze aten vis en vlees van dieren zoals schapen,koeien en varkens. Je kon de vis ook drogen. Ze sneden de buik open en haalden de ingewanden eruit. Dan legden ze de vis in de zon uitgespreid over een plank. Na ongeveer 3 weken was de vis klaar.
Familie
Het gezin van de Noormannen woonde altijd bij elkaar, alleen niet thuis maar meestal wel in het zelfde dorp. De vrouwen waren in vergelijking met Europese vrouwen onafhankelijk. Ze waren vaak de baas over het huishouden en konden in het leger. Een vrouw kon haar eigen echtgenoot kiezen en kon een scheiding eisen wanneer hij haar sloeg of niet eerlijk was.
Schrift
De Noormannen schreven in runentekens. Een soort oud alfabet. Deze tekens schreven ze niet op papier, nee, ze hakten het uit in steen!
Kleren
Ze maakte de kleren van de vacht van dieren. Zoals koeien,schapen. Ze droegen een soort sloffen van leer. Er wordt vaak gezegd dat Vikingen hoorns op hun helm hadden. In werkelijkheid is dit niet waar. Tijdens opgravingen zijn alleen hoorns bij helmen gevonden en toen dachten ze dat die hoorns op de helmen hoorden.
Geloof
De Noormannen geloofden in meerdere goden. Ze geloofden als je dood ging dat je dan in het Walhalla zou komen, de hemel van de Noormannen. De mooiste dood was dood gaan tijdens een gevecht, met schild en zwaard in de hand. Juist voor fanatieke strijders was het Walhalla een geweldig oord. Odin was de oppergod. Wij kennen hem als Wodan. Woensdag is naam hem genoemd. Een andere god was Donar. Naar hem is donderdag vernoemd. Vrijdag is naar de godin Freya vernoemd. De goden waren belangrijk voor de dichtkunst en de magie. Later heeft Adolf Hitler zich laten inspireren door de verhalen over Wodan en de Germaanse mythologie. In de loop van de 9e eeuw werden ze in toenemende mate christen. Een bekende Vikingleider die werd bekeerd tot het christendom is Harald Blauwtand (Harald Bluetooth). Na hun bekeringen stopten de plunderingen over het algemeen. Bluetooth gebruiken we nu op het internet en is genoemd naar Harald Blauwtand.
Schepen
Bouwtechniek
De delen van een boot werden vast gemaakt met spijkers of hardhoutpinnen. Over de volle breedte liepen houten dwars balken. Doordat de boot zo gemaakt is, is hij reuze sterk en glijdt hij snel door het water
aan de zijkant van de boot zaten roeispanen en schilden zo konden ze snel weg als het nodig was en konden ze zich beter verdedigen.
Soorten
De bekendste soorten zijn:
- Langschepen.
Herkenningen:
- Drakenkop
- Schilden
- Lang en smalle boot
- Ondiepe boot
- Veel roeiers
- Maximaal 30 meter lang
Het langschip was een oorlogsschip, deze schepen waren vooral bedoeld om over rivieren te varen of om dicht bij de kust te blijven. Ze werden altijd geroeid maar konden ook op de wind zeilen.
De veel bredere en hoge Knarr was niet gebouwd om snel mee te varen, maar om lading mee te vervoeren. Dit schip was ook beter bestemd tegen de zee. De Noren gebruikte deze schepen om mee naar IJsland en Groenland te varen.
Behalve de schepen die hierboven genoemd zijn waren er nog verschillende andere namen en typen. Deze boten werden aangepast aan hun doel bijvoorbeeld: visserij of kustvaart.
Routes
Vanuit hun Scandinavische thuislanden gingen de Zweden oostelijk, langs de grote rivieren van Rusland, waarbij ze de Zwarte zee naar Constantinopel overstaken en de Kaspische zee om Bagdad te bereiken.
De Noren richtten zich vooral op het westen ze gingen naar Schotland, Engeland Ierland en staken de Atlantische oceaan naar IJsland en Groenland. Ze gingen zelf door het Middellandse zeegebied om Italië te bereiken. De Denen gingen voornamelijk naar het Zuiden, maar Oost-England en de West-Europese kusten.
Ook Normandië (vernoemd naar de Noormannen), Sicilië en de Krim zijn bezocht door de Vikingen.
Handel
Een deel van de bewoners van Scandinavië waren landbezitters en zij ontwikkelde zicht tot handelaren die weg gingen. Er ontwikkelende zich handelsplaatsen (plekken waar handelaren samen kwamen om hun spullen te verkopen.) Eerst alleen in hun eigen land, maar later gingen ze ook naar andere landen toe. Niet alle Scandinavische kooplieden zullen even aardig zijn geweest. Zij moesten zelf ook oppassen en daarom waren ze bewapend. Hiermee beschermde zichzelf, maar plunderde ze bijvoorbeeld ook ladingen van andere.
Tussen de aanvallen door ging de handel gewoon door. De handel werd ondanks het geweld zelfs beter. Geplunderde spullen kwamen weer op de markt. Veel handelssteden in het Frankische rijk bloeide hierdoor op.
Strijden en wapens
In 793 overvielen ze het onverdedigde klooster in Lyndisfarne in Schotland, dat ze helemaal leegplunderden. Veel monniken werden vermoord, anderen werden als slaaf meegenomen. Er zouden nog veel andere plundertochten volgen in Europa. Op januari 878 achter een muur van schilden, stonden de Vikingen tegenover de Engelsen. Na de eerste aanval ontstaat een gevecht van man tot man. Honderden Vikingen sneuvelden.
Een holmganga-is een duel. En het heeft strenge regels. Een holmganga is een spel waarbij je moet vechten tegen de tegenstander. Iemand die erbuiten stapt is een lafaard. De verliezer moet de winnaar betalen met goud of eten. Je mag drie schilden gebruiken en een zwaard.
Er zijn ook wapens bij de Vikingen. Zoals speren, zwaarden, knuppels, bijlen, en pijl en boog. De beste wapens komen uit Duitsland. En de kleding was anders.
Bronnen
- Tuuk, L. v. (2008). Vikingen, Noormannen in de lage landen. Kampen: Omniboek