Karel de Stoute
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Karel van Bougrondië, later bekend als Karel de Stoute (Frans; Charles le Téméraire), is geboren op 10 november 1433, in Dijon en hij stierf op 5 januari 1477 in de buurt van Nancy tijdens een veldslag. Hij is een zoon van hertog Filips de Goede van Bourgondië en Isabelle van Portugal. Karel de Stoute is de vierde en laatste hertog van Bourgondië van het huis van Valois, heer en meester van een reeks provincies die tegenwoordig bekend staan als het Bourgondische rijk, later onder de Habsburgers gebruikt men de naam Bourgondische Kreits (vanaf 1512). De naam 'de Stoute' staat voor dapper of moedig, maar in dit geval kun je beter spreken van overmoedig.
In 1465 , tijdens de Ligue du Bien publiek, verzet Karel de Stoute zich samen met andere edelen (een coalitie) tegen de Franse koning Lodewijk XI. Na de dood van zijn vader Filips de Goede in 1467 beklom Karel de Stoute de troon van Bourgondië. Karel de Stoute houdt vooral rekening met zichzelf en vindt dat hij de soevereine vorst is en vol in zijn recht staat. Zijn regeerperiode wordt gekenmerkt door een voortdurende botsing met zijn neef Lodewijk XI. Die beweert op zijn beurt soeverein over het zuidelijke deel van zijn Bourgondië te zijn. Tegelijkertijd komt Karel dichter bij keizer Frederik III en koning van Engeland, Edward IV van York te staan. Later trouwt Karel met de zus van Edward IV van York; Margaretha van York. Net als zijn vader Filips de Goede vóór hem, is hij een van de machtigste vorsten in het christendom, met name dankzij de rijkdom van zijn gebieden en het rijke uiterlijk van zijn hofhouding.
Nadat hij tevergeefs had geprobeerd de titel van "koning van de Romeinen" te verkrijgen, begon hij aan de administratieve hervorming van zijn staat, die hij op orde hield door te proberen er geografisch (zoals te zien op de kaart) en politiek één geheel van te maken. Door de hereniging van zijn noordelijke en zuidelijke bezittingen (wat hij deed door Boven-Elzas te verwerven en vervolgens Lotharingen te verwerven), om ze uiteindelijk op te willen richten in een onafhankelijk koninkrijk, waardoor het voormalige Lotharingen nieuw leven zou worden ingeblazen (Lotharingen was het middelste gebied van het voormalige rijk van Karel de Grote, zeg maar een strook tussen het huidige Frankrijk en Duisland in).
Zijn drang om uit te breiden stuit op veel tegenstand in (midden) Europa. Aan het einde van zijn regeerperiode zorgen de Bourgondische oorlogen tegen de Zwitserse bondgenoten, de Lorrainers en de Elzassers ervoor dat het mis gaat. De coalitie van Lorrainers en Elzassers, financieel ondersteund door Lodewijk XI, krijgt uiteindelijk de overhand in de Slag bij Nancy waarbij Karel de Stoute wordt gedood op 5 januari 1477.
Hij laat een enige dochter achter, Marie van Bourgondië, die (om aan de eisen van de koning van Frankrijk het hoofd te bieden) trouwt met aartshertog Maximiliaan I van Oostenrijk, de eerste fase van de eeuwenoude strijd tussen Frankrijk en de Habsburgers.
Jeugd
Karel wordt geboren op 10 of 11 november 1433 in het paleis van de hertogen van Bourgondië in Dijon. Hij is de derde zoon van hertog Filips III van Bourgondië (Filips de Goede, 1396 - 1467) en zijn derde vrouw Isabel van Portugal (1397 - 1472), dochter van Koning John I van Portugal. Karel ontving de titel van graaf van Charolais die onder de Valois- hertogen van Bourgondië was voorbehouden aan de erfgenaam van de Bourgondische Staten.
Toen hij drie weken oud was, maakte zijn vader hem tot ridder in de orde van het Gulden Vlies. Vanaf zijn eerste jaar had hij zijn eigen huis, dat gerund werd door zijn gouvernante, Madame de Villers La Faye. Charles groeide op in de Bourgondische Nederlanden, een reeks provincies die het noordelijke deel van de Bourgondische staat vormden (zeg maar de moderne landen België en Nederland en het Franse Nord-Pas-de-Calais). Een van de opvoeders van Karel is Jean IV d'Auxy, voormalig soldaat van de Honderdjarige Oorlog. Hij leerde hem de kunst van het oorlog voeren. Antoine Haneron werd als schoolmeester gekozen en leert hem het beheer van macht, om Engels te spreken evenals een paar woorden Italiaans en Portugees.
Hij groeide op met zijn neef Jean I (later Hertog van Kleef) en nicht Catherine (die zal trouwen met hertog Arnold van Gelre - Hertogdom Gelre, zeg maar Gelderland). Dit zijn kinderen van zijn tante Marie de Bourgogne (overleden in 1463), echtgenote van hertog Adolphe de Clèves (Kleef).
Eerste politieke stappen
In 1452, toen hij pas negentien was en nog maar graaf van Charolais was, onderdrukte hij de opstand van de Vlamingen op brute wijze tijdens de Gentse opstand in de Bourgondische Nederlanden. Hijzelf deed mee aan de strijd van de Rupelmonde en bij de slag bij Gavere. In Brussel wordt een groot ridderschapstoernooi georganiseerd.
Enkele jaren later, in september 1456, doet zich een gebeurtenis voor die uiteindelijk enorme gevolgen zal hebben voor zowel Karel zelf als voor Bourgondië: namelijk dat de Dauphin (Prins) van Frankrijk en de toekomstige koning Lodewijk XI, op de vlucht is voor zijn vaders wraakzucht. Lodewijk zoekt zijn toevlucht in Bourgondië. Zijn neef Filips de Goede, verleent Lodewijk asiel (bescherming) in Brussel en kent hem een jaarlijks pensioen toe van 48.000 pond. Hij kreeg ook een woonplek toegewezen op het Kasteel de Genappe in het zuiden van Brussel in Waals-Brabant.
Lodewijk bleef daar tot de dood van zijn vader Karel VII (22 juli 1461). Gedurende deze bijna vijf jaar wordt Genappe "de zetel van een Europese macht" . De Dauphin in ballingschap bekijkt de toestanden van het Bourgondische hof, kijkt wie daar wat doet en hoe men zich gedraagt. Lodewijk tracht degenen 'stroop om de mond te smeren' (te verleiden) die hem van nut kunnen zijn. Hij noteert stiekem de sterke en zwakke punten van een nog steeds kwetsbare Bourgondische staat. Eigenlijk een spionage van binnenuit dus.
Eerste successen, maar ook mislukkingen
Op 16 juli 1465, verloopt de slag van Montlhéry (tussen het leger onder bevel van Lodewijk XI en het Bourgondische leger van de graaf van Charolais, de toekomstige Karel de Stoute) bijzonder wanordelijk: dit kwam omdat enkele meevechtende graven zich niet aan de afspraken met de Bourgondiërs hielden.
Daags na de slag: Graaf Charolais (toekomstige Karel de Stoute) is van mening dat hij heeft gewonnen, omdat zijn leger de controle over het slagveld behield; Lodewijk XI van zijn kant, die het beter vond het kamp 's nachts op te breken, bracht zijn leger ongehinderd terug naar Parijs en werd daar als winnaar uitgeroepen.
Na Montlhéry raakte Karel er vervolgens zo van overtuigd dat zijn "overwinning" te danken was aan zijn tactische intelligentie, dat hij daarna elk advies weigerde. Deze zelfingenomenheid (trots en eigenwijsheid) zou hem nog duur komen te staan.
Kort daarna proberen de Bourgondiërs Parijs nog te belegeren, maar door gebrek aan voedsel mislukt dat. Het gevolg is het Verdrag van Conflans wat ondertekent is op 5 oktober 1465. Hierbij wordt Normandië afgestaan aan Lodewijk XI.
De 25 augustus 1466, bestormt Karel de Stoute het opstandige Dinant en verbrandt het. Dinant ligt aan de oevers van de Maas, in kwam opstand tegen het Bourgondische protectoraat (Bourgondië beheerst Dinant). Karel hoopt zo het verlangen naar onafhankelijkheid van het prinsdom Luik te onderdrukken. Dit is een stuk land van de Kerk waarvan de controle belangrijk is voor de eenwording van de Bourgondische Nederlanden. Probleem is dat het prinsdom Luik het gezag uitdaagt van degene die Filips de Goede op de bisschoppelijke troon plaatste: namelijk de Prins -Bisschop Louis de Bourbon, zijn neef. De Luikenaars lijken de les van Dinant te horen en 'kiezen eieren voor hun geld', aangezien ze vanaf 10 september 1466 erkennen door het verdrag van Oleyede hertog van Bourgondië als “erfrechtadvocaat van Luik”. Dat wil zeggen dat Filips de Goede als lekenheer verantwoordelijk is voor de verdediging van het tijdelijke karakter van het bisdom. Wat dus eerst slechts een protectoraat was, wordt in feite een echte Bourgondische heerschappij die zich uitstrekt over Luik en alle gebieden van het vorstendom. Kortom het prinsdom Luik wordt écht bij Bourgondië gevoegd.
Karel de Stoute aan de macht
Filips de Goede sterft op15 juni 1467. Karel erft het hertogdom Bourgondië, evenals alle titels en bezittingen van zijn vader: hertog van Brabant en Lothier, Limburg, Luxemburg, graaf van Vlaanderen, Artois, Bourgondische palts, Henegouwen, Holland, Zeeland, van Namen, Markies van het Heilige Rijk, Heer van Friesland. Hij is de eerste, en zelfs twee keer, een peer (directe vazal) van Frankrijk (voor Bourgondië en voor Vlaanderen), maar naast zijn campagnes woont hij in Brugge, Brussel en Mechelen. Het ondersteunt zijn macht en zijn aanspraken op de gebieden door een machtig professioneel leger op te zetten. Deze versterkt hij met huurlingen uit alle landen van Europa, wat niet erg betrouwbaar zal blijken te zijn.
Karel zet hetzelfde beleid voort als zijn voorgangers: verlangen naar soevereine onafhankelijkheid van de Bourgondische staat ten opzichte van het koninkrijk Frankrijk. Om opgewassen te zijn tegen Frankrijk gaat Karel een alliantie (verbond) aan met het koninkrijk van Engeland in de Honderdjarige Oorlog.
Zijn meest vurige wens is om een koninkrijk te maken van de twee Bourgondiëen (Franse deel en het eigen deel) en de bezittingen die hij in het noorden bezit: Picardië, Artois, Boulonnais, Vlaanderen en andere Bourgondische Nederlanden, Zo zou hij (weer) een koninkrijk maken tussen Frankrijk en het Germaanse rijk. Dit is te vergelijken met het vroegere in het midden liggende Lotharingen wat ontstond na de dood van Karel de Grote waarbij zijn rijk in drieën werd verdeeld.