Pianola
Een pianola is een zelf spelende piano, met een pneumatisch of elektromechanisch 'motor' dat het pianospel bedient via geprogrammeerde muziek opgenomen op geperforeerd papier, of in zeldzame gevallen metalen rollen. Tegenwoordig ook met MIDI. De opkomst van de pianospeler groeide met de opkomst van de in massa geproduceerde buffetpiano voor thuis in de late 19e en vroege 20e eeuw. De verkoop bereikte een hoogtepunt in 1924 en daalde vervolgens als gevolg van de verbetering van de opnames voor grammofoonplaten dankzij elektrische opnamemethoden die halverwege de jaren '20 van de twintigste eeuw zijn ontwikkeld. De komst van de radio in dezelfde periode droeg bij aan hun uiteindelijke daling in populariteit, en de beurscrash van 1929 deed de productie vrijwel stoppen.
Hoe het begon
Automatisch spelende muziekinstrumenten bestonden al veel langer. Denk aan de door een klok aangedreven carillon of een speeldoosje. Ook het draaiorgel kan als voorloper gezien worden. Het automatiseren van een piano was best lastig. De piano kan zacht en hard bespeeld worden. Dat bleek moeilijk om voor elkaar te krijgen bij de automatische piano. De vroegste beschrijving van een pianospel met van gaatjes voorziene papierrollen was het Franse patent van Claude Seytre uit 1842. Er werden verschillende manieren bedacht om de papierrol met gaatjes te 'lezen'. Een manier was met lucht, maar dat bleek niet sterk genoeg om de hamertjes die de snaren raken goed te laten slaan. Een andere manier waren kleine veertjes die de papierrol met gaatjes aftasten. De eerste exemplaren verscheurden het papier. Men bedacht een manier om de aftastende veertjes licht het papier te laten raken en aflezen en deze lichte beweging om te zetten naar een krachtiger beweging die de hamertjes in beweging zette.
Het eerste apparaat dat beantwoordde aan de praktische eis van het bedienen van een pianomechanisme was dat van Forneaux uit 1863. Met luchtdruk werden de hamertjes geactiveerd. Het mechanisme dat in de 20e eeuw uiteindelijk op grote schaal werd gebruikt, was volledig pneumatisch (op luchtdruk). Met voetbediende balgen die voor een zuigend vacuüm zorgden. Dit vacuüm is nodig om een luchtdrukmotor te bedienen die de opwikkelspoel van de papierrol aandrijft. Tegelijkertijd werd elke kleine luchtstroom door een gat in de papierrol versterkt in twee pneumatische trappen (het zogenaamde dubbele klepmechanisme) tot er voldoende kracht ontstond om een hamertje een luide toon te laten slaan.
Net als bij een draaiorgelboek met gaten, geven de gaatjes in de papierrol aan welke toets en voor hoelang deze aangeslagen moet worden. Er zijn ook pianola's geweest in cafés en dergelijke, die speelden op een ingeworpen munt.
'Roll-o-theek'
Er ontstond een markt voor allerlei muziekstukken op papierrollen. Er werden enorme bedragen uitgegeven: in 1903 had de Aeolian Company meer dan 9.000 roll-titels in hun catalogus, waarmee 200 titels per maand werden toegevoegd. De catalogi van veel bedrijven bevatten duizenden rollen, voornamelijk van lichte, religieuze of klassieke muziek. Ragtime-muziek kwam wel voor, maar niet vaak: in deze periode werd de speler vanwege zijn artistieke mogelijkheden verkocht aan rijke kopers. Ook toen al ontstond het probleem dat verschillende merken, verschillende rollen hadden. Ze waren zoals dat heet niet compatible. In 1908 werd er een standaard 'rollezer' en formaat papierrol afgesproken. Het begrijpen van de behoefte aan compatibiliteit was het beslissende moment van de spelersindustrie. Later werden er ook teksten op de rollen afgedrukt, zodat men ook kon meezingen.
Muziekrollen voor pneumatische piano's, vaak bekend als pianorollen, bestaan uit een doorlopend vel papier dat op een spoel is gerold. De spoel past in de pianospoelbox van de speler, waarna het vrije uiteinde van het muziekblad wordt vastgehaakt aan de opwikkelspoel die de rol in een gelijkmatig tempo afwikkelt over het leesmechanisme (de "trackerbalk").
In het begin van de jaren '50 begonnen een aantal verzamelaars piano's van spelers en alle andere instrumenten uit de jaren twintig en eerder te redden. Ook namen enkele musea ze op in hun collectie. Het museum 'Van speeldoos tot pierement' in Utrecht heeft ze ook, evenals het pianola museum in Amsterdam.
Bijvoorbeeld het Amerikaanse bedrijf QRS Music Technologies, Inc. maakt nog steeds papierrollen en MIDI systemen waarmee de pianola's kunnen spelen. Ze kopiëren ook oude rollen (replicarollen) en brengen de oude melodieën uit op MIDI bestanden. Ook al kunnen dergelijke automatische piano's elektronisch worden aangestuurd, toch hebben deze nog steeds snaren. Het is dan dus geen elektronische piano.