Brandweer
De brandweer is een hulpverlenende overheidsinstantie die tot doel heeft:
- Brand bestrijden,
- Brand voorkomen,
- Technische Hulpverlening (Bijv. mensen die bekneld zitten in hun auto bevrijden maar ook katten uit bomen redden)
- Meten en opruimen van gevaarlijke stoffen
- Het redden van mensen en dieren in gevaar (Bijv. een kat in de boom, of een persoon op een dak)
Daarnaast houdt de brandweer zich druk bezig met voorlichting (ook op school komen ze elk jaar een keer) en over brandpreventie (voorkomen van brand) en het "keuren" (nakijken) van gebouwen op mogelijk brandgevaar.
Geschiedenis
Al in de tijd van de Grieken zijn er waarschijnlijk een soort pompen geweest.
Laat in de middeleeuwen werd in de Duitse plaats Neurenberg een pomp uitgevonden, die gebruikt werd voor het blussen van branden. De pomp werd bediend door mannen die de lange stokken van de pomp op en neer moesten bewegen.
Zo’n pomp noemen we tegenwoordig een handbrandpomp.
Er was in die tijd nog geen echte brandweer. Als er brand was moesten de mensen een emmertje buiten zetten en alle mannen moesten naar de brand gaan om te helpen.
Er werd maar een keer per jaar geoefend. De mannen waren dus niet echt geoefend om branden te blussen.
De eerste pompen hadden een vaste straalpijp, waaruit het water spoot. Je moest dan ook nog proberen de brand te raken. De mensen werden dus steeds meer vermoeid als de brand groter werd. En dat ging niet altijd goed. In die tijd brandden wel eens hele steden af. Dat is ook niet zo heel raar want de huizen waren vroeger gebouwd van hout en op de daken stro of riet.
Jan van der Heijden
In Amsterdam woonde Jan van der Heijden, hij was kunstenaar en uitvinder.
Hij zag hoe slecht de brandbestrijding was in die tijd en deed er wat aan samen met zijn broer Nicolaas. In 1672 wordt hij samen met zijn broer benoemd tot stadsbrandmeester.
Hij moet dan zorgen voor de oude spuiten en blusgereedschappen van Amsterdam.
In 1685 toen hij benoemd werd tot Generale Brandmeester ontwikkelde hij de echte brandweer, waarvan hij de baas was. De chaos mest weg en er moest sneller en beter gewerkt worden dan daarvoor. Hij kwam ook op het idee van brandslangen. In 1679 koop Jan van der Heijden een terrein in Amsterdam, om een brandspuitfabriek te bouwen.
Hierna kwam er steeds beter materieel maar de Brandweer zelf is niet echt veranderd.
Materieel
De brandweer heeft zeer specifiek materiaal, zij worden ook ingezet om auto's open te knippen bij zware verkeersongelukken, en er zijn ook duikers om mensen uit het water te halen.
De brandweer heeft garages door de hele stad verspreid, dit noemen we kazernes, hier kunnen de brandweerwagens binnen worden gezet, en is er meestal ook een kantine en slaapruimtes en bijna elke kazerne heeft een brandweerpaal.
Brandweerman/vrouw worden
Hoewel de brandweer vroeger uitsluitend een mannenberoep was, zijn de laatste jaren steeds meer vrouwen brandweervrouw geworden.
De brandweer is 24 uur per dag paraat, dat betekent dat de brandweermensen in ploegendienst werken, er zijn zo drie ploegen per dag. Sommige brandweermensen blijven soms in de kazerne slapen als ze nachtdienst hebben.
Je kunt vrijwilliger worden of beroepsbrandweerman worden.
Als je vrijwilliger bent heb je daarnaast ook en gewone baan en als je pieper afgaat ga je naar de kazerne.
Als je brandweervrijwilliger wilt worden, moet je:
- 18 jaar of ouder zijn;
- een goede conditie hebben;
- een opleiding gevolgd hebben op tenminste VMBO niveau 1;
- een Verklaring Omtrent Gedrag kunnen overleggen;
- binnen 1,5 kilometer ver wonen van de kazerne waar je je wilt aanmelden.