Apen
Apen zijn zoogdieren die samen net mensen en halfapen tot de primaten horen. De meeste apen leven in bomen, in het tropisch regenwoud of in andere gebieden waar het warm is. De meeste apen leven in groepen. Een uitzondering is de Orang Oetan, die alleen leeft. Alle apen zijn vooral planteneters, maar eten ook insecten en eieren. Sommige soorten eten ook kleine vogeltjes en hagedissen. De chimpansee jaagt op grotere dieren en eet zelfs andere aapsoorten. Alleen de gorilla is een vegetariër en eet niets anders dan plantaardig voedsel. Veel aapsoorten hebben een staart, die vaak langer is dan hun lichaam. Bij sommige soorten apen is de staart erg goed ontwikkeld: ze kunnen er dingen mee vastpakken. Door die soorten kan de staart ook gebruikt worden bij het klimmen. Zo'n grijpstaart vind je alleen maar bij apen uit Zuid-Amerika.
Mensapen, bijvoorbeeld gorilla's en Chimpansees, hebben geen staart.
Sommige soorten apen leven niet in bomen, maar op de grond, open vlaktes of in bergachtige gebieden. Sommige soorten bavianen leven bijvoorbeeld op rotsen. Ook zijn er een paar apen die niet in warme streken leven. De Japanse makaak leeft bijvoorbeeld hoog in de bergen. Zelfs in de Himalaya komen wel apen voor: de stompneusapen. Ze zijn ook te vinden in Indonesië.
Sommige apen hebben veel weg van mensen. Mensapen noemen we die.