Spaans
Spaans is een Romaanse taal, net zoals onder andere Frans en Italiaans. Spaans wordt niet alleen gesproken in Spanje, maar ook in bijna geheel Midden- en Zuid-Amerika (behalve in Brazilië, Suriname, Guyana en Belize) en in het Afrikaanse land Equatoriaal-Guinea. Ook wordt het soms gesproken in de Filipijnen en in de Westelijke Sahara.
Spaans is de moedertaal van 405 miljoen mensen. Alleen het Chinees heeft nog meer moedertaalsprekers. In totaal spreken zo'n 548 miljoen mensen Spaans.
Woordenschat
Nederlands | Spaans | Uitspraak |
---|---|---|
Één | Uno | oeno |
Twee | Dos | dos |
Drie | Tres | tres |
Vier | Cuatro | kwatro |
Vijf | Cinco | thinko (zet je tong tegen je tanden) |
Zes | Seis | seis |
Zeven | Siete | sjète |
Acht | Ocho | otsjo |
Negen | Nueve | noewèbe |
Tien | Diez | die-eth (zet je tong tegen je tanden) |
Nederlands | Spaans | Uitspraak |
---|---|---|
Hoe heet jij? | ¿Como te llamas? | komo te jamas |
Ik heet... | Me llamo | me jamo |
Nederlands | Spaans | Uitspraak |
---|---|---|
Hallo | Hola | ola |
Nederlands | Spaans | Uitspraak |
---|---|---|
Wit | Blanco | blanko |
Rood | Rojo | rogo |
Blauw | Azul | athoel (zet je tong tegen je tanden) |
Groen | Verde | berde |
Bruin | Marron | maaron |
Geel | Amarillo | amarie-jo |
Zwart | Negro | negro (g als in goal) |
Nederlands | Spaans | Uitspraak |
---|---|---|
Maandag | Lunes | loenes |
Dinsdag | Martes | martes |
Woensdag | Miercoles | mjerkolles |
Donderdag | Jueves | goewèbes |
Vrijdag | viernes | bjernes |
Zaterdag | Sabado | sabado |
Zondag | Domingo | domingo (g als in goal) |
Welke dag is het vandaag? | qué día es hoy? | ke diea es oj? |
Leestekens
In het Spaans worden uitroepen en vragen (ook) met andere leestekens aangegeven. Bij een vraagzin wordt er een omgekeerd vraagteken voor gezet en een gewoon vraagteken achter gezet. Bij een uitroep of een ander gebruik van het uitroepteken wordt er voor de zin een omgekeerd uitroepteken voor de zin gezet en een normaal uitroepteken achter de zin.
De vraag "Hoe heet jij?" wordt in het Spaans dus geschreven als: ¿Como te llamas?
Als iemand "Maandag!" zegt, dan wordt dat in het Spaans geschreven als: ¡Lunes!
Belangrijk zijn ook de accenten in het Spaans. Voor het leggen van de klemtoon bestaan in deze taal vaste regels. Wanneer echter het accent op een andere lettergreep valt, wordt de lezer daarop geattendeerd door een accentteken, bijvoorbeeld: Unión Europea.
Aragonees · Aroemeens · Arpitaans · Asturisch · Catalaans · Corsicaans · Dalmatisch · Frans · Friulisch · Galicisch · Gascoons (Aranees) · Istriotisch · Istro-Roemeens |