Heelal

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het heelal (ook ruimte of universum genoemd) is de oneindige zwarte ruimte boven ons in de lucht. Als je als het donker is naar de hemel kijkt zie je planeten, manen en natuurlijk sterren.

Het ontstaan

Wetenschappers denken dat het heelal is begonnen met de oerknal, ook wel de Big Bang genoemd, die zo'n 13,7 miljard jaar geleden plaatsvond. Dat is een enorme "knal" (eigenlijk geen echte knal maar een ontploffing) geweest. Wat er daarvoor was weet niemand. Sommige mensen zeggen dat er daarvoor helemaal niks was en er dus ook niet zoiets was als de tijd zoals we die nu kennen. Er wordt ook wel gedacht dat er voor de oerknal een ander heelal bestond waar het heelal van nu uit zou zijn ontstaan. Dit zou zelfs een deel van cyclus zonder begin of einde kunnen zijn...

In de eerste momenten na de oerknal was het heelal zo ongelofelijk heet dat er vrijwel niets kon bestaan. Miljoenen jaren later was het heelal zover afgekoeld dat er reusachtige wolken waterstofgas ontstonden. Die werden later sterrenstelsels.

Toen waren er wolken uit stof en gas in de ruimte die we nevels noemen. In de nevels is er zwaartekracht en dat stof is beginnen samenklonteren en er zijn brokstukken ontstaan en daaruit hemellichamen zoals planeten en sterren. De planeten en sterren hebben de draairichting overgenomen en daardoor draaien de planeten en sterren.

Hemellichamen

Een natuurlijk object (voorwerp) in het heelal noemen we een hemellichaam.

Planeten zijn voorwerpen die om een ster heen draaien. Ze maken zelf geen licht maar worden door hun ster beschenen. Een maan draait om een planeet. In ons eigen zonnestelsel hebben we 8 planeten, waarvan de Aarde er één is.

Als je 's nachts naar de hemel kijkt zie je ook een heleboel sterren. Die maken deel uit van sterrenstelsels. In ons eigen sterrenstelsel, de Melkweg, zijn er wel 100 miljard! En in het (voor ons waarneembare) heelal zijn nog eens vele miljarden sterrenstelsels...

Eigenlijk zijn sterren grote gloeiende gasbollen. Een ster geeft licht en warmte. Onze eigen zon is ook een ster, alleen staat hij heel veel dichterbij dan de andere sterren.

Alleen de helderste sterren kun je zien. De meeste sterren die we vanaf de Aarde zien staan in onze eigen Melkweg.


Sterren ontstaan uit gas en stofdeeltjes uit de ruimte. Soms vormen die stofdeeltjes en het gas samen een hele grote wolk. Die wolk is wel miljarden kilometers groot en dat noemen ze een nevel. In de nevel komen steeds meer deeltjes en soms worden ze klonten. Een klont kan steeds groter worden. En dan gaat de klont door de kracht van zijn eigen zwaartekracht krimpen. De klont wordt steeds heter en veranderd langzaam in een babyster! Een kleine ster heeft genoeg gas om 10 miljard jaar te blijven branden. Zo'n nevel met nieuwe sterren erin noemen we een sterrennevel. Sterren geven warmte maar hoe? Ze splijten waterstof en daaruit ontstaat helium. In die splijting komt er warmte vrij.

Sterrenbeelden

Heel lang geleden zaten de mensen naar de sterrenhemel te turen. En toen zagen ze allemaal figuren. En die figuren die gaven ze namen: Ze dachten van hé!, dat lijkt wel een Jager. Ze kenden een goede jager en die heette 'Orion'. En dus noemden ze het sterrenbeeld Orion. Orion is een van de mooiste sterrenbeelden! En ze dachten hé!, dat lijkt wel een grote beer. Dat is in hun taal 'Ursa Major' de grote beer is heel bekend. Je ziet dan een steelpan,maar de grote beer is nog groter.

Als sterrenbeelden getekend worden zetten ze er altijd lijntjes tussen. Die lijntjes kun je natuurlijk niet echt zien. In totaal zijn er 88 sterrenbeelden. Maar die kun je niet allemaal tegelijk zien,het hangt er van af waar je bent op aarde en hoe laat het is. Dan is een sterrenkaart handig. Op deze kaart kun je zien op welk moment je welk deel van de sterrenhemel je kunt zien.

Wanneer kun je sterren zien?

  1. Het moet donker zijn en er moet weinig licht van een stad zijn. Bijvoorbeeld in de woestijn, daar is geen licht van lantarenpalen en huizen. Het is er dus erg donker. En dan zie je heel veel sterren.
  2. Ook is het belangrijk dat het niet bewolkt is.
  3. Het beste is om op een hoge plek te kijken.

Je kunt in een koepel sterren kijken, maar je kunt het nog beter in de bergen doen. In de bergen ben je heel hoog en er is weinig licht van steden.

Met het blote oog zie je al veel, maar met een verrekijker zie je nog meer. En als je een ster of planeet heel goed wilt bekijken,dan kun je beter een telescoop gebruiken. Als je ook een keer sterren wilt kijken met een telescoop kun je dat doen bij een sterrenwacht.

Links

Sjabloon:Zonnestelsel

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Heelal&oldid=372017"