Lijst van Nederlandse spreekwoorden F-J

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Spreekwoorden

A t/m E - F t/m J - K t/m O - P t/m U - V t/m Z

Uitdrukkingen en gezegden

A t/m E - F t/m J - K t/m O - P t/m U - V t/m Z


fiets

Op een oude fiets moet je het leren.
Lesmateriaal is zelden nieuw.

Op die fiets.
Aha, op die manier dus.

Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?
Wat overkomt me nu?

Iets boven de tafel fietsen.
Open kaart spelen met bedoelingen.

gek

Gekken en dwazen schrijven hun namen op muren (of deuren) en glazen.
Mensen die het minst te melden hebben, schreeuwen vaak het hardst.

geld

Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.
Mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten.
Of: Financiële compensatie voor ondergaan onrecht of geleden schade of pijn.


Geld stinkt niet.
Geld wordt geaccepteerd, ongeacht of het eerlijk verkregen is. (zie ook: latrine)

Als het geld op is, is het kopen gedaan.
Zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk.

Je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien.
Je moet geen geld besteden aan een onderneming die niet meer in stand kan worden gehouden.

Goedkoop is duurkoop.
Wat goedkoop wordt aangeschaft, kan later veel geld kosten omdat het niet voldoet (bijvoorbeeld vanwege de vele benodigde reparaties).

"Het is kruis of munt", zei de non en trouwde met de bankier.
Een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele.

"Geld over de balk gooien.
Geld verspillen, zonder nadenken uitgeven.

geloof

Twee geloven op een kussen, daar komt (slaapt) de duivel tussen.
Een paartje afkomstig uit twee verschillende religies, kan moeilijkheden verwachten.

geluk

Zonder geluk vaart niemand wel.
Je kunt je eigen voorspoed en geluk hooguit beïnvloeden, maar het hangt ook af van zaken die je niet in de hand hebt.

getij

Als het getij verandert, verzet men de bakens.
Als de omstandigheden veranderen, past men zijn tactiek aan.

gezelligheid

Gezelligheid kent geen tijd.
Als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt.

goed

Wie goed doet, goed ontmoet.
Wie de ander hulpvaardig tegemoet treedt, zal ook zelf welwillend worden benaderd.

Al te goed is buurmans gek.
Als je altijd iedereen helpt zal iemand er misbruik van maken.

goud

De ochtendstond heeft goud in de mond
Ook: De morgenstond heeft goud in de mond
Door vroeg te beginnen kan men meer werk verrichten.

Het is niet alles goud wat er blinkt.
Niet alles is zo mooi als het er aanvankelijk uitziet.

haard

Eigen haard is goud waard.
Er gaat niets boven de eigen woonplek.

half

Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Het is beter iets halverwege af te breken, als het een verkeerde onderneming blijkt te zijn. Of: Als iemand een misstap heeft begaan, is het beter als hij het niet doorzet.

Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
Een opmerkzame luisteraar kan een onduidelijke of onvolledige mededeling toch wel begrijpen.
Beter een half ei dan een lege dop.
Je kunt beter met wat minder genoegen nemen, dan heb je toch nog iets.

hand

Als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon.
Elkaar helpen geeft beiden voordeel

Van de hand in de tand leven.
Het verdiende meteen weer uitgeven.

De hand in eigen boezem steken.
Schuld erkennen.

haring

Die haring braadt niet.
Dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken.

hart

Waar het hart vol van is stroomt/loopt de mond van over.
Waar men heel erg mee bezig is, daar wil men over praten.


Uit het oog, uit het hart.
De aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is.


Hoe hoger het hart, hoe lager de ziel. (uit het Fries)
Hoogmoed is het kenmerk van een dwaas.

heelmeester

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Wie een probleem (een wonde) zachtjes en pijnloos oplost, zal geen rekening houden met de nare gevolgen (nl. etter)

hemd

Belofte is een hemd der dwazen.
Een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken.

Het hemd is nader dan de rok.
Familie heeft een streepje vóór.

Iemand het hemd van het lijf vragen.
Iemand vanalles vragen.

hoed

Met je hoed in je hand, kom je door het ganse land.
Met beleefdheid bereik je veel.

hond

Wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok.
Als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden.

Men moet geen slapende honden wakker maken.
Zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken.

Blaffende honden bijten niet.
Iemand die zich dreigend voordoet, zal zijn dreiging niet waarmaken.

Wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
Als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt.

honger

Honger maakt rauwe bonen zoet.
(Ook: Honger is de beste saus.)
Als men honger heeft, is men niet kieskeurig; dan smaakt alles lekker.

hoogmoed

Hoogmoed komt voor de val.
Wie een hoge dunk heeft van zijn eigen kwaliteiten gaat ten onder.

huis

Ieder huisje heeft zijn kruisje.
Er mankeert overal wel iets.

jager

De gestadige jager wint.
Regelmatig doorzetten geeft het beste resultaat.

jong

Jong geleerd, oud gedaan.
Wat men in zijn jeugd leert, kan en kent men nog als men oud is.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Lijst_van_Nederlandse_spreekwoorden_F-J&oldid=21559"