Dossinkazerne
De Dossinkazerne of kazerne Dossin is een voormalige legerkazerne in de Belgische stad Mechelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Dossinkazerne gebruikt als concentratiekamp voor Joden en Roma. In de Dossinkazerne werden zij verzameld om vervolgens doorgevoerd te worden na vernietigingskampen, zoals Auschwitz-Birkenau en Buchenwald. Tegenwoordig is de Dossinkazerne een monument voor en een museum over de Holocaust en mensenrechten.
Vanuit de Dossinkazerne werden 25.484 Joden en 352 Roma doorgevoerd naar Duitsland. Nog geen 5% van hen overleefden de oorlog. Aanvankelijk werden Joden en Roma opgeroepen om naar het kamp te komen voor werk. Later werden er razzia's in Antwerpen en Brussel gehouden, waarbij Joden werden opgepakt en naar het kamp werden gebracht.
In 2020 werd de Dossinkazerne opgenomen in het canon van Vlaanderen als symbool voor de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Geschiedenis
Ontstaan
De Dossinkazerne werd gebouwd in 1756 onder keizerin Maria Theresia. Het gebouw werd gebruikt om soldaten te huisvesten. Pas in 1936 werd gebouw de Dossinkazerne genoemd naar Émile Dossin de Saint-Georges, een Belgische generaal uit de Eerste Wereldoorlog.
Doorgangskamp
België werd in 1940 bezet door Duitsland. Tussen 1940 en 1942 werden anti-Joodse wetten ingevoerd. Adolf Eichmann gaf uiteindelijk het bevel om Joden in België te deporteren naar Duitse concentratiekampen. Aanvankelijk was het Fort van Breendonck nabij Antwerpen het enige doorvoerkamp voor Joden. Eind juli 1942 werd ook de Dossinkazerne geopend. De Dossinkazerne werd door de nazi's gekozen, aangezien het gebouw centraal lag tussen Antwerpen en Brussel. De meeste Joden woonden in deze twee steden.
In de Dossinkazerne moesten Joden en Roma tijdelijk verblijven om doorgevoerd te worden naar vernietigingskampen. Hun waardevolle spullen werden afgenomen en ze liepen kans op mishandeling en vernedering. Om de rust te bewaren was de Dossinkazerne iets soepeler dan andere concentratiekampen. Zo was de werkdruk lager en waren de slaapzalen verwarmd. Men wilde opstanden voorkomen en de indruk wekken dat de Joden slechts zouden werken in het buitenland.
Via treinen werden de Joden en Roma overgebracht naar vernietigingskampen, waaronder Auschwitz. Een van deze transporten (het Twintigste treinkonvooi) werd door het Belgisch verzet tegengehouden in Vlaams-Brabant. De 231 inzittenden konden ontsnappen en 115 konden vluchten. De rest werd later opgepakt of werd beschoten tijdens de ontsnapping. De transporten ging door tot 31 juli 1944. Op 4 september 1944 werd het kamp bevrijd en kwamen 520 gevangen vrij.
Tegenwoordig
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Dossinkazerne gebruikt om 200 tot 300 collaborateurs op te sluiten. Dit waren mensen die samenwerkten met de Duitse bezetter of waarvan men dit vermoedde. onder anderen Phillip Schmitt werd in het kamp ter dood veroordeeld en zijn doodstraf werd hier ook uitgevoerd.
Tussen 1948 en 1973 was de Dossinkazerne opnieuw in gebruik van het Belgisch leger. Na 1973 stond het gebouw leeg en raakte in verval. De Dossinkazerne werd in de jaren 1980 opgedeeld in appartementen. Ook was het stadsarchief van Mechelen tijdelijk in het gebouw gevestigd. In 1995 werd een deel van de Dossinkazerne geopend als museum over de Holocaust. Ook is er een documentatiecentrum aanwezig.
Museum
Een deel van het gebouw is tegenwoordig geopend als Kazerne Dossin - Memoriaal, museum en documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten. Dit is een monument, museum en documentatiecentrum over de Holocaust en mensenrechten.