Kamp Vught
Kamp Vught Konzentrationslager Herzogenbusch | |
Kamp Vught in 1945 | |
Periode | Ingebruikname 13 januari 1943 Bevrijding 26 oktober 1944 |
Type kamp | Werkkamp, doorvoerkamp |
Plaats | Vught |
Mensen | |
Beheerder | SS, Nazi-Duitsland Geallieerden (okt. 1944-1946) |
Kampcommandant | SS-Hauptsturmführer Karl Chmielewski vanaf januari 1943 tijdens de eerste maanden van het kamp SS-Sturmbannführer Adam Grünewald van oktober 1943 tot januari 1944 |
Gevangenen | 32.000 |
Doden | 749 |
Portaal Tweede Wereldoorlog |
Kamp Vught (officiele Duitse benaming: Konzentrationslager Herzogenbusch) was een van de drie Duitse concentratiekampen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Zij kunnen dit artikel lezen of bespreken met een volwassene. |
Verder had je de doorgangskampen Amersfoort en Westerbork. Kamp Vught lag in de Noord-Brabantse plaats Vught in de buurt van de recreatieplas de IJzeren Man en van 's Hertogenbosch (vandaar de Duitse naam). Het werd gebruikt van 13 januari 1943 tot de bevrijding op 26 oktober 1944. Daarna hebben de geallieerden het gebruikt als gevangenis van oktober 1944 tot 1946.
Het kamp is in 1942 gebouwd in opdracht van de SS omdat Kamp Amersfoort en Kamp Westerbork te klein werden. Toen de eerste gevangenen uit kamp Amersfoort aankwamen, was het kamp nog niet klaar. De gevangenen moesten het zelf afbouwen. Ook moesten ze om het kamp een gracht graven. Het kamp was 1 kilometer lang en 350 meter breed. Het kamp kon zo'n 15.000 mensen bergen.
De bewaking gebeurde deels door Nederlandse SS-ers.
Het kamp had tijdens de oorlog drie commandanten:
SS-Hauptsturmführer Karl Chmielewski vanaf januari 1943 tijdens de eerste maanden van het kamp
SS-Sturmbannführer Adam Grünewald van oktober 1943 tot januari 1944
SS-Sturmbannführer Hans Hüttig van februari 1944 tot de sluiting van het kamp
Er zaten 12.000 Joden en verder politieke gevangenen, Roma en Sinti, verzetsstrijders, Jehova's getuigen, homoseksuelen, zwervers, criminelen en zwarthandelaren die in verschillende groepen gevangen zaten.
In het kamp was een werkplaats waar producten voor Philips werden gemaakt. Dit ging nog onder redelijke omstandigheden, mede door de bemoeienis van Philips. Daarnaast was er een vliegtuigsloperij waar onderdelen uit neergeschoten vliegtuigen werden gehaald. Gevangenen gingen ook wel naar buiten het kamp gelegen werkplekken zoal de gasmaskerfabriek van de Duitsers in 's Hertogenbosch. Ook moesten gevangenen tankgrachten graven bij Moerdijk.
Hoewel het als werkkamp minder erg was dan de kampen als Auschwitz in Polen, gebeurde er toch slechte zaken. Zo werden er zo'n 1200 kinderen vervroegd doorgevoerd met hun ouders. Deze werden bij aankomst in het vernietigingskamp vrijwel meteen vermoord in de gaskamers.
Ook werden er 329 verzetsmensen zonder enige vorm van proces in de buurt van het kamp doodgeschoten. Ook werden er zo'n 36 Belgen vermoord door ophanging.