Ster (hemellichaam)
Sterren zijn grote hemellichamen van gloeiend gas.
Kenmerken
Hier vind je de kenmerken van de ster, maar welke kenmerken zorgen ervoor dat je iets een 'ster' mag noemen?
- De enorme hitte van een ster. Aan de kleur van een ster kun je zien hoe heet hij is. Gele sterren zijn rond de 6000 graden Celsius, rode sterren zijn ongeveer 3000 graden Celsius. Blauwe sterren zijn het heetst, ze zijn heter dan 30.000 graden Celsius.
- Een zwaartekrachtsveld rond om een ster. Omdat elke ster een zwaartekrachtsveld heeft, trekt hij alles aan wat er op een bepaalde afstand omheen zit. Op grotere afstand gaan dingen in een baan om de ster heen draaien. Dit is bij alles wat een zwaartekrachtsveld heeft zo.
-Het geven van energie. Sterren geven een bepaalde energie uit (elektromagnetische straling). Hierdoor geeft een ster licht en is deze zichtbaar voor ons vanaf de aarde.
Wat is het verschil tussen de zon/planeten en sterren?
Sommige planeten en de zon hebben veel gemeen met een ster, maar zijn toch net iets anders. Daarom noem je planeten ook planeten en niet sterren.
Uitsluitend de bollen die in een baan om een ster draaien heten planeten. Bollen die in een baan om een planeet draaien heten manen. Alles wat door één ster (of soms zelfs twee sterren) bijeen wordt gehouden heet een planetenstelsel.
Onze eigen zon is ook een ster, een middelgrote. Het is de ster die het dichtst bij de Aarde staat. Het planetenstelsel waar wij in leven heet het zonnestelsel.
Hoe ontstaat een ster?
Een ster is heel mooi. Sterren ontstaan uit gas en stofdeeltjes uit de ruimte, of eigenlijk uit nevels. Soms vormen die stofdeeltjes en het gas samen een hele grote wolk. Die wolk is wel miljarden kilometers groot en dat noemen we een nevel. Ze bestaan grotendeels uit waterstof en helium en deeltjes ijzig ruimtestof. In de nevel komen steeds meer deeltjes en soms worden dat klonten. Een klont kan steeds groter worden. En dan gaat de klont onder invloed van zijn eigen zwaartekracht krimpen. De klont wordt steeds heter en verandert langzaam in een babyster! Deze inkrimpende gaswolk noemen we ook wel een protoster. Ten slotte wordt het heet genoeg voor een kernreactie. Hierdoor wordt het waterstof en de helium omgezet in energie en dan wordt de nevel een ster.
Zo'n nevel met nieuwe sterren erin noemen we een sterrennevel.
Nevels zijn heel erg koud, maar ze bevatten dus wel alle ingrediënten om een ster te vormen.
De geboorte van een ster duurt wel een paar honderdduizenden jaren. Het is voor een mens daarom onmogelijk om het hele ontstaan van een ster te volgen, maar omdat er op zoveel verschillende plekken in ons sterrenstelsel sterren ontstaan kunnen we van de verschillende fases veel leren over het ontstaan van sterren.
Waar bestaat een ster uit?
Sterren bestaan uit verschillende gassen. Deze gassen kan je zien aan de kleur(en) van de ster. Aan de donkere/zwarte kleur kan je zien dat er waterstof in sterren zit. Sterren splijten waterstof en daaruit ontstaat helium. In die splijting komt er warmte vrij.
Voor meer informatie kijk op www.sterrenkids.nl
Hoe komt het dat wij dode sterren zien?
Een ster staat heel erg ver weg. De afstand van de aarde naar een ster benoem je in lichtjaren. De sterren die wij kunnen zien zijn in vergelijking nog dichtbij de aarde. Na de zon is de dichtstbijzijnde ster Sirius. Sirus staat 8,6 lichtjaar van de aarde af. Dit betekend dat het licht dat wij zien schijnen van Sirius 8,6 jaar geleden al naar beneden begon te stralen. Als de ster Sirius dus dood zou gaan en geen licht en warmte meer af zou geven, zouden wij de ster Sirius nog 8,6 jaar zien stralen.
Er zijn ook sterren die bijvoorbeeld 3000 lichtjaar van de aarde afstaan en die wij nog steeds kunnen zien s'nachts. Dat betekend dat het Romeinse Rijk nog niet bestond toen het licht vertrokken was dat wij nu op de aarde kunnen zien.
Hoe gaan sterren dood?
Sterren gaan dood als de voorraad nucleaire brandstof op is. Eerst verbrandt de waterstof, daarna het helium. Als het helium op is, verdwijnt de nucleaire energie die over is snel en dan ontploffen ze, krimpen of koelen ze af. Sterren branden van enkele miljoenen tot vele miljarden jaren lang. De kleinste sterren hebben maar weinig brandstof, maar zij doen daar erg zuinig mee en leven uiteindelijk langer dan de grote sterren. Een kleine ster heeft genoeg gas om 10 miljard jaar te blijven branden.
Superreuzen zijn de grootste sterren in het heelal. Deze kunnen wel 100 keer zo zwaar zijn als de zon, en 300.000 keer meer licht geven! De superreuzen zijn eerst blauw, en aan het eind van hun leven worden ze rood. Als al het gas op is van de ster ontstaat er een enorme explosie. Uit deze explosie komt een neutronenster. Een neutron is een heel erg klein deeltje, maar deze neutronensterren zijn toch nog twee keer zo groot als de zon!
Zonachtige sterren zijn geel of oranje van kleur en zijn ongeveer even groot als de zon. Hun leven is wat minder spectaculair; aan het eind van hun leven vallen ze uit elkaar en er blijft een hele kleine witte dwergster over.
Het grootste deel van het heelal bestaat uit rode dwergsteren. Dit zijn kleine sterren die lang leven. Aan het eind van hun leven vallen ze net als de zonachtige sterren uit elkaar, en blijft er ook een kleine witte dwergster over.
Wanneer kun je sterren zien?
- Het moet donker zijn en er moet weinig licht van een stad zijn. Bijvoorbeeld in de woestijn, daar is geen licht van lantarenpalen en huizen. Het is er dus erg donker. En dan zie je heel veel sterren.
- Ook is het belangrijk dat het niet bewolkt is.
- Het beste is om op een hoge plek te kijken.
Je kunt in een koepel sterren kijken, maar je kunt het nog beter in de bergen doen. In de bergen ben je heel hoog en er is weinig licht van steden.
Met het blote oog zie je al veel, maar met een verrekijker zie je nog meer. En als je een ster of planeet heel goed wilt bekijken,dan kun je beter een telescoop gebruiken. Als je ook een keer sterren wilt kijken met een telescoop kun je dat doen bij een sterrenwacht.
Sterren feitjes
De ster met 5 hoeken: Iedereen kent wel het beroemde plaatje van een ster(een pentagram). Een geel sterretje met 5 hoeken. Maar waar komt dit plaatje eigenlijk vandaan? Zoveel lijkt het niet eens op de sterren aan de hemel. Zo'n ster heet eigenlijk een pentagram. Dit stamt af van het Griekse woord: pentagrammon. Pentagrammon betekend: 5 lijnen. Het symbool had betekenissen in verschillende geloven en occulte dingen. Voor nu is het een leuk plaatje geworden wat gebruikt wordt voor stickers, versieringen of andere dingen. Later kreeg dit plaatje de naam: 'ster'. Dit plaatje heeft dus weinig te maken met de sterren aan de hemel.
Sterrenbeelden: Heel lang geleden zaten de mensen naar de sterrenhemel te turen. En toen zagen ze allemaal figuren. En die figuren die gaven ze namen: Zo hebben ze een figuur dat op een Jager lijkt 'Orion' genoemd, een ander figuur de grote beer ook wel 'Ursa Major' genoemd en een steelpan.
Als de sterren binnen de sterrenbeelden met een lijn verbonden worden, zie je het figuur. In totaal zijn er 88 verschillende sterrenbeelden. De sterrenbeelden kun je nooit allemaal tegelijk zien. Het hangt allemaal af van waar je op aarde bent, hoe laat het is en hoe helder de nacht. Met een sterre kaart kun je zien op welk moment je wel deel van de sterrenhemel kunt zien.
Verliefde sterren: Als twee sterren bij elkaar staan(een dubbelster) worden deze ook wel verliefd genoemd. De twee sterren in een dubbelster zijn natuurlijk niet echt verliefd, maar ze blijven wel altijd bij elkaar, net als een verliefd stelletje.
Bewegende sterren: De sterren bewegen wel, maar ten opzichte van andere sterren bewegen ze nauwelijks hierdoor lijken sterren stil te staan. Ook de zon beweegt. Deze beweegt met 230 km/s door de Melkweg, ons eigen sterrenstelsel. Deze Melkweg beweegt weer door het heelal samen met de vele andere sterrenstelsels. Een ster is heel groot.
Vallende sterren: In het volgende filmpje wordt het heel goed uitgelegd wat een vallende ster is: https://www.youtube.com/watch?v=dYooOOv5ISI