Betrekkelijk voornaamwoord
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Betrekkelijke voornaamwoorden verwijzen naar voorafgaande woorden of zinnen, antecedenten genoemd, en verbinden deze met een bijzin, bijvoorbeeld:
"Het boek, dat ik besteld heb, heb ik nu al ontvangen."
"De man, die met tante Sjaan is getrouwd, heet Dirk."
"Hij is weer degene, op wie alles neerkomt."
"Ze had er nog nooit van gehoord, wat me trouwens niet verbaasde."
De betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die, dat, wie, wat, welke, hetwelk en hetgeen.
Soms wordt geen antecedent genoemd en dat heet dan ingesloten in het betrekkelijk voornaamwoord:
"Wie nog mee wil, moet zich aanmelden."
Eigenlijk staat er: "Degene, die nog mee wil ....."
Woordsoorten | |||
---|---|---|---|
achterzetsel · bijvoeglijk naamwoord · bijwoord · eigennaam · ideofoon · lidwoord · telwoord (hoofdtelwoord · rangtelwoord · telbijwoord) · tussenwerpsel · voegwoord · voornaamwoord (aanwijzend · betrekkelijk · bezittelijk · onbepaald · persoonlijk · temporeel · uitroepend · vragend · wederkerend · wederkerig) · voorzetsel · werkwoord · zelfstandig naamwoord |