Alan Turing
Wetenschapper | |||
Alan Turing | |||
Persoonlijke info | |||
---|---|---|---|
Volledige naam | Alan Mathison Turing | ||
Geboren | 23 juni 1912 | ||
Geboorteplaats | Maida Vale, Londen | ||
Geboorteland | Verenigd Koninkrijk | ||
Overleden | 7 juni 1954 (Zelfmoord) | ||
Overleden te | Wilmslow | ||
Gehuwd met / relatie |
Joan Clarke (verloofd in 1941; niet getrouwd) | ||
Bekend van | |||
Vakgebied | wiskunde, computerwetenschap, logica, cryptanalyse, filosofie en theoretische biologie | ||
Actief | ca. 1938 - 1954 | ||
Bekend van | Enigma en Turing-test | ||
|
Alan Turing (Maida Vale, Londen, 23 juni 1912 – Wilmslow, 7 juni 1954) was een Brits wiskundige en informaticus. Hij is bedenker van de Turingtest, de Turingmachine en de Church-Turing-hypothese. De Turing Award, de hoogste onderscheiding in de informatica, is naar hem vernoemt. Hij wordt algemeen beschouwd als de vader van de theoretische informatica en kunstmatige intelligentie.
Zijn werk op het gebied van berekenbaarheid en het formuleren van de Turing test, de test waarmee kan worden 'getest' of een machine intelligent is. Het werk wordt daarom ook wel gezien als een begin in het vakgebied kunstmatige intelligentie.
Levensloop
Doordat zijn vader Julius Mathison een overzeese tewerkstelling had groeide hij samen met zijn oudere broer John Turing op in verschillende pleeghuizen. Alan Turing werd toegelaten op de Sherborne school. Dit was een kostschool in het zuiden van Engeland. In 1928 werd hij daar bevriend met Christopher Morcom, waar hij verliefd op werd. Twee jaar later stierf Christopher Mocrom, onverwachts voor Turing, aan rundertuberculose door het drinken van besmette melk.
Turing heeft in 1931 wiskunde gestudeerd aan de universiteit van Cambridge. Hij studeerde af aan King's College, Cambridge , met een graad in wiskunde. Terwijl hij een fellow was in Cambridge, publiceerde hij een bewijs dat aantoonde dat sommige puur wiskundige ja-nee-vragen nooit kunnen worden beantwoord door berekening en definieerde hij een Turing-machine , en hij bewees vervolgens dat het stopprobleem voor Turing-machines onbeslisbaar is. In 1938 promoveerde hij aan de afdeling Wiskunde van Princeton University .
In de Tweede Wereldoorlog werkte Turing voor de Government Code and Cypher School (GC&CS) op Bletchley park als codekraker. Hij werd aangenomen omdat hij een hele goede wiskundige was ook al sprak hij geen woord Duits. Hier bedacht hij een aantal technieken om het breken van Duitse cijfercodes te versnellen, waaronder verbeteringen aan de vooroorlogse Poolse bomba- methode, een elektromechanische machine (de 'bombe') die instellingen kon vinden van de Enigma-machine van de Duitsers. Turing speelde een cruciale rol bij het kraken van onderschepte gecodeerde berichten die de geallieerden in staat stelden de asmogendheden te verslaan in veel cruciale gevechten, waaronder de Slag om de Atlantische Oceaan. Turing brak de code van de Duitsers met zijn zelfgemaakte decodeermachine. Hij noemde de machine Christopher, naar zijn overleden vriend Christopher Mocrom. In diezelfde periode werd de eerste Engelse elektrische digitale computer ontwikkeld, maar hij was niet direct betrokken bij de ontwikkeling van Colossus.
In 1952 stapte Turing naar de politie om een inbraak aan te geven. Zijn negentienjarige minnaar Arnold Murray was medeplichtig. Tijdens het onderzoek gaf Turing aan dat hij een relatie had met Murray. Toen besloot de politie ook Turing op te pakken voor illegale seksuele handelingen. Turing moest kiezen tussen een celstraf of hormooninjecties om zijn homoseksualiteit te genezen. Hij koos voor de hormooninjecties. Doordat Turing homoseksueel was mocht hij zich niet meer ontfermen over de codetheorie. Hierdoor werd hij erg depressief. In 1954 werd Turing dood aangetroffen in zijn huis, nadat hij een hap van een appel had genomen die vergiftigd was met cyanide. De appel werd nooit getest door de politie.
In 2009 bood de britse premier Gorden Brown officieel zijn excuses aan en werd Alan Turing in ere hersteld.