Gebruiker:Gerarddummer/zandbak
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Staat Libië دولة ليبيا | |
---|---|
Hoofdstad | Tripoli |
Aantal inwoners | 6.959.000 (2021) |
Oppervlakte | 1.759.540 km² |
Regeringsvorm | Parlementaire republiek (overgangsregering) |
Staatshoofd | Mohamed al-Menfi (sinds 2021) |
Godsdienst | Islam (97%) Christendom (2,7%) Overig/geen (0,3%) |
Taal | Arabisch (اللغة العربية) |
Munteenheid | Libische dinar |
Volkslied | Libië, Libië, Libië |
Landcode | LY |
Libië is een land in Afrika. De hoofdstad is Tripoli.
Geschiedenis
Prehistorie
Er woonden in Libië zo'n tienduizend jaar geleden al mensen. Aan de kust woonden herders en later boeren. Dat gebeurde niet alleen in Libië maar in alle landen aan de Middellandse Zee. In het zuiden van Libië was toen een savanne. Daar leefden herders en jagers. Zo'n tweeduizend jaar geleden werd de woestijn groter. De savanne verdween. De mensen die er toen woonden vetrokken naar Soedan.
De Berbers waren de eerste inwoners van Libië.
Oudheid
De oude Grieken dachten dat Libië het hele continent Afrika was samen met Egypte. De Grieken waren de baas in een groot deel van Libië. Na de Grieken waren de Romeinen de baas in Libië. Het was toen een Romeinse provincie met de naam: Africa proconsularis. In de Romeinse tijd was Libië rijk. Een belangrijke stad in die tijd was Leptis Magna. De stad lag ook aan de Middellandse Zee. In Libië gingen toen veel ambachtslieden en handelaren uit het Romeinse Rijk wonen. Je vindt in Libië nu veel ruïnes uit de Romeinse tijd. Bijvoorbeeld Leptis Magna. In de Romeinse tijd waren er forums, markten en badhuizen gebouwd.
Vroege moslimperiode
In de zevende eeuw werd het oosten van Libië (Cyrenaica) door de Arabieren veroverd. De islam werd toen een belangrijke godsdienst in Libië. Libië maakte toen deel uit van het Arabische Rijk. Emirs waren toen de baas in Libië. In 1050 vielen groepen bedoeïen Libië aan. De bedoeïen kwamen uit Opper-Egypte. Zij maakten veel kapot.
Ottomaanse rijk
In de zestiende eeuw had Libië geen centrale regering. De havens werden gebruikt door piraten. Spanje was even de baas in Tripoli maar wilde niet het hele land besturen. In 1538 was de piratenkoning Khair ad-Din de baas in Tripoli.
In 1551 werden de Turken (toen beter bekend als de Ottomanen) de baas in Noord-Afrika. De Ottomanen profiteerden van de piraterij. De Ottomanen verdeelden Noord-Afrika (heette toen Barbarije) in drie provincies: Algiers, Tripoli en Tunis. Pasja's (Ottomaanse generaals) waren toen de baas. Die werden aangesteld door de Sultan van Constantinopel. Elke pasja had een goed getraind leger onder zijn hoede (Janitsaren genoemd). Na twee oorlogen met de Amerikanen (over de piraterij) werd Frankrijk in 1830 de baas in Algerije en Tunesië. Libië maakte toen nog onderdeel uit van het Ottomaanse rijk.
Italiaanse periode
Italië veroverde grote delen van Libië op de Ottomanen. In 1912 werd Libië door de sultan aan Italië afgestaan. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak trokken de Italianen zich terug uit Libië omdat ze alle troepen in Italië nodig hadden. Er brak toen een burgeroorlog uit in Libië. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog werd Libië een kolonie van Italië. De Libiërs kwamen daartegen in opstand. Onder leiding van Benito Mussolini werd dat verzet hardhandig neergeslagen. Italië kreeg steeds meer invloed in Libië. Italianen gingen in Libië wonen, ze legden snelwegen en treinsporen aan. Ze bouwden ook nieuwe steden. Die waren vooral voor de Libische Italianen, maar ook voor de Arabieren. Moslims mochten ook lid worden van de Nationaal Facistische Partij. In de Tweede Wereldoorlog vochten veel Libiërs mee in het Italiaanse leger.
Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog vochten de Britten tegen de Italianen en Duitsers in Libië. In 1942 veroverden de geallieerde troepen het oosten van Libië (Cyrenaica). In 1943 hadden ze heel Libië veroverd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het oosten en noordwesten van Libië (Tripolitania) bestuurd door Groot-Brittannië. Het zuidwesten (Fezzan) werd bestuurd door de Fransen. In 1947 moest Italië zich terugtrekken uit Libië.
Onafhankelijkheid
In 1949 besloot de Verenigde Naties dat Libië onafhankelijk moest worden. In 1951 werd Libië eindelijk onafhankelijk en werd het een federaal koninkrijk onder leiding van Koning Idris I. Hij regeerde tot hij in 1969 werd afgezet door Muammar Qadhafi.
Koninkrijk Libië
Libië was een arm land na de Tweede Wereldoorlog. Het had geen universiteiten en er bijna geen hoogopgeleiden. Veel mensen konden niet lezen of schrijven. Er woonden nog steeds Italianen in Libië. Die hadden de beste banen in het land.
Qadhafi-tijdperk
In 1959 werd er veel olie in Libië ontdekt. Daardoor werd Libië opeens heel rijk. De mensen vonden echter dat de koning alle rijkdom voor zichzelf hield. Op 1 september 1969 pleegde Muammar Qadhafi een staatsgreep. Hij maakte van Libië een dictatuur. De oliewinning werd genationaliseerd. Engelsen, Amerikanen en Italianen moesten het land snel verlaten.
Van 1969 tot nu laat Qadhafi zich dan weer negatief en dan weer positief van zich horen. Gebeurtenissen in chronologische volgorde:
Jaartallen | Gebeurtenissen |
---|---|
Jaren 70 en 80 | Qadhafi steunt de PLO door hen wapens te geven en hen te trainen. Ook ondersteunt hij de terroristische groepen IRA en het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina. |
1972 | Er wordt gedacht dat Qadhafi betrokken is bij de groep Zwarte September. Die gijzelden op de Olympische Spelen in Duitsland de sportploeg van Israël. |
1973 | Qadhafi probeert het noorden van Tjaad (Aouzoustrook) te veroveren (in dat gebied zit veel uranium). Hij ondersteunt de soldaten in Tjaad. In 1987 verliest hij deze strijd. |
1979 | Amerikaanse ambassade in Tripoli wordt in brand gestoken |
1984 | In Londen wordt vanuit de Libische ambassade op demonstranten geschoten; een Britse politieagent komt hierbij om het leven. In 1999 neemt Libië hier verantwoordelijkheid voor. |
1985 | Qadhafi wordt verdacht betrokken te zijn bij aanslagen op vliegtuigen in Wenen en Rome; |
1986 | Amerika bombadeert Tripoli omdat Libië betrokken was bij een bomaanslag in Berlijnse discotheek (3 doden en 230 gewonden) |
1988 | Boeing 747 ontploft boven Schotse plaatsje Lockerbie. Libië is hiervoor waarschijnlijk verantwoordelijk. In 1999 levert Libië de verdachten pas uit en worden ze berecht. |
eind jaren 90 | Qadhafi lijkt nu mee te willen werken aan een vreedzamere wereld. Hij doet mee met vergaderingen van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid. Ook geeft hij geld aan Afrikaanse landen die zich willen ontwikkelen. |
2001 | Qadhafi veroordeelt de aanslagen van 11 september als eerste Arabische leider. |
2002 | Qadhafi biedt zijn excuses aan voor de aanslag in Lockerbie en bield geld aan voor de nabestaanden. |
2003 | Qadhafi zegt te stoppen met het maken van massavernietigingswapens. |
2004 | De Britse premier Tony Blair bezoekt Libië en hoopt dat Libië meehelpt tegen het terrorisme. |
Economie
Libië verdient zijn geld vooral met de verkoop van olie. In de grond onder Libië zitten zo'n 47 miljard vaten olie. Per jaar halen ze zo'n 1,8 miljoen vaten naar boven. Ze verdienen daar per jaar zo'n 10 miljard euro mee. Er zit ook aardgas in de bodem van Libië: zo'n 1,5 biljoen kubieke meter. Per jaar pompen ze 16 miljard kubieke meter omhoog. Europa gebruikt veel van de olie en aardgas uit Libië. Libië werkt samen met andere olielanden in de OPEC.
. De Libische oliesector wordt gedomineerd door het staatsoliebedrijf National Oil Corporation. Er zijn meer dan vijftig oliemaatschappijen actief in het land, waaronder het Italiaanse Eni, het Britse BP, het Amerikaanse ExxonMobil en het Brits-Nederlandse Shell.
Westerse oliemaatschappijen konden jarenlang niet actief zijn in Libië vanwege de VN-sancties. Die werden in 2003 opgeheven nadat Tripoli verantwoordelijkheid nam voor de Lockerbie-aanslag in 1988 en het land de nabestaanden compenseerde. Ook zwoer Libië massavernietigingswapens af.
Libië De Libische overheid krijgt ongeveer 90 procent van haar inkomsten uit de energiesector. Bij de export is olie en gas goed voor 95 procent van de totale inkomsten.
Inwoners Libië telt circa 6,5 miljoen inwoners. Dankzij de grote inkomsten uit de oliesector en het relatief lage aantal inwoners behoort Libië per hoofd van de bevolking tot de rijkste landen van Afrika. Maar de olie-industrie biedt weinig werkgelegenheid en slechts een klein deel van de inkomsten komt bij de burgers terecht.
Werkloos De werkloosheid in Libië bedraagt circa 30 procent en bij de jeugd is 40 tot 50 procent werkloos. Ongeveer een derde van de Libiërs leeft op of onder de armoedegrens en een vijfde van de bevolking is analfabeet.
Handel Grote delen van het land zijn ongeschikt voor landbouw en het land moet ongeveer driekwart van zijn voedsel importeren. Volgens de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek exporteerde Libië in 2009 voor ruim 383 miljoen euro naar Nederland. Libië importeerde dat jaar voor circa 285 miljoen euro vanuit Nederland. Naar Italie gaat 30% van de olie.
In 1986 besloten de VS en de EU tot sanctiemaatregelen tegen Libië. In 1992 volgden sancties van de Verenigde Naties in verband met de Lockerbie aanslag. In 1999 werden de VN sancties opgeschort nadat Libië gehoor had gegeven aan de oproep van de Veiligheidsraad verdachten van de Lockerbie aanslag uit te leveren. Op 12 september 2003 werden alle VN sancties beëindigd nadat Libië zich verantwoordelijk voor het handelen van de veroordeelde Lockerbie aanslagpleger had verklaard, een smartengeldregeling voor nabestaanden van slachtoffers van de Lockerbie aanslag was overeengekomen met de Verenigde Staten en Engeland en terrorisme had afgezworen.
TRIPOLI - De economie van Libië drijft op de olie- en gasindustrie. Het Noord-Afrikaanse land heeft de grootste bewezen oliereserves van Afrika, maar de lokale bevolking merkt daar echter weinig van.
De oliereserves van Libië bedragen circa 47 miljard vaten. Het land produceert dagelijks 1,8 miljoen vaten olie. Daarnaast zit er 1,5 biljoen kubieke meter aardgas in de Libische bodem, waarvan jaarlijks circa 16 miljard kubieke meter wordt opgepompt. Libië is een van de belangrijkste energieleveranciers van Europa. Het land is lid van het oliekartel OPEC.
Staatsbedrijf De Libische oliesector wordt gedomineerd door het staatsoliebedrijf National Oil Corporation. Er zijn meer dan vijftig oliemaatschappijen actief in het land, waaronder het Italiaanse Eni, het Britse BP, het Amerikaanse ExxonMobil en het Brits-Nederlandse Shell.
Vanwege de onrust in Libië halen verscheidene Europese olieconcerns buitenlandse werknemers en hun families weg. Ook andere bedrijven zoals het Oostenrijkse bouwconcern Strabag en het Duitse chemieconcern BASF halen uit voorzorg werknemers weg. Shell houdt de situatie in de gaten en neemt indien nodig maatregelen.
VN-sancties Westerse oliemaatschappijen konden jarenlang niet actief zijn in Libië vanwege de VN-sancties. Die werden in 2003 opgeheven nadat Tripoli verantwoordelijkheid nam voor de Lockerbie-aanslag in 1988 en het land de nabestaanden compenseerde. Ook zwoer Libië massavernietigingswapens af.
De Libische overheid krijgt ongeveer 90 procent van haar inkomsten uit de energiesector. Bij de export is olie en gas goed voor 95 procent van de totale inkomsten.
Rijk land Libië telt circa 6,5 miljoen inwoners. Dankzij de grote inkomsten uit de oliesector en het relatief lage aantal inwoners behoort Libië per hoofd van de bevolking tot de rijkste landen van Afrika. Maar de olie-industrie biedt weinig werkgelegenheid en slechts een klein deel van de inkomsten komt bij de burgers terecht.
De werkloosheid in Libië bedraagt circa 30 procent en bij de jeugd is 40 tot 50 procent werkloos. Ongeveer een derde van de Libiërs leeft op of onder de armoedegrens en een vijfde van de bevolking is analfabeet.
Geen voedsel Grote delen van het land zijn ongeschikt voor landbouw en het land moet ongeveer driekwart van zijn voedsel importeren.
Volgens de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek exporteerde Libië in 2009 voor ruim 383 miljoen euro naar Nederland. Libië importeerde dat jaar voor circa 285 miljoen euro vanuit Nederland.
Sancties
Taal
In Libië spreken ze veel Arabisch. Dat is dan ook de oficiele taal. Maar er wordt natuurlijk ook wel Engels gesproken.
Toerisme
In Libië is amper toerisme. Laat staan dat je er een grote badplaats vind als bijvoorbeeld Torremolinos !
Klimaat
Libië ligt tussen de Middellandse Zee en de Sahara. Dat betekent dat een groot deel van Libië een woestijn is. In een woestijn is het overdag heel heet en 's nachts weer heel koud. Overdag kan het wel dertig tot vijftig graden Celsius worden. De kust van Libië ligt aan de Middellandse Zee. Het klimaat heet daar een mediterraan klimaat.
Voedsel
Typisch voedsel uit Libië is:
- asida,
- bazeen
- usban
Asida eten ze in Arabische landen. Het is gemaakt van tarwemeel, deeg met boter of honing. Het lijkt een beetje op brei of pap. Je eet het met de hand zonder bestek. Het wordt gegeten op feestdagen die te maken hebben met de islam. Bijvoorbeeld tijdens mawlid-an-Nabien het Suikerfeest. Asida wordt ook gegeten tijdens ceremonies (belangrijke gebeurtenissen) die te maken hebben met de geboorte van een baby.
Bazeen wordt gemaakt van gerst. Je eet het tijdens de lunch op vrijdag. Je kunt het eten met verschillende soorten vlees. De gerst meng je met tarwebloem. Het meel kook je in zout water. Je maakt van de deeg een ronde, gladde koepel. Daarover doe je tomatensaus. Om de koepel leg je aardappelen en gekookte eieren.
Usban is worst gemaakt van schapenvlees, rundervlees of kamelenvlees.
Fotogallerij
De vlag van Libië is simpel. Alleen maar groen!
- Libië lokatie.png
Lokatie van Libië
- Tripoli sateliet.jpg
Een satelietfoto van de hoofdstad Tripoli
Landen in Afrika | |||
---|---|---|---|
Algerije · Angola · Benin · Botswana · Burkina Faso · Burundi · Centraal-Afrikaanse Republiek · Comoren · Congo-Brazzaville · Congo-Kinshasa · Djibouti · Egypte · Equatoriaal-Guinea · Eritrea · Eswatini · Ethiopië · Gabon · Gambia · Ghana · Guinee · Guinee-Bissau · Ivoorkust · Kaapverdië · Kameroen · Kenia · Lesotho · Liberia · Libië · Madagaskar · Malawi · Mali · Mauritanië · Mauritius · Marokko · Mozambique · Namibië · Niger · Nigeria · Oeganda · Rwanda · Sao Tomé en Principe · Senegal · Seychellen · Sierra Leone · Somalië · Soedan · Tanzania · Tsjaad · Togo · Tunesië · Zambia · Zimbabwe · Zuid-Afrika · Zuid-Soedan
Afhankelijke gebieden: Mayotte · Réunion · Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha Overige gebieden: Westelijke Sahara |
1. klimaat: wat voor klimaat heeft het land? Is het een zeeklimaat of een landklimaat. Wat betekent dat precies voor het land?
2. Voedsel: wat eten en drinken mensen in het land? Lijkt het eten heel erg op het eten in Nederland? Of is het heel anders? Eten ze net zo laat als in Nederland? En ook drie keer per dag?
3. Geschiedenis: de geschiedenis van een land, provincie of plaats is heel interessant. Je kunt hier zo veel over vertellen. Wanneer is een plaats ontstaan, wie woonden er als eerste, hoe komt de plaats aan zijn naam, waarom heten straatnamen zoals ze heten, zijn er belangrijke families geweest, waren er oorlogen, was de stad altijd al zo groot, …teveel om op te noemen.
4. Economie: waarmee verdienen de mensen hun geld? Is het een klein dorp met veel boerderijen (wat voor boerderijen dan precies)? Of is het een grote stad (met universiteiten en grote winkelcentrums)? Zijn de mensen rijk of arm? Is het geld ook eerlijk verdeeld? Of hebben sommige mensen alles en anderen helemaal niets? Of leven heel veel mensen van het toerisme?
5. Politiek: is één iemand de baas in het land of hebben de mensen het voor het zeggen? Zijn er politieke partijen? Is er een president of een koningshuis? En hoe worden de verkiezingen georganiseerd?
6. Bevolking:Wat voor soort mensen wonen er? Wonen er heel veel verschillende soorten mensen? Leven de mensen vredig naast elkaar? Of kunnen ze niet goed met elkaar opschieten?
7. Geloof: wat geloven de mensen? Zijn het christenen, moslims of hebben ze nog een ander geloof? Zie je ook wat het geloof voor de mensen betekent in het dagelijks leven?
8. Afbeeldingen: gebruik foto’s, of zelfgemaakte tekeningen om te laten zien hoe het land, de provincie of de plaats eruit ziet. Gebruik alleen foto’s die vrij zijn om te gebruiken.
9. Nog meer informatie: Ken je een boek of website dat ook over het onderwerp gaat? Neem die hier dan op.