Arabische Lente: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | [[File:Destroyed neighborhood in Raqqa.png|360px|right| Kapot geschoten huizen in Syrië]] |
||
De '''Arabische Lente''' is een reeks opstanden in de [[Arabische Wereld]], die zijn begonnen in december 2010 in [[Tunesië]]. In veel Arabische landen kwamen mensen in opstand tegen hun leiders, omdat ze vonden dat die te weinig deden tegen de werkloosheid, armoede en [[corruptie]] in de Arabische landen. De meeste Arabische landen waren [[dictatuur|dictaturen]], waar de bevolking geen invloed had op het bestuur en geen kritiek mocht hebben op de regering. De protesten zorgden ervoor dat in 2011 de leiders van [[Tunesië]], [[Egypte]], [[Libië]] en [[Jemen]] werden afgezet; de [[Egypte|Egyptische]] overheid viel maar liefst twee keer. In sommige landen, zoals bijvoorbeeld [[Marokko]], bleef de regering zitten maar kwamen er wel veranderingen in het bestuur. Er waren ook landen waar de regering niets wilde weten van zulke veranderingen: een voorbeeld hiervan is [[Syrië]], waar nu nog steeds een [[Syrische Burgeroorlog|burgeroorlog]] bezig is. |
De '''Arabische Lente''' is een reeks opstanden in de [[Arabische Wereld]], die zijn begonnen in december 2010 in [[Tunesië]]. In veel Arabische landen kwamen mensen in opstand tegen hun leiders, omdat ze vonden dat die te weinig deden tegen de werkloosheid, armoede en [[corruptie]] in de Arabische landen. De meeste Arabische landen waren [[dictatuur|dictaturen]], waar de bevolking geen invloed had op het bestuur en geen kritiek mocht hebben op de regering. De protesten zorgden ervoor dat in 2011 de leiders van [[Tunesië]], [[Egypte]], [[Libië]] en [[Jemen]] werden afgezet; de [[Egypte|Egyptische]] overheid viel maar liefst twee keer. In sommige landen, zoals bijvoorbeeld [[Marokko]], bleef de regering zitten maar kwamen er wel veranderingen in het bestuur. Er waren ook landen waar de regering niets wilde weten van zulke veranderingen: een voorbeeld hiervan is [[Syrië]], waar nu nog steeds een [[Syrische Burgeroorlog|burgeroorlog]] bezig is. |
||
Versie van 8 jan 2024 12:36
De Arabische Lente is een reeks opstanden in de Arabische Wereld, die zijn begonnen in december 2010 in Tunesië. In veel Arabische landen kwamen mensen in opstand tegen hun leiders, omdat ze vonden dat die te weinig deden tegen de werkloosheid, armoede en corruptie in de Arabische landen. De meeste Arabische landen waren dictaturen, waar de bevolking geen invloed had op het bestuur en geen kritiek mocht hebben op de regering. De protesten zorgden ervoor dat in 2011 de leiders van Tunesië, Egypte, Libië en Jemen werden afgezet; de Egyptische overheid viel maar liefst twee keer. In sommige landen, zoals bijvoorbeeld Marokko, bleef de regering zitten maar kwamen er wel veranderingen in het bestuur. Er waren ook landen waar de regering niets wilde weten van zulke veranderingen: een voorbeeld hiervan is Syrië, waar nu nog steeds een burgeroorlog bezig is.
Sinds de Arabische Lente is het in veel Arabische landen onrustig, omdat er na het verdrijven van de oude leiders ruzie ontstond om de macht. In Libië en Syrië is er een burgeroorlog, en in landen als Egypte zijn er gevechten tussen verschillende politieke groepen. Ook terroristische groepen zoals IS hebben in verschillende landen gebied veroverd.
Tunesië
Hier begonnen de protesten op 17 december 2010, in de stad Sidi Bouzid. Een man genaamd Mohammed Bouazizi verkocht op straat groente en fruit om geld te verdienen voor zijn familie, terwijl hij daar geen vergunning voor had. Toen de politie dat ontdekte, werd hij geslagen en werd zijn kar omgegooid. Hierna ging Bouazizi naar het kantoor van de gouverneur om te klagen, maar er werd niet naar hem geluisterd. Hij was nu erg boos op de politie en de overheid, en zag nu geen manier meer om geld te verdienen. Uit protest stak hij zichzelf in brand; hij werd nog naar het ziekenhuis gebracht, maar overleefde het niet.
Toen de inwoners van Sidi Bouzid het nieuws over Bouazizi hoorden, gingen veel mensen de straat op om te protesteren tegen de overheid. De regering zorgde ervoor dat deze protesten niet in het nieuws kwamen, maar via sociale media als Twitter en Facebook kwamen veel mensen het toch te weten. Op 27 december protesteerden duizend mensen in de hoofdstad Tunis; ook in andere steden waren demonstraties. De politie gebruikte vaak geweld tegen de demonstranten, maar daardoor werd de boosheid alleen maar groter. President Zine El Abidine Ben Ali, die al sinds 1987 regeerde, probeerde de protesten te stoppen door politici te ontslaan en meer werk te beloven, maar op 14 januari 2011 moest hij vluchten naar Saoedi-Arabië.
De nieuwe president werd Fouad Mebazaa, die eerst voorzitter was van het parlement. De mensen bleven protesteren, omdat Mebazaa en minister-president Mohammed Ghannouchi bij dezelfde politieke partij hoorden als Ben Ali. Daarom stapten zij op 18 januari uit de partij en kwam er op 27 februari een nieuwe minister-president, Beji Caid Essebsi. Op 9 maart werd de RCD (de partij van Ben Ali) opgeheven. Op 23 oktober werden de eerste vrije verkiezingen gehouden, die werden gewonnen door de islamitische Ennahda-partij. In december werd Moncef Marzouki de president en Hamadi Jebali de minister-president.
Tunesië is het enige Arabische land dat tegenwoordig nog steeds een democratie is.
Egypte
Ook in Egypte waren veel mensen ontevreden over het bewind van president Hosni Moebarak, die sinds 1981 regeerde. De eerste protesten begonnen hier nadat op 1 januari een bomaanslag werd gepleegd op een kerk in Alexandrië. Er vielen toen minimaal 23 dodelijke slachtoffers en vele gewonden. De Kopten (Egyptische christenen) protesteerden tegen de regering, omdat ze vonden dat die te weinig had gedaan om hen te beschermen. Later begonnen ook de Egyptische moslims te protesteren: tussen 17 en 23 januari staken minstens twaalf mensen zichzelf in brand, zoals ook in Tunesië was gebeurd.
De protesten begonnen pas echt op 25 januari. Toen werd de dag van de woede georganiseerd. In de hoofdstad Caïro demonstreerden 15.000 mensen; ook in andere steden gingen mensen de straat op. De politie joeg de menigte uit elkaar met rubberkogels, waterkanonnen en traangas. op deze dag vielen er drie doden: twee demonstranten en één politieagent. De protesten werden steeds massaler en leidden tot het aftreden van president Hosni Mubarak. Later heeft hij zich moeten verantwoorden voor de rechter. Die gaf hem een gevangenisstraf. Mubarak was echter al oud en ziek.
Syrië
Ook in Syrië werd massaal gedemonstreerd tegen de dictatoriale regering. Dit heeft geleid tot een langdurige burgeroorlog. De dictator Assad weigerde om de regering over te laten aan anderen. Hij begon zijn tegenstanders te bestrijden. Het heeft geleid minimaal 380.000 doden en meer dan de helft van de bevolking heeft moeten vluchten voor het geweld. Ook zijn er veel mensen gevlucht naar het buitenland. Vooral Turkije en Libanon hebben veel vluchtelingen opgevangen, enkele miljoenen mensen. Ook zijn veel mensen gevlucht naar Europese landen, zoals Nederland. Ook is er een groot gebied van Syrië in handen geweest van Islamitische Staat, dat vervolgens terroristische acties heeft uitgevoerd op Europese landen. Inmiddels kan Assad worden gezien als overwinnaar, want hij heeft nog steeds de leiding in het land.
Jemen
Ook in Jemen kwam het tot grootscheepse demonstraties. Daar is de dictatoriale leiding afgetreden. De opvolger was echter niet beter. Het gevolg waren opnieuw demonstraties en het begin van een gewapende opstand. Er ontstond opnieuw een Noor- en een Zuid-Jemen. In Noord-Jemen zitten sji-itische moslims en in het zuiden zijn de moslims soenniet. Daardoor begonnen landen als Iran en Saoedi Arabië zich te bemoeien met de oorlog. Hoewel de burgeroorlog nog steeds niet is afgelopen, zijn er ruim 11 miljoen vluchtelingen in het land. Men stat dat het aantal doden al de 250.000 is gepasseerd.