Schaap: verschil tussen versies
Label: Ongedaan maken |
k (niks) |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
}} |
}} |
||
− | + | schapen gaan de wereld overnemen ''(Ovis ariesis)'' een [[zoogdier]]. Schapen zijn hoogstwaarschijnlijk afstammelingen van de wilde [[moeflon]] van [[Europa (continent)| Europa]] en [[Azië]]. Het is een [[Domesticatie|gedomesticeerd]] dier en daarmee een [[boerderij]]dier. Een schaap zegt "Bèêè" en heeft zeg maar een zwaardere stem. Een geit zegt "Mèêèh". |
|
Er zijn allerlei soorten schapen. Naar schatting zijn er 1 miljard schapen op de wereld. |
Er zijn allerlei soorten schapen. Naar schatting zijn er 1 miljard schapen op de wereld. |
||
− | Het schaap wordt overal ter [[wereld]] als [[huisdier]] gehouden en hij eet gras, hooi en korrels. Hij |
+ | Het schaap wordt overal ter [[wereld]] als [[huisdier]] gehouden en hij eet gras, hooi en korrels. Hij eet water, zoals alle dieren. Het mannetje heet een [[Ram (dier)|ram]] en het vrouwtje heet een [[ooi]]. En een schaap dat net geboren is noem je natuurlijk een lammetje. |
==Hoe worden schapen genoemd?== |
==Hoe worden schapen genoemd?== |
Versie van 5 okt 2023 11:55
Schapen Ovis aries | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Europa en Azië | ||
Leefomgeving | Heidegebieden | ||
Behoort tot de | Evenhoevigen | ||
|
schapen gaan de wereld overnemen (Ovis ariesis) een zoogdier. Schapen zijn hoogstwaarschijnlijk afstammelingen van de wilde moeflon van Europa en Azië. Het is een gedomesticeerd dier en daarmee een boerderijdier. Een schaap zegt "Bèêè" en heeft zeg maar een zwaardere stem. Een geit zegt "Mèêèh".
Er zijn allerlei soorten schapen. Naar schatting zijn er 1 miljard schapen op de wereld.
Het schaap wordt overal ter wereld als huisdier gehouden en hij eet gras, hooi en korrels. Hij eet water, zoals alle dieren. Het mannetje heet een ram en het vrouwtje heet een ooi. En een schaap dat net geboren is noem je natuurlijk een lammetje.
Hoe worden schapen genoemd?
- Lam = schaap t/m 1 jr.
- Ram = mannetje
- Ooi = vrouwtje
- Hamel = gecastreerde ram
- Kweeën = tweeslachtig dier, het heeft kenmerken van een ooi en een ram.
De meeste lammetjes worden in het voorjaar geboren.
Na ongeveer zes weken kan een lammetje al voor zichzelf zorgen.
Van een vacht van een schaap komt de wol en daar maken ze truien van . Vroeger waren de oudste schapen heel belangrijk voor de landbouw.
Lammetjes klimmen soms op de rug van hun moeder. Als lammetjes volwassen zijn doen ze dat niet meer.
Sommige schapen zijn bruin, maar de meesten zijn wit. Een mannetjesschaap (ram) heeft grote horens.
Geschiedenis
Vroeger werden schapen heel anders verzorgd dan nu. Vroeger werden de meeste schapen niet geschoren, en als ze wel geschoren werden gebeurde dat met een schapenschaar.
Vroeger werden de schapen nog niet in een wei gehouden. Toen waren er kuddes schapen die bij elkaar bleven. Die kuddes liepen altijd los.
Meestal liep er een herder bij de kuddes. Die herders hadden vaak een of twee honden bij zich.
De honden liepen dan rondjes om de kudde heen, zodat de schapen bij elkaar bleven en niet weg konden lopen.
Zo kwam de kudde meestal compleet thuis maar soms ontsnapte de schapen ook dan waren er vaak lange zoektochten tussen de bomen naar dat schaap.
Tegenwoordig lopen er weer kuddes op de verschillende heidegebieden. Veelal zijn de kuddes eigendom van een natuur of landschapsvereniging, zoals het Goois Natuurreservaat.
Schapen houden de heide kort en eten van grassen, planten en struiken die anders de heide overwoekeren. Ook schaapskooien zijn weer terug van weggeweest. Vroeger waren die ook van belang voor het maken van mest. De schapen worden er 's nachts ondergebracht. De poep van de schapen werd gemengd met stro en ook wel heideplaggen. Soms werd de laag van mest en stro zo dik, dat de schapen met de rug tegen het dak stonden. In het voorjaar werd de mest uit de stal gehaald en op de akkers (de eng) uitgespreid. Deze werkwijze noemen ze een potstal-systeem.
Waarvoor worden ze gebruikt?
Schapen worden niet alleen voor hun wol gebruikt maar soms ook voor hun melk. Een voorbeeld van een soort die goed melk geeft is het Friese melkschaap. Als een schaap geschoren wordt, geeft dit wol af. Het geschoren wol wordt onder andere gebruikt voor kleren. Tegenwoordig wordt de wol ook gebruikt als isolatiemateriaal.
Ook geven ze uiteindelijk vlees. Een bekend voorbeeld van een schaap dat veel vlees levert is de Texelaar.
Naast de Nederlandse rassen zijn er ook andere kruisingen. Dat betekent dat er 2 verschillende soorten schapen samen een nieuw soort schaap leveren. En die lijkt op beide schapen. Hieronder enkele schapenrassen:
Schapen zijn echte zoogdieren ze zijn niet alleen leuk maar ook handig. Je kan er namelijk Schapenmelk van krijgen.
Herder
Mensen die in de bossen of op straat met een kudde schapen lopen noemt men een herder. Ze leven dan ook bij de kuddes. Dan wordt er ook gebruik gemaakt van herdershonden die de kuddes bijeen houden en helpen drijven (driften). Bij sommige dorpen heb je nog altijd de schapendrift als straatnaam. De straat waarlangs de kudde schapen van en naar de heide werd gedreven.
Lammetjes
Meestal zijn ooien (de vrouwtjes) 5 maanden zwanger van hun lam. Als het lam geboren wordt kan het na 15 minuten al staan. Schapen worden ongeveer 8 a 9 jaar oud.
Wol
In de latere lente of vroeg in de zomer worden de schapen geschoren (rond Pinksteren). Bij sommige schaapskooien wordt er een compleet schaapsscheerdersfeest van gemaakt, zoals bij die van het Goois Natuurreservaat. Ouders en kinderen zijn dan van harte welkom om te zien hoe dat gaat. Het klassieke scheren gebeurt met een speciale schapenschaar. Ook wordt er tegenwoordig wel gebruik gemaakt van een scheerapparaat. Hiermee wordt de ruwe wolvacht van het schaap afgeknipt of geschoren.
Soms gebruikt men de wol voor schoenen of kleren. Je kan het ook gebruiken voor kussens. De wol wordt hiervoor tot vilt verwerkt.
Om er woldraad van te maken wordt de vacht eerst gewassen en ontdaan van de vuiligheid en keutels. De plukken haar worden over een soort kam gehaald of gekaard (tussen twee borstels of een kaardmachine). Dan kan de wol worden gesponnen met een spinnewiel. Vroeger (en nu soms nog) werd daarvoor een spintol gebruikt. De draad wordt tijdens het spinnen op een klos of kluts gewonden.
Twee of drie draden vanaf ieder een klos worden in elkaar gedraaid tot een woldraad om mee te kunnen breien. Dit in elkaar draaien heet twijnen. De woldraad wordt eerst als streng bewaard en kan eventueel in een verfbad worden gekleurd. Daarna wordt de draad van de streng opgerold op een bol. De draad kan dan worden gehaakt of gebreid met breinaalden tot een soort lap, waar een trui van wordt gemaakt.
Schaap in nood
Wanneer je een schaap op zijn rug in de wei ziet liggen, dan moet je zo snel mogelijk handelen (als je er bij kunt komen). Door het gewicht van de wol kan dat wel eens gebeuren en daarbij kan het schaap dood gaan. Dat heeft met z'n ingewanden te maken. Draai het dier NOOIT op z'n zij! Ga bij de kop op je hurken zitten en probeer het dier aan de vacht of oksels van de voorpoten omhoog te tillen zodat je het op zijn billen kan zetten (zie foto bij het scheren). Wacht dan even een poosje (kun je zelf ook even op adem komen) en til het dier dan op z'n poten. Indien mogelijk de eigenaar waarschuwen.