Frans Hals: verschil tussen versies
(Frans Hals afgerond) |
|||
Regel 28: | Regel 28: | ||
In 1610 werd Hals lid van het Sint-Lucasgilde en vanaf dat moment mocht hij ook leerling-schilders in dienst nemen. In 1616 reisde hij terug naar [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] om het werk van [[Peter Paul Rubens|Rubens]] en [[Antoon van Dyck]] te bestuderen. Frans Hals diende van 1612 tot 1624 bij de schutterij. In 1616 schilderde hij zijn eerste schuttersstuk en in 1639 zijn laatste. Hals en zijn gezin leefde in armoede. Frans Hals stierf in 1666 en ligt onder het koor begraven in de Grote of St. Bavokerk in [[Haarlem]]. |
In 1610 werd Hals lid van het Sint-Lucasgilde en vanaf dat moment mocht hij ook leerling-schilders in dienst nemen. In 1616 reisde hij terug naar [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] om het werk van [[Peter Paul Rubens|Rubens]] en [[Antoon van Dyck]] te bestuderen. Frans Hals diende van 1612 tot 1624 bij de schutterij. In 1616 schilderde hij zijn eerste schuttersstuk en in 1639 zijn laatste. Hals en zijn gezin leefde in armoede. Frans Hals stierf in 1666 en ligt onder het koor begraven in de Grote of St. Bavokerk in [[Haarlem]]. |
||
− | == |
+ | ==Levendige portretten== |
[[Bestand:WLANL - legalizefreedom - Banket van de officieren van de Cluveniersdoelen, 1627.jpg|miniatuur|400px|''Frans Hals, Banket van de officieren van de Cluveniersdoelen, 1627, een zogenaamd schuttersstuk (Frans Hals Museum, Haarlem)'']] |
[[Bestand:WLANL - legalizefreedom - Banket van de officieren van de Cluveniersdoelen, 1627.jpg|miniatuur|400px|''Frans Hals, Banket van de officieren van de Cluveniersdoelen, 1627, een zogenaamd schuttersstuk (Frans Hals Museum, Haarlem)'']] |
||
− | Hals wordt beschouwd als een van de grote meesters van de zogeheten Hollandse School. Hij schilderde voornamelijk portretten, ook groepsportretten, zoals de zogenaamde schuttersstukken. Zijn werk wordt gekenmerkt door de losse toets, waarmee de figuren op het doek zijn gezet. Vooral de personen in de schuttersstukken lijken wel te leven. Het is net of je een schilderij binnenstapt en meedoet aan het feest, waarmee de geportretteerden bezig zijn. |
+ | Hals wordt beschouwd als een van de grote meesters van de zogeheten Hollandse School. Hij schilderde voornamelijk portretten, ook groepsportretten, zoals de zogenaamde schuttersstukken. Zijn werk wordt gekenmerkt door de losse toets, waarmee de figuren op het doek zijn gezet. Vooral de personen in de schuttersstukken lijken wel te leven. Het is net of je een schilderij binnenstapt en meedoet aan het feest, waarmee de geportretteerden bezig zijn. |
==Portretschilder als beroep== |
==Portretschilder als beroep== |
Versie van 7 jun 2022 12:01
Frans Hals | |
Kopie van een verloren gegaan zelfportret | |
Persoonlijke informatie | |
Volledige naam | Frans Hals |
Land | Spaanse Nederlanden, nu België en Nederland |
Geboortedatum | 1582/1583 |
Geboorteplaats | Antwerpen |
Overleden | 26 augustus 1666 |
Overleden te | Haarlem |
Gehuwd met / relatie |
Anneke Harmensdr. Abeels (1590-1615), Lysbeth Reyniersdr. (1593-1675) |
Carrière | |
Beroep | Kunstschilder |
Bekend van | uitbundige stijl |
Actief | 1582 - 1666 |
Genre(s) | Hollandse school , portretten, gilde- en schutterstukken |
Website | |
https://rkd.nl/nl/explore/artists/35550 | |
---|---|
Portaal Kunst & Cultuur |
Frans Hals was een van de beroemdste Nederlandse schilders uit de Gouden Eeuw. Hij werd geboren tussen 1580 en 1585 (de juiste datum is niet bekend) in Antwerpen en stierf in Haarlem op 10 augustus 1666.
Levensloop
Toen hij een jaar of vier was kwam hij met zijn ouders, die uit Antwerpen gevlucht waren tijdens het beleg van die stad door de Spanjaarden (1584/85), naar Haarlem. Daar bleef hij zijn verdere leven wonen.
Hals is tweemaal getrouwd: rond 1610 met Anneke Harmensdochter en in februari 1617 met Lysbeth Reyniers. Dat laatste huwelijk vond plaats in Spaarndam en een paar dagen later werd zijn dochter Sara geboren. Hals heeft vijftien kinderen laten dopen en hij heeft vijf of zes zonen tot schilder opgeleid.
In 1610 werd Hals lid van het Sint-Lucasgilde en vanaf dat moment mocht hij ook leerling-schilders in dienst nemen. In 1616 reisde hij terug naar Antwerpen om het werk van Rubens en Antoon van Dyck te bestuderen. Frans Hals diende van 1612 tot 1624 bij de schutterij. In 1616 schilderde hij zijn eerste schuttersstuk en in 1639 zijn laatste. Hals en zijn gezin leefde in armoede. Frans Hals stierf in 1666 en ligt onder het koor begraven in de Grote of St. Bavokerk in Haarlem.
Levendige portretten
Hals wordt beschouwd als een van de grote meesters van de zogeheten Hollandse School. Hij schilderde voornamelijk portretten, ook groepsportretten, zoals de zogenaamde schuttersstukken. Zijn werk wordt gekenmerkt door de losse toets, waarmee de figuren op het doek zijn gezet. Vooral de personen in de schuttersstukken lijken wel te leven. Het is net of je een schilderij binnenstapt en meedoet aan het feest, waarmee de geportretteerden bezig zijn.
Portretschilder als beroep
Portretschilder was vroeger een beroep, zoals nu fotograaf. Maar destijds had je nog geen camera's, dus als iemand een portret wilde hebben van zichzelf, dan moest hij er voor poseren. En het moest natuurlijk nog precies lijken ook. Tegenwoordig heb je ook wel portretschilders, heel verdienstelijke zelfs, maar die laten iemand voor de vorm poseren, maken dan een foto en gaan die vervolgens naschilderen. Die zouden het in de tijd van Frans Hals waarschijnlijk niet gered hebben.
Van leerling tot meester
Frans Hals bekwaamde zich in het schildersvak bij Carel van Mander, die ook al voor de Spaanse terreur uit de Zuidelijke Nederlanden was gevlucht. Die had onmiddellijk door dat hij met een uitzonderlijk talent te maken had. In 1610 werd Hals dus lid van het Haarlemse schildersgilde. De vakbond voor kunstschilders zeg maar. Daardoor mocht hij zich als zelfstandig kunstschilder vestigen. Vanaf dan nam hij onder andere zijn jongere broer Dirck Hals, Judith Leyster, Jan Miense Molenaer, Pieter Gerritsz van Roestraeten en Johannis Cornelisz Versponck onder zijn hoede.
De musea
Aan Frans Hals worden ca. 200 schilderijen toegeschreven (zoals het bekende schilderij "Malle Babbe" dat een Haarlemse prostitué uitbeeldt). Van sommige werken wordt betwist of ze van Hals zelf zijn en daarom staat het juiste aantal niet vast. Belangrijke musea over de hele wereld bezitten een of meer werken van hem, de meeste het Rijksmuseum in Amsterdam. In Haarlem is het Frans Hals Museum met onder meer alle vijf de schuttersstukken van de meester.
Galerij
Trivia
Frans Hals heeft in de gulden-tijd afgebeeld gestaan op het 10 gulden biljet. Er staar een standbeeld van hem in het Flevopark in Haarlem. Daar is ook het naar hem genoemde museum.