Karel I van Oostenrijk

Karel Frans Jozef Lodewijk Hubertus George Otto Marie (Persenbeug-Gottsdorf, 17 augustus 1887 - Funchal, Madeira, 1 april 1922) was onder de naam Karel I de laatste keizer van Oostenrijk en onder de naam Karel IV de laatste koning van Hongarije.

Karel was de oudste zoon van Otto Frans van Oostenrijk en Maria Josepha van Saksen. Na de moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk-Este in 1914 werd Karel I kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en in 1916 volgde hij Frans Jozef I van Oostenrijk op. Zo werd hij koning van Hongarije en keizer van Oostenrijk. Karel I is nooit officieel tot vorst gekroond. In 1917 probeerde hij een eind te maken aan de Eerste Wereldoorlog, maar dat lukte niet. Zijn vredesvoorstellen werden niet aangenomen. In 1918 viel Oostenrijk-Hongarije uiteen. Karel probeerde nog koning van Hongarije te worden, maar dat lukte niet. Hij werd verbannen naar Madeira. In 1922 stierf hij aan de gevolgen van een longontsteking. Karel is later door de Rooms-Katholieke Kerk zalig verklaard (iets minder belangrijk dan heilig) voor zijn pogingen om de Eerste Wereldoorlog te beëindigen. Hij werd in 2004 (toen was hij natuurlijk al lang dood) door paus Johannes Paulus II zalig verklaard. Niet iedereen was het hier mee eens. Sommigen zeiden dat Karel had gezegd om gifgas te gebruiken in diezelfde Eerste Wereldoorlog. De bondspresident van Oostenrijk was er dan ook niet bij toen Karel zalig werd verklaard.

In 1911 trouwde Karel met Zita van Bourbon-Parma, hier uit werden 8 kinderen geboren:

• Otto (1912-2011)
• Adelheid (1914-1971)
• Robert (1915-1996)
• Felix (1916-2011)
• Karel Lodewijk (1918-2007)
• Rudolf (1919-2010)
• Charlotte (1921-1989)
• Elisabeth (1922-1993)