Brug: verschil tussen versies
Regel 58: | Regel 58: | ||
==Stevig, stabiel en een beetje flexibel== |
==Stevig, stabiel en een beetje flexibel== |
||
− | Hoe maak je een brug eigenlijk stevig? Een paar voorbeelden zijn pijlers of kabels, zoals bij liggerbruggen of tuibruggen. Maar een brug kan ook anders stevig en stabiel gemaakt worden. Het gaat hier om een ander soort brug: de vakwerkbrug. Men moest vroeger eerst uitvinden welke verbinding het sterkst was om te gebruiken. Ze maakten verbindingen als vierkant- en driehoekconstructies. Zoals je ziet, is de vierhoekconstructie beweegbaar. De driehoekconstructie echter niet |
+ | Hoe maak je een brug eigenlijk stevig? Een paar voorbeelden zijn pijlers of kabels, zoals bij liggerbruggen of tuibruggen. Maar een brug kan ook anders stevig en stabiel gemaakt worden. Het gaat hier om een ander soort brug: de vakwerkbrug. Men moest vroeger eerst uitvinden welke verbinding het sterkst was om te gebruiken. Ze maakten verbindingen als vierkant- en driehoekconstructies. Zoals je ziet, is de vierhoekconstructie beweegbaar. De driehoekconstructie echter niet. Deze is juist vormvast, wat betekent dat de vorm van de driehoek niet kan veranderen. Daarom wordt de driehoeksconstructie dus vaak gebruikt bij het bouwen van onder andere bruggen. |
[[Bestand:Ontwerp vakwerkbrug.jpeg|thumb|right|400px|Vakwerkbrug met driehoekconstructie]] |
[[Bestand:Ontwerp vakwerkbrug.jpeg|thumb|right|400px|Vakwerkbrug met driehoekconstructie]] |
Versie van 24 okt 2018 11:01
Een brug zorgt voor een verbinding tussen twee oevers. Meestal ligt een brug over het water: een sloot, een kanaal, gracht, rivier, meer of zee, maar er kunnen ook bruggen zijn die lopen over ravijnen, steden of wegen. Er zijn veel verschillende soorten bruggen. Je kunt bruggen indelen door te kijken naar de manier waarop ze open gaan.
Een brug die open kan wordt door een brugwachter bediend. Er zijn bruggen die je handmatig kunt openen. Andere bruggen zijn zo groot dat ze je ze niet handmatig kunt openen. Er wordt dan een motor gebruikt. Grote bruggen hebben een aparte ruimte van waaruit de brug bediend wordt. De lichten gaan branden om het verkeer te waarschuwen en spoorbomen gaan dicht zodat niemand meer over de brug kan.
Stukje geschiedenis
De eerste bruggen zijn gemaakt van boomstammen. Men wilde vroeger over een grote sloot heen, maar de andere oever was te ver om te springen. Ze bedachten iets slims. Ze zaagden een boomstam om en legde deze over de rivier tot de top de andere oever had bereikt. Zo liep men voorzichtig naar de overkant en hadden ze zonder het zelf te weten een brug gebouwd.
Liggerbrug
De bekendste brug in Nederland zijn de liggerbruggen. Deze zijn te vergelijken met een plank van de ene oever naar de andere. Vaak worden deze bruggen ondersteund door pijlers, grote pilaren onder de brug om het draagvlak te vergroten. Om kleine afstanden te overbruggen, zijn deze bruggen uitermate geschikt.
Draaibrug
Een draaibrug draait open. De draaibrug klapt dus niet omhoog.
In de meeste bruggen zitten mechanische trillingsdempers die dempen de trillingen.
Boogbrug
De bogen onder de brug zien er niet alleen mooi uit, maar zorgen ervoor dat de draagkracht niet in het midden rust, maar verplaatst wordt naar de zijkanten.
Tuibrug
De mensen wilden nog verder gaan en grote afstanden overbruggen dan ze ooit van te voren hadden gedaan. Er was echter één probleem: de zee werd te diep voor pijlers voor de rondbogen van de boogbruggen. Er werd eerst bedacht om de bogen bovenop de bruggen te zetten, zodat ze geen pijlers hoefden te gebruiken. Dit bleek niet zo stevig te zijn als de mensen gehoopt hadden. Hierna kwam iemand met het idee om kabels tussen het wegdek en de bogen boven de brug te spannen. Dit bleek uiteindelijk uitermate effectief. De bruggen worden tuibruggen genoemd. Later zijn de bogen boven de bruggen vervangen door een enkele pyloon. Deze mast-achtige paal staat onder water op een ondiep stuk, vlakbij de oever. Aan deze pyloon zitten de tuien, de kabels, vast. Aan de andere kant zijn deze kabels verbonden met het wegdek. In het begin dreigde deze pyloon om te vallen, omdat het wegdek te zwaar werd en alle draagkracht te ver naar voren lag. Daarom zijn er kabels aan de achterkant van de pyloon gebonden. Deze kabels lopen door tot onder het wateroppervlak en zitten stevig vast met een groot betonnen blok. Zo is het evenwicht op de grote brug verspreid.
Ophaalbrug
Een ophaalbrug klapt open. Het wegdek wordt opgetild. Deze brug maakt gebruik van een groot gewicht aan de andere kant om het wegdek op te tillen.
Kleine bruggetjes
Over sloten, vijvers vind je vaak kleine bruggetjes die niet open kunnen.
Stevig, stabiel en een beetje flexibel
Hoe maak je een brug eigenlijk stevig? Een paar voorbeelden zijn pijlers of kabels, zoals bij liggerbruggen of tuibruggen. Maar een brug kan ook anders stevig en stabiel gemaakt worden. Het gaat hier om een ander soort brug: de vakwerkbrug. Men moest vroeger eerst uitvinden welke verbinding het sterkst was om te gebruiken. Ze maakten verbindingen als vierkant- en driehoekconstructies. Zoals je ziet, is de vierhoekconstructie beweegbaar. De driehoekconstructie echter niet. Deze is juist vormvast, wat betekent dat de vorm van de driehoek niet kan veranderen. Daarom wordt de driehoeksconstructie dus vaak gebruikt bij het bouwen van onder andere bruggen.