Oog: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 11: Regel 11:
 
2 = Vaatvlies
 
2 = Vaatvlies
 
3 = Kanaal van Schlemm
 
3 = Kanaal van Schlemm
4 = Radix iridis
+
4 = Kamerhoek
 
5 = Hoornvlies
 
5 = Hoornvlies
 
6 = Iris
 
6 = Iris

Versie van 7 nov 2016 21:01

Dit zijn je ogen

Met je ogen kun je zien. Het oog is een van de vijf zintuigen. In het donker wordt je pupil groter en overdag wordt je pupil kleiner. Dat komt doordat er veel licht overdag binnen komt. 's Nachts wordt je pupil groter want dan komt er geen licht meer in. Soms zijn je ogen niet helemaal goed meer. Je ziet dan niet alles meer scherp. Het kan dan zijn dat je een bril moet dragen. Niet alle mensen vinden dat leuk, zij vinden een bril niet mooi. Deze mensen kunnen tegenwoordig kiezen voor contactlenzen.

Bouw van het oog

Het oog bestaat uit veel onderdelen.

De buitenste laag van het oog is het harde oogvlies. Dit vliesje geeft het oog zijn stevigheid. Het harde oogvlies is wit. Aan de voorkant van het oog gaat het harde oogvlies over naar het hoornvlies. Dit deel is doorzichtig. Het hoornvlies heeft een dikte van 0,5 millimeter en is opgebouwd uit vijf lagen.

De bouw van het oog 1 = Harde oogvlies 2 = Vaatvlies 3 = Kanaal van Schlemm 4 = Kamerhoek 5 = Hoornvlies 6 = Iris 7 = Pupil 8 = Voorste oogkamer 9 = Achterste oogkamer 10 = Straallichaam 11 = Lens 12 = Glasachtig lichaam 13 = Netvlies 14 = Zenuwbanen 15 = Zonulavezels
  • Het epitheel: Dit is de buitenste laag. Het epitheel bestaat uit cellen die gemiddeld zeven dagen blijven leven. Na deze zeven dagen is het epitheel helemaal vernieuwd. De cellen vernieuwen zichzelf steeds, zodat het zicht goed blijft.
  • De laag van Bowman: Dit is de dunste laag van het hoornvlies. Deze laag beschermt de derde laag. Als de laag van Bowman beschadigd raakt, dan kan het niet meer herstellen.
  • Het stroma: Dit is de dikste laag. Het stroma zorgt voor de doorzichtigheid en stevigheid van het hoornvlies.
  • Het membraam van Descement: Dit is de ondergrond voor de vijfde laag.
  • Het endotheel: Dit vormt de achterkant van het hoornvlies.

Het hoornvlies is een gedeelte van het oog waar geen bloedvaten zitten. Vandaar dat het hoornvlies op een andere manier aan zijn voedingsstoffen moet komen, anders gaat het hoornvlies kapot. Achter ons hoornvlies bevindt zich kamerwater. In dit water bevinden zich de voedingsstoffen die het hoornvlies nodig heeft. Dit kamerwater is anders dan onze tranen. Als alle voedingsstoffen eruit gehaald zijn, wordt het kamerwater door het vaatvlies naar de bloedvaten gebracht. Het kamerwater zorgt er ook voor dat het oog zijn vorm blijft houden en dat de lens voedingsstoffen krijgt. Het kamerwater wordt in het Straallichaam gemaakt.

De tweede laag van het oog is het vaatvlies. Het vaatvlies bevat veel bloedvaten. Aan de voorkant van het oog gaat het vaatvlies over in de iris. In de iris zitten kleurstoffen waardoor de rode bloedvaten niet zichtbaar zijn.

De derde laag van het oog is het netvlies. In deze laag zitten cellen die seintjes aan de hersenen doorgeven, waardoor je ziet.

In het centrum van het netvlies, recht achter de lens, ligt de gele vlek. Met dit deel van het netvlies zie je het scherpst en zie je kleuren het best.

In het oog zit ook een blinde vlek. Op dat punt zie je niks. Dit komt doordat dit de plek is waar alle zenuwbanen zich bevinden. De zenuwbanen sturen het beeld wat wij zien door naar onze hersenen. Hier kun je een testje doen met de blinde vlek!

De ruimte binnenin het oog is gevuld met een soort gelei. Dit wordt het glasachtig lichaam genoemd.

De pupil is een kleine ronde zwarte opening in de iris. De pupil wordt kleiner wanneer er veel licht is en groter wanneer er weinig licht is.

De lens is één van de belangrijkste onderdelen van het oog. Wanneer je in de verte kijkt is de lens plat. Als je dichtbij kijkt is de lens bol.


Hoe zien wij met het oog?

Bijziend en verziend. A = Zoals iemand normaal kijkt. B = Bijziend. De lens blijft te hol waardoor het beeld vóór je netvlies terecht komt. C = Verdiend. De lens wordt te bol waardoor het beeld achter je netvlies terecht komt.

Je kunt een voorwerp zien omdat er lichtstralen op weerkaatsen. Door het pupil komt het licht naar binnen. De lens zorgt ervoor dat het beeld op het netvlies terecht komt. Het beeld staat dan op z'n kop. Het beeld wordt via de oogzenuw naar je hersenen gestuurd en die zetten het beeld weer rechtop. Het kan gebeuren dat het licht dat in je oog valt niet helemaal netjes door de lens op het netvlies terecht komt. Het kan er dan iets voor terecht komen. Dan ben je bijziend. Dit betekent dat je dichtbij scherp ziet, maar veraf niet. Het helpt dan om een bril met holle lenzen te nemen. Het kan ook zijn dat het licht iets achter het netvlies terecht komt. Dan ben je verziend. Dit betekent dat je veraf scherp ziet, maar dichtbij niet. Dan helpt het om een bril met bolle lenzen te nemen


Tranen

Wij mensen hebben het misschien niet helemaal door, maar wij tranen de hele dag om onze ogen vochtig te houden, anders drogen ze uit. Die tranen noemen wij basale tranen. Basale tranen zorgen voor de voeding en beschermen voor het oog. Daarnaast heb je ook nog reflex tranen, die komen bijvoorbeeld als je uien moet snijden of als je een vuiltje in je oog krijgt. Reflex tranen spoelen je oog weer schoon. En echt huilen doen we met onze emotionele tranen. En alleen mensen hebben emotionele tranen dieren hebben geen emotionele tranen.

De iris en het pupil. De iris is het gekleurde om je oog de iris zit om het het pupil. De iris zorgt ervoor dat de pupil groter en kleiner wordt. Dat gebeurt doordat er allemaal spiertjes in de iris samentrekken als het licht is en dat zorgt ervoor dat de pupil kleiner wordt en als het donker is ontspannen de spiertjes in de iris zich waardoor de pupil groter wordt. De kleur van je iris wordt bepaald door hoeveel pigment er in je iris zit. Als er veel pigment in je iris zit, zorgt het voor bruine ogen en anders zijn ze lichter, bijvoorbeeld groen of blauw. Sommige baby's hebben als ze geboren worden blauwe ogen en krijgen later pas hun eigen oogkleur.


De lens en het netvlies

Aan de rand van de lens in je oog zitten spiertjes die de lens bol en minder bol maken. Als een voorwerp ver weg is, wordt de lens plat om het beeld precies op het netvlies te krijgen. En als het voorwerp dichtbij is, is de lens bol, om het voorwerp precies op het netvlies komt. Het netvlies bestaat uit twee lichtgevoelige cellen. De cellen bestaan uit staafjes en kegeltjes. Elk oog heeft 120 miljoen staafjes en 6 tot 7 miljoen kegeltjes. De staafjes zien alleen maar zwart en wit. Als het donker is, dan zie je alleen de omtrek van iets of iemand. De kegeltjes zorgen ervoor dat je kleuren ziet. Ze zorgen er ook voor, dat je hele kleine voorwerpen precies ziet. Bij het zien/kijken bewegen je ogen, dat komt omdat aan je oogbol drie spiertjes zitten die je oog laten bewegen. Je ogen bewegen altijd hetzelfde.

Externe link

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Oog&oldid=463654"