Wetenschappelijke naam: verschil tussen versies
k (Plaatje vervangen door de versie op Commons) |
(en:Scientific name fr:Nom scientifique translators : https://www.duolingo.com/translation/38ccbe43216e22cbd1100cd85f95071e autors : https://en.vikidia.org/w/index.php?title=Scientific_name&action=history) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[Bestand:Biological classification L Pengo nl omgedraaid.svg|right|Indeling van alle levende wezens.]] |
+ | [[Bestand:Biological classification L Pengo nl omgedraaid.svg|thumb|right|Indeling van alle levende wezens.]] |
+ | [[Bestand:Carolus Linnaeus by Hendrik Hollander 1853.jpg|thumb|right|upright=1.0|Een schilderij van [[Carolus Linnaeus]] in traditionele kleding uit [[Lapland]], gemaakt door [[Hendrick Hollander]] in 1853.]] |
||
⚫ | De '''wetenschappelijke naam''' is een naam die gebruikt wordt om de naam van een dier of plant universeel (dus overal hetzelfde) aan te geven. Deze namen hebben allemaal een vaste opbouw. Deze wetenschappelijke naam heeft als doel dat iedere [[wetenschapper]] de naam kan begrijpen zonder dat hij bijvoorbeeld de namen van alle vogels in het Frans, Duits en Engels moet gaan leren. Niet alle woorden die gebruikt worden in wetenschappelijke namen komen uit het [[Latijn]]. Sommige woorden komen uit het [[Engels]] of zijn de namen van de mensen die de soort ontdekt hebben. |
||
+ | |||
⚫ | De '''wetenschappelijke naam''' of binominale nomenclatuur is een naam die gebruikt wordt om de naam van een dier of plant universeel (dus overal hetzelfde) aan te geven. Deze namen hebben allemaal een vaste opbouw. Deze wetenschappelijke naam heeft als doel dat iedere [[wetenschapper]] de naam kan begrijpen zonder dat hij bijvoorbeeld de namen van alle vogels in het Frans, Duits en Engels moet gaan leren. Niet alle woorden die gebruikt worden in wetenschappelijke namen komen uit het [[Latijn]]. Sommige woorden komen uit het [[Engels]] of zijn de namen van de mensen die de soort ontdekt hebben. |
||
De wetenschappelijke naam wordt gebruikt om alle levende wezens in te delen. Elke [[familie (biologie)|familie]] van planten of elke soort heeft een wetenschappelijke naam. Zelfs de kleinste bacterie of het kleinste [[insect]]. Veel soorten hebben geen Nederlandse naam en zullen altijd met de wetenschappelijke naam benoemd worden. |
De wetenschappelijke naam wordt gebruikt om alle levende wezens in te delen. Elke [[familie (biologie)|familie]] van planten of elke soort heeft een wetenschappelijke naam. Zelfs de kleinste bacterie of het kleinste [[insect]]. Veel soorten hebben geen Nederlandse naam en zullen altijd met de wetenschappelijke naam benoemd worden. |
||
− | ==Naamgeving== |
+ | == Naamgeving == |
De naam van een soort bestaat meestal uit twee delen. De [[wolf]] heet bijvoorbeeld ''Canis lupus''. Het eerste deel van de naam ''Canis'' geeft aan tot welk [[geslacht (biologie)|geslacht]] de wolf behoort. In dit geval dus tot het geslacht ''Canis''. ''Lupis'' geeft aan om welke soort uit het geslacht het gaat. De hond is dan een ondersoort van de wolf met als wetenschappelijke naam ''Canis lupus familiaris''. Een ondersoort ontstaat wanneer planten of dieren afgezonderd van elkaar leven. Deze evolueren dan waardoor ze minder op elkaar lijken. Zijn de verschillen zo groot dat ze zich niet meer met elkaar kunnen voortplanten zijn het aparte soorten. Bij ondersoorten bestaat de naam dus uit drie delen. Het derde deel geeft hier dus aan om welke [[ondersoort]] het gaat. Bij een plant wordt de ondersoort echter opgeschreven met het tussenvoegsel subsp. De wetenschappelijke naam van bijvoorbeeld de [[rossige wilg]], een ondersoort van de [[grauwe wilg]] wordt opgeschreven als ''Salix cinerea'' subsp. ''oleifera''. Het tussenvoegsel subsp. is niet cursief. |
De naam van een soort bestaat meestal uit twee delen. De [[wolf]] heet bijvoorbeeld ''Canis lupus''. Het eerste deel van de naam ''Canis'' geeft aan tot welk [[geslacht (biologie)|geslacht]] de wolf behoort. In dit geval dus tot het geslacht ''Canis''. ''Lupis'' geeft aan om welke soort uit het geslacht het gaat. De hond is dan een ondersoort van de wolf met als wetenschappelijke naam ''Canis lupus familiaris''. Een ondersoort ontstaat wanneer planten of dieren afgezonderd van elkaar leven. Deze evolueren dan waardoor ze minder op elkaar lijken. Zijn de verschillen zo groot dat ze zich niet meer met elkaar kunnen voortplanten zijn het aparte soorten. Bij ondersoorten bestaat de naam dus uit drie delen. Het derde deel geeft hier dus aan om welke [[ondersoort]] het gaat. Bij een plant wordt de ondersoort echter opgeschreven met het tussenvoegsel subsp. De wetenschappelijke naam van bijvoorbeeld de [[rossige wilg]], een ondersoort van de [[grauwe wilg]] wordt opgeschreven als ''Salix cinerea'' subsp. ''oleifera''. Het tussenvoegsel subsp. is niet cursief. |
||
Regel 12: | Regel 14: | ||
De wetenschappelijke naam van familie's, een rijk (zoals het dierenrijk of het plantenrijk), een geslacht etc. bestaat vaak maar uit een woord. De familienaam wordt bij planten soms cursief (schuin) geschreven, maar voor de rest gebeurt dit niet. Alles wat hoger in de rangorde zoals aangegeven op de afbeelding boven geslacht staat wordt niet cursief geschreven. |
De wetenschappelijke naam van familie's, een rijk (zoals het dierenrijk of het plantenrijk), een geslacht etc. bestaat vaak maar uit een woord. De familienaam wordt bij planten soms cursief (schuin) geschreven, maar voor de rest gebeurt dit niet. Alles wat hoger in de rangorde zoals aangegeven op de afbeelding boven geslacht staat wordt niet cursief geschreven. |
||
+ | === Waar namen vandaan komen === |
||
⚫ | |||
+ | De componenten van een naam kunnen van gelijk welke bron afstammen. Vaak zijn het Latijnse woorden, maar het kan ook van het [[Oud-Grieks]] komen, van een locatie, van een persoon, een naam van een lokale taal, enz. |
||
+ | |||
+ | De namen zelf worden altijd grammaticaal behandeld alsof ze een Latijnse zin waren. Daarom wordt de naam van een soort soms zijn 'Latijnse naam' genoemd, maar wetenschappers geven de voorkeur om deze namen wetenschappelijke namen te noemen. |
||
+ | |||
+ | De genusnaam moet uniek zijn binnen elke levenssoort. Soorten indicatoren moeten niet uniek zijn, maar kunnen natuurlijk niet binnen hetzelfde genus tweemaal gebruikt worden. |
||
+ | |||
⚫ | |||
+ | |||
⚫ | De persoon de als eerste de wetenschappelijke naam bedenkt heet de auteur. Elke auteur heeft een eigen [[afkorting]]. Een voorbeeld van z'n afkorting is Tx. wat staat voor Reinhold Tüxen (1899-1980). Reinhold Tüxen was een Duits plantkundige. Sommige van deze auteurs hebben dezelfde afkorting. Dit is dan gewoon toeval. Deze afkortingen worden gebruikt om aan te geven wie de wetenschappelijke naam gepubliceerd heeft. Zo is de naam van de [[schietwilg]] in 1753 opgeschreven door de Zweedse wetenschapper [[Carolus Linnaeus]]. De wetenschappelijke naam wordt dan opgeschreven als ''Salix alba'' L. (1753). De L. is hier de afkorting, 1753 het jaartal waarin de naam gepubliceerd is en ''Salix alba'' is de wetenschappelijke naam van de schietwilg. De auteur en het jaartal worden niet altijd vermeld wanneer de wetenschappelijke naam gebruikt wordt. |
||
+ | |||
⚫ | |||
+ | |||
⚫ | Soms heeft een soort meerdere wetenschappelijke namen. Er is er meestal maar een de juiste. De andere namen worden dan synoniemen genoemd. Normaal gesproken is de oudste naam de geldige. Dit is niet zo wanneer er bijvoorbeeld onderzoek gedaan wordt en blijkt dat de eerste wetenschapper die de soort ontdekt heeft zich vergist heeft. Tegenwoordig kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar het [[DNA]] wat vroeger nog niet kon. In dit soort gevallen is de nieuwe naam dus geldig. Dat mensen opnieuw een naam geven kan ook gebeuren omdat de wetenschapper denkt een nieuwe soort te ontdekken maar iemand anders had hem al eerder ontdekt. Wanneer een nieuwe naam aangenomen wordt voor en soort wordt dit opgeschreven als ''Postia tephroleuca'' (Fr.) Jülich 1982. ''Postia tephroleuca'' is een soort paddenstoel. Fr. is de afkorting van Elias Magnus Fries (1794 – 1878) , een Zweedse deskundige op het gebied van [[paddenstoel]]en. Hij is de wetenschapper die de eerste keer de naam gepubliceerd heeft. Soms zijn er heel veel synoniemen en wordt er gekozen om de afkorting van de persoon die de naam ervoor heeft bedacht te gebruiken. Jülich staat voor Walter Jülich. De persoon die de huidige naam heeft bedacht. Er zijn ook wel eens meerdere namen die geldig zijn maar dat komt dan omdat de wetenschappers het niet met elkaar eens zijn welke naam juist is. |
||
+ | == Geschiedenis == |
||
⚫ | De persoon de als eerste de wetenschappelijke naam bedenkt heet de auteur. Elke auteur heeft een eigen [[afkorting]]. Een voorbeeld van z'n afkorting is Tx. wat staat voor Reinhold Tüxen (1899-1980). Reinhold Tüxen was een Duits plantkundige. Sommige van deze auteurs hebben dezelfde afkorting. Dit is dan gewoon toeval. Deze afkortingen worden gebruikt om aan te geven wie de wetenschappelijke naam gepubliceerd heeft. Zo is de naam van de [[schietwilg]] in 1753 opgeschreven door de Zweedse wetenschapper Carolus Linnaeus. De wetenschappelijke naam wordt dan opgeschreven als ''Salix alba'' L. (1753). De L. is hier de afkorting, 1753 het jaartal waarin de naam gepubliceerd is en ''Salix alba'' is de wetenschappelijke naam van de schietwilg. De auteur en het jaartal worden niet altijd vermeld wanneer de wetenschappelijke naam gebruikt wordt. |
||
+ | De persoon die er voor zorgde dat dit systeem bruikbaar en daardoor populair werd was de Zweedse botanicus en arts Carolus Linnaeus (1707-1778) die probeerde alle dingen in de natuur een naam te geven en die alle soorten (dieren, groenten of mineralen) die hij kende van een tweedelige naam voorzag. Deze manier van naamgeving werd al gebruikt voor Linnaeus, maar voor zijn tijd gebruikte bijna niemand binomiale nomenclatuur. Na Linnaeus deed bijna iedereen het. |
||
⚫ | |||
+ | |||
⚫ | |||
+ | [[en:Scientific name]] |
||
⚫ | Soms heeft een soort meerdere wetenschappelijke namen. Er is er meestal maar een de juiste. De andere namen worden dan synoniemen genoemd. Normaal gesproken is de oudste naam de geldige. Dit is niet zo wanneer er bijvoorbeeld onderzoek gedaan wordt en blijkt dat de eerste wetenschapper die de soort ontdekt heeft zich vergist heeft. Tegenwoordig kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar het [[DNA]] wat vroeger nog niet kon. In dit soort gevallen is de nieuwe naam dus geldig. Dat mensen opnieuw een naam geven kan ook gebeuren omdat de wetenschapper denkt een nieuwe soort te ontdekken maar iemand anders had hem al eerder ontdekt. Wanneer een nieuwe naam aangenomen wordt voor en soort wordt dit opgeschreven als ''Postia tephroleuca'' (Fr.) Jülich 1982. ''Postia tephroleuca'' is een soort paddenstoel. Fr. is de afkorting van Elias Magnus Fries (1794 – 1878) , een Zweedse deskundige op het gebied van [[paddenstoel]]en. Hij is de wetenschapper die de eerste keer de naam gepubliceerd heeft. Soms zijn er heel veel synoniemen en wordt er gekozen om de afkorting van de persoon die de naam ervoor heeft bedacht te gebruiken. Jülich staat voor Walter Jülich. De persoon die de huidige naam heeft bedacht. Er zijn ook wel eens meerdere namen die geldig zijn maar dat komt dan omdat de wetenschappers het niet met elkaar eens zijn welke naam juist is. |
||
+ | [[fr:Nom scientifique]] |
||
⚫ |
Versie van 20 jun 2015 17:15
De wetenschappelijke naam of binominale nomenclatuur is een naam die gebruikt wordt om de naam van een dier of plant universeel (dus overal hetzelfde) aan te geven. Deze namen hebben allemaal een vaste opbouw. Deze wetenschappelijke naam heeft als doel dat iedere wetenschapper de naam kan begrijpen zonder dat hij bijvoorbeeld de namen van alle vogels in het Frans, Duits en Engels moet gaan leren. Niet alle woorden die gebruikt worden in wetenschappelijke namen komen uit het Latijn. Sommige woorden komen uit het Engels of zijn de namen van de mensen die de soort ontdekt hebben.
De wetenschappelijke naam wordt gebruikt om alle levende wezens in te delen. Elke familie van planten of elke soort heeft een wetenschappelijke naam. Zelfs de kleinste bacterie of het kleinste insect. Veel soorten hebben geen Nederlandse naam en zullen altijd met de wetenschappelijke naam benoemd worden.
Naamgeving
De naam van een soort bestaat meestal uit twee delen. De wolf heet bijvoorbeeld Canis lupus. Het eerste deel van de naam Canis geeft aan tot welk geslacht de wolf behoort. In dit geval dus tot het geslacht Canis. Lupis geeft aan om welke soort uit het geslacht het gaat. De hond is dan een ondersoort van de wolf met als wetenschappelijke naam Canis lupus familiaris. Een ondersoort ontstaat wanneer planten of dieren afgezonderd van elkaar leven. Deze evolueren dan waardoor ze minder op elkaar lijken. Zijn de verschillen zo groot dat ze zich niet meer met elkaar kunnen voortplanten zijn het aparte soorten. Bij ondersoorten bestaat de naam dus uit drie delen. Het derde deel geeft hier dus aan om welke ondersoort het gaat. Bij een plant wordt de ondersoort echter opgeschreven met het tussenvoegsel subsp. De wetenschappelijke naam van bijvoorbeeld de rossige wilg, een ondersoort van de grauwe wilg wordt opgeschreven als Salix cinerea subsp. oleifera. Het tussenvoegsel subsp. is niet cursief.
Een naam bestaat niet alleen bij een ondersoort uit drie delen maar ook wanneer het op een cultivar gaat. Een cultivar is een begrip wat gebruikt wordt binnen de biologie. Zowel bij planten als dieren wordt de term cultivar gebruikt, de planten verschillen dan voornamelijk qua uiterlijk van elkaar. Het worden ook wel eens rassen genoemd. Vergelijk het maar met de rassen van appelbomen. Het gaat hier vaak om gekweekte planten zoals bij de tulpen. Er zijn veel soorten bloembollen maar die verschillen genetisch niet allemaal voldoende van elkaar om een eigen soort te zijn of zelfs een ondersoort. De kenmerken verschillen hier dan ook vooral qua uiterlijk. De wetenschappelijke naam van een cultivar wordt anders opgeschreven. De wetenschappelijke naam wordt dan opgeschreven als Tulipa gesneriana 'Elisabeth'. De tulpensoort Tulipa gesneriana is als voorbeeld genomen hier. Deze soort heeft geen Nederlandse naam.
De wetenschappelijke naam van familie's, een rijk (zoals het dierenrijk of het plantenrijk), een geslacht etc. bestaat vaak maar uit een woord. De familienaam wordt bij planten soms cursief (schuin) geschreven, maar voor de rest gebeurt dit niet. Alles wat hoger in de rangorde zoals aangegeven op de afbeelding boven geslacht staat wordt niet cursief geschreven.
Waar namen vandaan komen
De componenten van een naam kunnen van gelijk welke bron afstammen. Vaak zijn het Latijnse woorden, maar het kan ook van het Oud-Grieks komen, van een locatie, van een persoon, een naam van een lokale taal, enz.
De namen zelf worden altijd grammaticaal behandeld alsof ze een Latijnse zin waren. Daarom wordt de naam van een soort soms zijn 'Latijnse naam' genoemd, maar wetenschappers geven de voorkeur om deze namen wetenschappelijke namen te noemen.
De genusnaam moet uniek zijn binnen elke levenssoort. Soorten indicatoren moeten niet uniek zijn, maar kunnen natuurlijk niet binnen hetzelfde genus tweemaal gebruikt worden.
Auteurs
De persoon de als eerste de wetenschappelijke naam bedenkt heet de auteur. Elke auteur heeft een eigen afkorting. Een voorbeeld van z'n afkorting is Tx. wat staat voor Reinhold Tüxen (1899-1980). Reinhold Tüxen was een Duits plantkundige. Sommige van deze auteurs hebben dezelfde afkorting. Dit is dan gewoon toeval. Deze afkortingen worden gebruikt om aan te geven wie de wetenschappelijke naam gepubliceerd heeft. Zo is de naam van de schietwilg in 1753 opgeschreven door de Zweedse wetenschapper Carolus Linnaeus. De wetenschappelijke naam wordt dan opgeschreven als Salix alba L. (1753). De L. is hier de afkorting, 1753 het jaartal waarin de naam gepubliceerd is en Salix alba is de wetenschappelijke naam van de schietwilg. De auteur en het jaartal worden niet altijd vermeld wanneer de wetenschappelijke naam gebruikt wordt.
Synoniemen
Soms heeft een soort meerdere wetenschappelijke namen. Er is er meestal maar een de juiste. De andere namen worden dan synoniemen genoemd. Normaal gesproken is de oudste naam de geldige. Dit is niet zo wanneer er bijvoorbeeld onderzoek gedaan wordt en blijkt dat de eerste wetenschapper die de soort ontdekt heeft zich vergist heeft. Tegenwoordig kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar het DNA wat vroeger nog niet kon. In dit soort gevallen is de nieuwe naam dus geldig. Dat mensen opnieuw een naam geven kan ook gebeuren omdat de wetenschapper denkt een nieuwe soort te ontdekken maar iemand anders had hem al eerder ontdekt. Wanneer een nieuwe naam aangenomen wordt voor en soort wordt dit opgeschreven als Postia tephroleuca (Fr.) Jülich 1982. Postia tephroleuca is een soort paddenstoel. Fr. is de afkorting van Elias Magnus Fries (1794 – 1878) , een Zweedse deskundige op het gebied van paddenstoelen. Hij is de wetenschapper die de eerste keer de naam gepubliceerd heeft. Soms zijn er heel veel synoniemen en wordt er gekozen om de afkorting van de persoon die de naam ervoor heeft bedacht te gebruiken. Jülich staat voor Walter Jülich. De persoon die de huidige naam heeft bedacht. Er zijn ook wel eens meerdere namen die geldig zijn maar dat komt dan omdat de wetenschappers het niet met elkaar eens zijn welke naam juist is.
Geschiedenis
De persoon die er voor zorgde dat dit systeem bruikbaar en daardoor populair werd was de Zweedse botanicus en arts Carolus Linnaeus (1707-1778) die probeerde alle dingen in de natuur een naam te geven en die alle soorten (dieren, groenten of mineralen) die hij kende van een tweedelige naam voorzag. Deze manier van naamgeving werd al gebruikt voor Linnaeus, maar voor zijn tijd gebruikte bijna niemand binomiale nomenclatuur. Na Linnaeus deed bijna iedereen het.