Wilhelmina der Nederlanden: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[image:Wilhelmina.jpg|260px|left]] |
+ | [[image:Wilhelmina.jpg|260px|thumb|left]] |
− | [[image:Wilhelmina .jpg|250px|right]] |
+ | [[image:Wilhelmina .jpg|250px|thumb|right]] |
[[image:Nederland wapen.png|thumb|wapen van Nederland|right|200px]] |
[[image:Nederland wapen.png|thumb|wapen van Nederland|right|200px]] |
||
Koningin '''Wilhelmina Helena Pauline Maria''' ('s-Gravenhage, 31 [[augustus]] 1880 - Paleis Het Loo, 28 [[november]] 1962), was de enige dochter van [[Willem III van Nederland|Koning Willem III]] en [[Emma van Waldeck-Pyrmont|Koningin Emma]] |
Koningin '''Wilhelmina Helena Pauline Maria''' ('s-Gravenhage, 31 [[augustus]] 1880 - Paleis Het Loo, 28 [[november]] 1962), was de enige dochter van [[Willem III van Nederland|Koning Willem III]] en [[Emma van Waldeck-Pyrmont|Koningin Emma]] |
Versie van 6 jul 2012 12:00
Koningin Wilhelmina Helena Pauline Maria ('s-Gravenhage, 31 augustus 1880 - Paleis Het Loo, 28 november 1962), was de enige dochter van Koning Willem III en Koningin Emma
Ze was een Prinses van Oranje-Nassau en een Hertogin van Meckelenburg. Wilhelmina werd door het overlijden van haar halfbroer Alexander op 21 juni 1884 troonopvolgster en door de dood van haar vader op 23 november 1890, op 10-jarige leeftijd, koningin.
Zolang ze minderjarig was, oefende haar moeder Emma als regentes haar functies uit. Op 6 september 1898 werd zij ingehuldigd in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Op 7 februari 1901 trouwde ze met Hertog Heinrich van Mecklenburg-Schwerin. Samen kregen ze een dochter:
Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina (30 april 1909)
Haar precieze invloed op de regeringspolitiek is moeilijk vaststellen. Het staat wel vast dat zij in het verkeer met haar ministers doorgaans verre van meegaand was. Ook heeft zij door een categorische weigering de regeringspolitiek soms beïnvloed, onder andere in 1918, toen zij het door het kabinet gewenste ontslag van opperbevelhebber Snijders tegenhield en in 1924, toen zij minister Van Karnebeek het aanknopen van diplomatieke betrekkingen met de Sovjet-Unie belette.
In de jaren twintig, toen op de defensie sterk bezuinigd werd, heeft zij enige malen aan aftreden gedacht.
In het volgend decennium deed de onmacht van de achtereenvolgende kabinetten-Colijn tot het terugdringen van de massale werkloosheid haar hetzelfde overwegen.
Sinds de opgang van Adolf Hitler in Duitsland leefde zij in de overtuiging dat een nieuwe wereldoorlog onvermijdelijk was en dat Nederland daarin betrokken zou worden.
Buiten de ministers om liet zij zich door militaire attachés bij de Nederlandse ambassades op de hoogte houden van Hitlers oorlogstoebereidselen.
In 1938-1939 verloor zij allengs alle vertrouwen in haar raadslieden én in luitenant-generaal Reynders, chef van de generale staf, later opperbevelhebber.
Op haar aandringen werd deze in februari 1940 vervangen door generaal Henri Gerard Winkelman.
Na de Duitse inval op 10 mei 1940 verliet zij op 13 mei 1940 op advies van Winkelman met tegenzin het land. In Londen gevestigd, herstelde zij zich snel. Verontwaardigd over het defaitistisch gedrag van minister-president De Geer, dreef zij diens ontslag door. Haar positie jegens het onder het presidium van Gerbrandy gereconstrueerde kabinet werd door het wegvallen van de verantwoordelijkheid tegenover de Staten-Generaal aanzienlijk sterker dan zij in het vaderland ooit geweest was. Zij alleen bepaalde het krediet dat de Nederlandse regering bij de Britse genoot, terwijl zij door haar in radiotoespraken uitgedragen onwankelbaar geloof in de zege op de Duitsers de grote steunpilaar van het verzet werd.
De inhoud die Wilhelmina in Londen aan het koningschap kon geven, lag in de lijn van haar opvattingen omtrent de monarchie.
Zij wilde deze, bij het herstel ervan na de wereldoorlog, van haar 'symboolfunctie' - inherent aan de constitutionele monarchie - ontdoen.
Naast een versobering van het koningschap (geen rijke paleizen of prinsjesdag) wenste zij een versterking van de koninklijke macht, bijvoorbeeld door het staatshoofd leider van de ministers te maken en persoonlijke invloed te geven op benoeming en ontslag van ministers.
Na haar terugkeer naar Nederland (13 maart 1945) maakte zich dan ook spoedig een gevoel van teleurstelling van haar meester, zoals blijkt uit haar autobiografisch werk Eenzaam, maar niet alleen (1959). Deze teleurstelling heeft vermoedelijk - naast bitterheid over de snelheid waarmee de band met Nederlands-Indië werd doorgesneden en het besef van ouderdomsgebreken - haar aftreden bevorderd.
Wilhelmina regeerde een halve eeuw, op 4 september 1948 deed ze afstand van de troon en volgde haar dochter Juliana haar op als Koningin.
Koninkrijk Holland: Lodewijk I · Lodewijk II · Hortense (regentes) |