Lijst van uitdrukkingen en gezegden A-E: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
k (→[[blauw]]) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Spreekwoorden}} |
{{Spreekwoorden}} |
||
+ | {{Weg|Copy}} |
||
− | |||
=== aambeeld === |
=== aambeeld === |
||
::'''Altijd op hetzelfde aambeeld slaan.''' |
::'''Altijd op hetzelfde aambeeld slaan.''' |
Versie van 16 okt 2009 17:12
|
|
Iemand wil deze pagina laten verwijderen om de volgende reden: Copy. Een moderator zal hierover beslissen. Als je het artikel verbetert, mag het misschien blijven staan. |
Dit artikel wordt waarschijnlijk verwijderd. Reden: Copy |
aambeeld
- Altijd op hetzelfde aambeeld slaan.
- Steeds weer op hetzelfde onderwerp terugkomen.
aap
- Aap wat heb je mooie jongen.
- Sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets.
- Nu komt de aap uit de mouw.
- Nu blijkt wat werkelijk de bedoeling was.
- In de aap gelogeerd zijn
- In een vervelende positie terechtgekomen. De aap was een zeil, soms moesten gasten aan boord er genoegen mee nemen als beddegoed
- Voor aap staan
- In het openbaar belachelijk zijn.
agenda
- Een verborgen agenda hebben
- Een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband.
apegapen
- Op apegapen liggen.
- Zeer vermoeid zijn.
appel
- De appel van zijn oog.
- Een zeer geliefd kind.
- Een appeltje voor de dorst
- Een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen
- Voor een appel en een ei
- Bijzonder goedkoop
- Appels met peren vergelijken
- Verkeerde conclusies trekken door zaken te vergelijken die niets met elkaar te maken hebben
- Hij heeft een appeltje met hem te schillen.
- Hij moet nog iets afrekenen met hem.
- Door de zure appel bijten.
- Een onaangenaam karwei opknappen.
- Appelen voor citroenen verkopen.
- Oplichten, bedriegen
arbeid
- Een sysifus-arbeid
- Een zware, onmogelijke, zinloze taak
arm
- De sterke arm
- Met gepast geweld optredende overheidsorganisatie, bijvoorbeeld politie of justitie
badwater
- Het kind met het badwater weggooien
- Verkeerde maatregelen nemen om ongewenste zaken te bestrijden, zodat juist datgene verloren gaat wat het meest waardevol is.
- Herkomst: In de tijd dat het water nog uit de put kwam en het gezin een bad nam in de teil, waren de ouders het eerst aan de beurt en daarna de kinderen, de oudste eerst. Tegen de tijd dat de baby aan de beurt was, was het water zo vuil dat men de baby niet zou kunnen zien als die ondergedompeld zou zijn!
ballon
- Een proefballonnetje oplaten
- Een voorstel doen om er achter te komen hoe men er op zal reageren. (Met de bedoeling het terug te trekken bij te veel tegenstand, en door te zetten als anderen ermee instemmen).
band
- Uit de band springen
- Uitbundig plezier maken, zonder rekening te houden met de regels van orde en fatsoen.
been
- Er geen been in zien
- Geen bezwaar onderkennen
- Het been stijf houden
- Niet toegeven.
- De benen nemen
- Er vandoor gaan
- Met de benenwagen
- Te voet
- Tegen het zere been schoppen
- Een pijnlijke opmerking maken over iets wat gevoelig ligt.
- zijn beste beentje voorzetten
- het zo goed mogelijk doen.
beetje
- Alle beetjes helpen.
- Ook een kleine bijdrage is van nut
- Alle kleine details voegen iets toe aan het geheel.
bepakt
- Bepakt en bezakt
- Klaar staan met bagage
bericht
- Geen bericht is goed bericht.
- Als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt.
beurs
- Beurs op de knip; ook: Hand op de knip
- Geen geld (meer) uitgeven.
bewaren
- Wie wat bewaart, die heeft wat.
biet
- Ik snap er geen biet van.
- Ik snap er niets van.
biezen
- De biezen pakken.
- Vertrekken, de biezen zijn een dubbele mand van vlechtwerk, gebruikt als koffer
blad
- In een goed blaadje proberen te komen
- Een goede reputatie proberen te verkrijgen bij de machthebbers
- Geen blad voor de mond nemen
- Spreken zonder er bij na te denken; alles er maar uitslaan.
blauw
- Het maar blauw blauw laten.
- Er verder maar niet over spreken
- Een blauwtje lopen
- Afgewezen worden (in de liefde)
- Een blauwe maandag
- Een extreem korte periode (bijvoorbeeld ergens gewoond hebben of in dienst geweest zijn)
- Iemand bont en blauw slaan/Bont en blauw geslagen worden
- Iemand heel hard slaan/Heel hard geslagen worden)
bloem
- De bloemetjes buiten zetten.
- Eens flink er op los feesten
bloot
- Bloot slaat dood.
- Term uit kinderspel bij het aftikken.
bocht
- Kort door de bocht
- Voorbarig, nuanceringen negerend. Voorbeeld:"De bewering dat fractiediscipline de democratie om zeep helpt is misschien wat te kort door de bocht."
- Zich in bochten wringen
- Op onnatuurlijke manier een moeilijkheid oplossen of zich ergens uitpraten.
boek
- Goed te boek staan
- Een goede reputatie hebben
- Volgens het boekje
- Overeenkomstig de theorie of overeenkomstig de voorschriften
- Over iemand een boekje opendoen
- Informatie over iemand geven, waarvan diegene niet wil dat het bekend wordt.
- Buiten zijn boekje gaan.
- Zich bemoeien met iets wat hem niet aangaat.
- In het verdomboekje staan
- Slecht aangeschreven staan; buitengesloten worden
- Hij is een open boek voor mij
- Ik doorzie zijn karakter volledig.
- In het verdomhoekje terecht komen
- Van alle kanten kritiek krijgen
boer
- De boer op gaan
- Bij de klanten langsgaan. Hiervan ook: in bredere kring presenteren. Van venters, die van boerderij naar boerderij gaan.
- Goed boeren / goed geboerd hebben
- Succesvol geweest zijn, vooral financieel
- Lachen als een boer die kiespijn heeft
- Zuurzoet lachen
bok
- Een bok schieten
- een fout (flater) begaan
bokkepruik
- De bokkepruik op hebben
- Slecht gehumeurd zijn
boom
- Een boom opzetten
- Een informele discussie starten.
- Door de bomen het bos niet meer zien
- Door alle details het overzicht verliezen.
- De kat uit de boom kijken
- Een afwachtende houding aannemen
boon
- Boontje komt om zijn loontje.
- De narigheid die hem nu overkomt, is het gevolg van zijn eigen wandaden.
- Voor spek en bonen meedoen.
- Wel mee doen met een spel of iets dergelijks, maar nooit kunnen winnen of verliezen.
hoge bomen vangen veel wind. over bekende mensen wordt veel gepraat.
bord
- Met een bord voor de kop lopen
- Niet voor andere omstandigheden of zienswijzen open staan.
borst
- Maak je borst maar nat.
- Bereid je voor op een zware klus (of op veel tegenstand).
- Zichzelf op de borst slaan
- Duidelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is
bos
- Door de bomen het bos niet meer zien
- Door een veelheid aan detail-informatie het zicht op het grote geheel kwijtraken
bot
- Bot vangen
- Geen resultaat boeken
boter
- Boter bij de vis
- Prompte betaling; vergoeding zonder uitstel.
- Wie boter op het hoofd heeft, moet uit de zon blijven.
- Je moet anderen niet iets verwijten, als je het zelf niet goed doet.
- Boter op het hoofd hebben
- Hypocriet zijn. Zelf mede verantwoordelijk zijn voor iets wat men anderen verwijt.
- Botertje aan de boom
- Een voorspoedige toestand; alles even mooi en goed (van: "Boter(tje) tot de boôm (bodem)")
- Het botert niet tussen hen
- Ze kunnen niet goed met elkaar over weg.
boterham
- Het op je boterham krijgen
- Een stevig standje incasseren.
bovenkamer
- Er mankeert iets in zijn bovenkamer.
- Hij is niet goed bij zijn verstand.
brandschoon
- Niet brandschoon zijn
- Dingen misdaan hebben
breien
- Ergens een eind/punt aan breien
- Snel tot een afsluiting komen (bijvoorbeeld van een toespraak)
broek
- Bij die twee heeft zij de broek aan
- Bij dat echtpaar neemt de vrouw de meeste beslissingen.
- Zij hebben een te grote broek aangetrokken.
- Die organisatie heeft een doel op zich genomen waarvoor ze niet de benodigde capaciteiten, financiële middelen en/of invloed hebben.
brood
- Zoete broodjes bakken
- Dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed.
- Als warme/hete broodjes over de toonbank gaan.
- Zeer goed verkopen
- Er geen (brood/)kaas van gegeten hebben
- Er geen ervaring mee hebben; er niet competent voor zijn.
- Het eet geen brood
- Het kost niets om het te bewaren, behoeft geen onderhoud.
- Broodnodig
- Onmisbaar
Brugman
- Hij kan praten als Brugman
- Hij kan makkelijk met veel woorden een min of meer overtuigend verhaal afsteken.
bruintje
- Dat kan Bruintje niet trekken.
- Dat kunnen we ons niet veroorloven. (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden)
buik
- Ergens de buik vol van hebben
- Iets zoveel meegemaakt hebben dat men er een afkeer van gekregen heeft
- Plat op de buik gaan
- Aan iemand toegeven, zich overleveren
bus
- Het klopt als een bus
- Die bewering of berekening is geheel correct
Er is sprake van een contaminatie in dit geval. er zijn twee gezegden die onderscheiden moeten worden. namelijk iets klopt als een zweer aan de vinger of iets sluit als een bus. met beide als betekenis, die bewering of berekening is geheel correct.
buskruit
- Hij heeft het buskruit niet uitgevonden.
- Hij is niet erg snugger.
cent
- Geen rooie cent waard
- Waardeloos
chemie
- Tussen die twee was er geen chemie
- Die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken.
contramine
- In de contramine zijn
- Overal bezwaar tegen maken.
dak
- Je kan het dak op.
- Jouw wens wordt niet gehonoreerd.
dans
- De dans ontspringen
- Het noodlot ontlopen.
deur
- Dát doet de deur dicht
- Dát accepteer ik niet.
- Een open deur intrappen
- Een stelling verkondigen, waarover iedereen het al eens is. Het voor-de-hand-liggende uitspreken.
- Met de deur in huis vallen.
- Zonder omhaal van woorden meteen to-the point komen.
- Niet met iemand door één deur kunnen
- Niet met iemand kunnen samenwerken (door verschillen in persoonlijkheid.)
- Zo zat als een deur
- Helemaal bezopen zijn.
- Zo gek als een deur
- Stapelgek.
- Iemand de deur wijzen
- Iemand wegsturen.
- Voor de roode deur moeten gaan
- Voor het gerecht komen.
diep
- In het diepe gegooid worden
- In een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden.
- Te diep in het glaasje kijken
- Zichzelf bedrinken
doekje
- Een doekje voor het bloeden
- Een inadequate maatregel.
- Er geen doekjes om winden.
- Zonder iemand te ontzien de ernst van de zaak bespreken.
doel
- Het doel heiligt de middelen.
- Een op zichzelf verwerpelijke methode wordt gerechtvaardigd door het goede doel dat ermee bereikt wordt.
dominee
- Er komt een dominee voorbij.
- Er valt een plotselinge stilte in een rumoerig gezelschap. (Ontstaan door het gebruik in vissersplaatsen dat de dominee de familie op de hoogte moest stellen van een bericht van overlijden of vermissing bij een schipbreuk).
donderen
- Kijken alsof men het in Keulen hoort donderen
- Zeer verbaasd kijken
- Als een donderslag bij heldere hemel
- Een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt
doopceel
- Iemands doopceel lichten
- Gedetailleerde informatie over iemands leven inwinnen.
draad
- De draad kwijt zijn
- De loop van het verhaal niet meer kunnen volgen
- De rode draad (in een verhaal of betoog)
- Het centrale thema, hetgene waar steeds weer op wordt teruggegrepen
- Aan een zijden draadje hangen
- De kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig
- Tot op de draad versleten
- Helemaal versleten
drol
- Het interesseert me geen drol
- Het interesseert me niets
- Er geen drol van begrijpen
- Ergens niets van begrijpen
druppel
- Dat is de druppel die de emmer doet overlopen
- Dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd.
dubbeltje
- Ieder dubbeltje om moeten draaien
- Zo weinig geld hebben, dat voor elke uitgave bedacht moet worden of die wel verantwoord is.
- Ieder dubbeltje drie keer omdraaien
- Zo gehecht zijn aan geld dat men aarzelt bij iedere uitgave.
- Een dubbeltje op zijn kant.
- Een situatie die goed of fout kan aflopen; een hachelijke situatie.
- Voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten
- Tegen minimale kosten maximaal voordeel verlangen
duim
- Uit zijn duim gezogen.
- Gefantaseerd
- Iemand onder de duim houden.
- Iemand in je macht hebben
duit
- Een duit in het zakje doen.
- Een kleine bijdrage leveren. Historisch de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk.
dweilen
- Dweilen met de kraan open
- Geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken.
dijk
- Een dijk van een baan
- Een geweldige baan.
eend
- Een vreemde eend in de bijt
- Een vreemd exemplaar in de groep. (Een bijt is een opening in het ijs).
eerst
- Wie het eerste komt, het eerste maalt.
- Het (product of iets anders) wordt gegeven aan de eerste die er om vraagt.
ei
- Dat zal hem geen windeieren hebben gelegd.
- Daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben.
- Eieren voor zijn geld kiezen.
- Zijn oorspronkelijke standpunt of voornemen loslaten vanwege de consequenties. Een beperkte nederlaag accepteren om de kans op een groter verlies uit te sluiten.
- Voor een appel en een ei.
- Zeer goedkoop.
- Je ei niet kwijt kunnen.
- Niet de bijdrage kunnen leveren die je zou willen.
- Het was een eitje.
- Het was heel gemakkelijk.
eind
- Aan het kortste eind trekken
- Een vervelende taak of positie toegewezen krijgen. (Afgeleid van het gebruik om te loten door een strootje te trekken uit een verzameling strootjes van verschillende lengte. Degene die het kortste eindje trekt, moet het opknappen.)
- De eindjes aan elkaar moeten knopen
- Moeite moeten doen om de noodzakelijke uitgaven te kunnen doen met de beschikbare financiën. Letterlijk: Een lijn moeten maken door aanwezige kortere lijnen aan elkaar te knopen.
elleboog
- Het achter de ellebogen hebben
- Achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien.
- Oude methode van bedrog. Voorbeeld: Een el (lengtemaat van de hand tot de oksel) touw wordt stiekem te kort afgemeten vlak achter de elleboog.
- Ellebogenwerk
- Succes boeken door op slinkse wijze van anderen misbruik te maken.