Mei (gedicht): verschil tussen versies
(→Invloed: Overigens was dat de exacte avond van de Uil van Minerva-speech.) |
|||
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | |||
[[File:HermanGorter.jpg|right|300px|thumb|Een portret van Herman Gorter uit 1884]] | [[File:HermanGorter.jpg|right|300px|thumb|Een portret van Herman Gorter uit 1884]] | ||
'''Mei''' is een beroemd [[gedicht]] van de [[Nederland]]se dichter [[Herman Gorter]]. Gorter schreef het gedicht tussen 1887 en 1888. ''Mei'' heeft maar liefst 4.381 [[versregel]]s, waarin Gorter zijn liefde aan de [[mei]]maand en de Nederlandse natuur verklaart. Het gedicht is beroemd vanwege zijn allereerste regel: ''Een nieuwe lente en een nieuw geluid''. | '''Mei''' is een beroemd [[gedicht]] van de [[Nederland]]se dichter [[Herman Gorter]]. Gorter schreef het gedicht tussen 1887 en 1888. ''Mei'' heeft maar liefst 4.381 [[versregel]]s, waarin Gorter zijn liefde aan de [[mei]]maand en de Nederlandse natuur verklaart. Het gedicht is beroemd vanwege zijn allereerste regel: ''Een nieuwe lente en een nieuw geluid''. | ||
− | Het gedicht vertelt het verhaal van de jonge Mei (een [[personificatie]] van de meimaand), die na de dood van haar zus (April) uit de zee wordt geboren en aan land komt. Zij ontmoet verschillende mensen en mythologische wezens. Uiteindelijk ontmoet Mei de | + | Het gedicht vertelt het verhaal van de jonge Mei (een [[personificatie]] van de meimaand), die na de dood van haar zus (April) uit de zee wordt geboren en aan land komt. Zij ontmoet verschillende mensen en mythologische wezens. Uiteindelijk ontmoet Mei de dichter. Zij bezoeken samen het Nederlands landschap. Uiteindelijk ontmoet zij ook de jonge god [[Balder]] op wie zij verliefd wordt. In het gedicht maakt Gorter verschillende vergelijkingen, gebruikt hij [[beeldspraak]] en heeft zijn eigen ideeën over [[ritme]] en [[rijm]]. Met ''Mei'' nam Gorter afstand van de dichtregels van vorige literaire stromingen. |
''Mei'' is een typisch voorbeeld van de [[poëzie]] van de [[Tachtigers]]. In het gedicht komen thema's als liefde voor de natuur, [[melancholie]] en [[emotie]] voor. | ''Mei'' is een typisch voorbeeld van de [[poëzie]] van de [[Tachtigers]]. In het gedicht komen thema's als liefde voor de natuur, [[melancholie]] en [[emotie]] voor. | ||
Regel 23: | Regel 22: | ||
==Samenvatting== | ==Samenvatting== | ||
{{Verhaal}} | {{Verhaal}} | ||
− | De dichter begint aan zijn gedicht aan het begin van de maand mei. De jonge vrouw Mei wordt uit de golven van de zee en komt aan land. Haar zus, April, is zojuist gestorven en Mei draagt de bloemen van | + | De dichter begint aan zijn gedicht aan het begin van de maand mei. De jonge vrouw Mei wordt uit de golven van de zee en komt aan land. Haar zus, April, is zojuist gestorven en Mei draagt de bloemen van April in haar haren. De dichter beschrijft de schoonheid van Mei. Nadat Mei afscheid neemt van haar zus, begint zij haar lange tocht over de duinen, door de bossen en de weilanden. Onderweg ontmoet zij allerlei mensen en mythische figuren, zoals [[sater]]s. Uiteindelijk komt zij aan in een stadje, waar zij de dichter ontmoet. De dichter en Mei trekken samen door het landschap. Als de avond valt, keert de dichter weer terug naar de stad. Mei blijft achter, maar wordt beschermd door twaalf ridders. |
+ | |||
+ | In het tweede deel wordt Mei verliefd op de jonge, knappe god [[Balder]]. Hij trekt alleen door het landschap en zingt liederen. Mei heeft niet de kans hem te ontmoeten. Nadat zijn lied afgelopen is, vertrekt hij weer. Mei wordt verdrietig en de Maan (haar moeder) probeert haar te troosten. De volgende ochtend probeert zij Balder te zoeken. Ze trekt naar het noorden, waar ze [[Wodan]] en andere goden ontmoet. De goden weten niet waar Balder is, maar Idoena (die denkt dat hij dood was) breekt in tranen uit. De goden zijn blij om te weten dat Balder nog leeft. Mei gat verder met haar zoektocht en vindt uiteindelijk Balder. Balder onthult aan Mei dat hij blind is, waardoor hij haar nooit gezien heeft. Balder vertelt echter dat hij alleen leeft voor de muziek. De muziek is zijn enige liefde en in zijn ziel is hij een god. Mei weet daarom dat Balder nooit van haar kan houden. Mei zinkt hierdoor terug in de aarde. | ||
+ | |||
+ | In het derde deel keert Mei terug in Holland. Haar hart is gebroken door Balder. De dichter besluit haar laatste dagen met Mei door te brengen. Ze zwerven door het Hollands landschap, maar de Nederlandse natuur is veranderd. De natuur is niet meer vrij zoals vroeger, maar verdrongen door de steden. Het derde deel beschrijft dan ook de natuur in de stad. Hoewel Mei verzwakt is, is zij nog steeds mooi. Ze spendeert haar tijd in het donkere huis van de dichter, dat in haar aanwezigheid wordt verlicht. Op de laatste dag van de maand sterft Mei en de dichter begraaft haar op het strand. Ze wordt opgevolgd door haar zus, Juni. | ||
==Achtergrondinformatie== | ==Achtergrondinformatie== | ||
Regel 47: | Regel 50: | ||
Je ziet dat Gorter ontzettend lange zinnen maakt. Die zinnen worden in verschillende regels afgebroken ([[enjambement]]). Bijvoorbeeld: De eerste vier regels uit het bovenstaande voorbeeld vormen één zin. Later in het gedicht staan nog langere zinnen met enjambement. Het enjambement kan soms enige verwarring veroorzaken voor lezers die dat niet gewend zijn. Een voorbeeld hiervan is regel 9 en 10 uit het voorbeeld. De afbreking vindt immers plaats tussen "avondmaal" en "nam". "Zijn avondmaal nemen" hoort echter bij elkaar en betekent avondeten of dineren. Gorter speelt af en toe ook met de volgorde van de zinnen. Hierdoor kunnen zij onnatuurlijk klinken, maar blijft de rijm wel behouden. | Je ziet dat Gorter ontzettend lange zinnen maakt. Die zinnen worden in verschillende regels afgebroken ([[enjambement]]). Bijvoorbeeld: De eerste vier regels uit het bovenstaande voorbeeld vormen één zin. Later in het gedicht staan nog langere zinnen met enjambement. Het enjambement kan soms enige verwarring veroorzaken voor lezers die dat niet gewend zijn. Een voorbeeld hiervan is regel 9 en 10 uit het voorbeeld. De afbreking vindt immers plaats tussen "avondmaal" en "nam". "Zijn avondmaal nemen" hoort echter bij elkaar en betekent avondeten of dineren. Gorter speelt af en toe ook met de volgorde van de zinnen. Hierdoor kunnen zij onnatuurlijk klinken, maar blijft de rijm wel behouden. | ||
− | Een andere techniek die Gorter veel gebruikt zijn homerische vergelijkingen. Een homerische vergelijking is een vergelijking met het woordje "als". De eerste regel van het voorbeeld is hier een voorbeeld van: "Dan blies een jongen als een orgelpijp". Gorter gebruikt die vergelijkingen om details te vertellen. Hij koppelt die vergelijking aan een bepaald [[zintuig]] (voelen, horen, zien, proeven of ruiken). In plaats van te vertellen hoe de jongen klonk door een beoordelingswoord, schetst hij een beeld door middel van een vergelijking. | + | Een andere techniek die Gorter veel gebruikt zijn homerische vergelijkingen. Een homerische vergelijking is een vergelijking met het woordje "als" of "zoals". De eerste regel van het voorbeeld is hier een voorbeeld van: "Dan blies een jongen als een orgelpijp". Gorter gebruikt die vergelijkingen om details te vertellen. Hij koppelt die vergelijking aan een bepaald [[zintuig]] (voelen, horen, zien, proeven of ruiken). In plaats van te vertellen hoe de jongen klonk door een beoordelingswoord, schetst hij een beeld door middel van een vergelijking. |
===Mythologische verwijzingen=== | ===Mythologische verwijzingen=== | ||
Hieronder een lijst van de mythologische verwijzingen in ''Mei''. De lijst staat in de volgorde waarin zij genoemd worden: | Hieronder een lijst van de mythologische verwijzingen in ''Mei''. De lijst staat in de volgorde waarin zij genoemd worden: | ||
+ | {{Kolommen2 | ||
+ | | Kolom1= | ||
* [[Triton (mythologie)|Triton]], Griekse zeegod en zoon van [[Poseidon]]. | * [[Triton (mythologie)|Triton]], Griekse zeegod en zoon van [[Poseidon]]. | ||
* [[Aurora (godin)|Aurora]], Romeinse godin van de zonsopgang. | * [[Aurora (godin)|Aurora]], Romeinse godin van de zonsopgang. | ||
− | * | + | * Cynthia, verwijzing naar de maan. |
* [[Satyr|Sater]], boswezen uit de Griekse mythologie dat vruchtbaarheid symboliseert. | * [[Satyr|Sater]], boswezen uit de Griekse mythologie dat vruchtbaarheid symboliseert. | ||
− | * | + | * Oberoon, elfenkoning. |
− | * | + | * Titania, vrouw van Oberon. |
* [[Zephyros|Zefirus]], Griekse god van de westenwind. | * [[Zephyros|Zefirus]], Griekse god van de westenwind. | ||
+ | * [[Aether]], Griekse god van de [[atmosfeer]]. | ||
+ | | Kolom2= | ||
+ | * [[Wodan]], Germaanse oppergod. | ||
+ | * [[Idoena]], Germaanse godin van de onsterfelijkheid. | ||
+ | * [[Freya]], Noorse godin van de liefde en vruchtbaarheid. | ||
+ | * [[Baldr|Balder]], Noorse god en zoon van [[Odin]]. | ||
+ | * [[Endymion (mythologie)|Endymion]], Griekse personificatie van slaap. | ||
+ | * [[Faun]], bosgeesten uit de Romeinse mythologie. | ||
+ | * Asinnen, groep gevleugelde Noorse godinnen. | ||
+ | * [[Thor]], Germaanse/Noorse dondergod. | ||
+ | }} | ||
+ | Daarnaast bevat het gedicht nog verschillende [[allusie]]s naar de mythologie, waaronder [[Helios]]. | ||
+ | |||
+ | ===Betekenis=== | ||
+ | ''Mei'' is een typisch voorbeeld van de literatuur van de [[Tachtigers]]. De Tachtigers waren een groep Nederlandse schrijvers en dichters die tijdens de jaren 1880 (en 1890) gedichten en verhalen schreven. Zij waren de Nederlandse vertegenwoordiging van het [[naturalisme]]. Het naturalisme was een literaire stroming aan het einde van de 19e eeuw. Waar het [[realisme (literatuur)|realisme]] de gehele maatschappij wilde beschrijven, probeerde het naturalisme zich vooral te focussen op de relatie tussen de maatschappij en het individu. Geestelijke ziekten, sociale ongelijkheid en [[melancholie]] waren belangrijke onderwerpen. | ||
+ | |||
+ | De toon van Gorters gedicht is dan ook melancholisch. Vanaf het begin is al duidelijk dat Mei uiteindelijk zal sterven. In het gedicht wordt verschillende keren op het overlijden gehint. Hij besteedt veel aandacht aan het beschrijven van het Nederlands landschap, zoals de verschillende soorten landschap, de planten, de dieren, het weer en de veranderingen tijdens het jaar. In het eerste en tweede deel beschrijft hij de vrije natuur, terwijl in het derde deel de natuur gevangen is. In Gorters tijd vond er namelijk [[verstedelijking]] plaats. Terwijl de steden alsmaar groter werden, verdrongen zij de natuur. Het gedicht gaat dan ook voor een deel over het verlies van de natuur en vervlogen tijden. | ||
+ | |||
+ | Een ander onderwerp is de liefde. Mei wordt verliefd op Balder, maar Balder wijst haar af. In feite kunnen zij ook onmogelijk samenzijn. Balder is onsterfelijk, terwijl Mei slechts één maand leeft. Dat maakt de onmogelijke liefde niet triester. De dichter houdt ook van Mei en vindt het verschrikkelijk om haar te zien lijden. | ||
==Invloed== | ==Invloed== | ||
− | Het gedicht ''Mei'' is een van de bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur. "Een nieuwe lente en een nieuw geluid" wordt dan ook veelvuldig geciteerd. Bijvoorbeeld: Nadat [[Forum voor Democratie]] (FvD) tijdens de [[Provinciale Statenverkiezingen 2019]] twaalf zetels in de [[Eerste Kamer]] won, citeerde Tweede Kamerlid [[Theo Hiddema]] de eerste regel uit het gedicht na de exitpoll. | + | Het gedicht ''Mei'' is een van de bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur. "Een nieuwe lente en een nieuw geluid" wordt dan ook veelvuldig geciteerd. Bijvoorbeeld: Nadat [[Forum voor Democratie]] (FvD) tijdens de [[Provinciale Statenverkiezingen 2019]] twaalf zetels in de [[Eerste Kamer]] won, citeerde Tweede Kamerlid [[Theo Hiddema]] de eerste regel uit het gedicht na de exitpoll. De verkiezingen vonden namelijk in de lente plaats en de FvD was volgens Hiddema het nieuwe geluid in Nederland. |
[[Categorie:Gedicht]] | [[Categorie:Gedicht]] |
Huidige versie van 28 feb 2025 om 23:11
Mei is een beroemd gedicht van de Nederlandse dichter Herman Gorter. Gorter schreef het gedicht tussen 1887 en 1888. Mei heeft maar liefst 4.381 versregels, waarin Gorter zijn liefde aan de meimaand en de Nederlandse natuur verklaart. Het gedicht is beroemd vanwege zijn allereerste regel: Een nieuwe lente en een nieuw geluid.
Het gedicht vertelt het verhaal van de jonge Mei (een personificatie van de meimaand), die na de dood van haar zus (April) uit de zee wordt geboren en aan land komt. Zij ontmoet verschillende mensen en mythologische wezens. Uiteindelijk ontmoet Mei de dichter. Zij bezoeken samen het Nederlands landschap. Uiteindelijk ontmoet zij ook de jonge god Balder op wie zij verliefd wordt. In het gedicht maakt Gorter verschillende vergelijkingen, gebruikt hij beeldspraak en heeft zijn eigen ideeën over ritme en rijm. Met Mei nam Gorter afstand van de dichtregels van vorige literaire stromingen.
Mei is een typisch voorbeeld van de poëzie van de Tachtigers. In het gedicht komen thema's als liefde voor de natuur, melancholie en emotie voor.
Fragment

Hieronder zie je de eerste acht versregels uit het gedicht Mei.
Samenvatting
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt! |
De dichter begint aan zijn gedicht aan het begin van de maand mei. De jonge vrouw Mei wordt uit de golven van de zee en komt aan land. Haar zus, April, is zojuist gestorven en Mei draagt de bloemen van April in haar haren. De dichter beschrijft de schoonheid van Mei. Nadat Mei afscheid neemt van haar zus, begint zij haar lange tocht over de duinen, door de bossen en de weilanden. Onderweg ontmoet zij allerlei mensen en mythische figuren, zoals saters. Uiteindelijk komt zij aan in een stadje, waar zij de dichter ontmoet. De dichter en Mei trekken samen door het landschap. Als de avond valt, keert de dichter weer terug naar de stad. Mei blijft achter, maar wordt beschermd door twaalf ridders.
In het tweede deel wordt Mei verliefd op de jonge, knappe god Balder. Hij trekt alleen door het landschap en zingt liederen. Mei heeft niet de kans hem te ontmoeten. Nadat zijn lied afgelopen is, vertrekt hij weer. Mei wordt verdrietig en de Maan (haar moeder) probeert haar te troosten. De volgende ochtend probeert zij Balder te zoeken. Ze trekt naar het noorden, waar ze Wodan en andere goden ontmoet. De goden weten niet waar Balder is, maar Idoena (die denkt dat hij dood was) breekt in tranen uit. De goden zijn blij om te weten dat Balder nog leeft. Mei gat verder met haar zoektocht en vindt uiteindelijk Balder. Balder onthult aan Mei dat hij blind is, waardoor hij haar nooit gezien heeft. Balder vertelt echter dat hij alleen leeft voor de muziek. De muziek is zijn enige liefde en in zijn ziel is hij een god. Mei weet daarom dat Balder nooit van haar kan houden. Mei zinkt hierdoor terug in de aarde.
In het derde deel keert Mei terug in Holland. Haar hart is gebroken door Balder. De dichter besluit haar laatste dagen met Mei door te brengen. Ze zwerven door het Hollands landschap, maar de Nederlandse natuur is veranderd. De natuur is niet meer vrij zoals vroeger, maar verdrongen door de steden. Het derde deel beschrijft dan ook de natuur in de stad. Hoewel Mei verzwakt is, is zij nog steeds mooi. Ze spendeert haar tijd in het donkere huis van de dichter, dat in haar aanwezigheid wordt verlicht. Op de laatste dag van de maand sterft Mei en de dichter begraaft haar op het strand. Ze wordt opgevolgd door haar zus, Juni.
Achtergrondinformatie
Structuur en technieken
Mei is een heldengedicht (of episch gedicht), zoals de Odyssee van Homerus. Het gedicht vertelt het verhaal en de reis van het hoofdpersonage Mei. In traditionele epische gedichten was het hoofdpersonage altijd een man, terwijl Mei een vrouw als hoofdpersonage heeft. Het gedicht is verdeeld in drie zangen. In de allereerste regel vertelt de dichter dat zijn gedicht een lied aan Mei is. Dat betekent niet dat het gedicht daadwerkelijk een lied is dat gezongen moet worden. Traditionele Griekse epische gedichten werden echter gezongen met muziek. Anders dan Homerus roept Gorter geen muze op. Zowel de Ilias als de Odyssee beginnen namelijk met het oproepen van een muze.
Het versregels van het gedicht zijn grotendeels geschreven aan de hand van paarrijm. Dat betekent dat twee regels naast elkaar rijmen, zoals "pijp" en "rijp". Die structuur wordt soms wel onderbroken. In sommige gevallen zijn er drie opeenvolgende regels die op elkaar rijmt of een regel die niet op een andere regel rijmt. Om dat duidelijk te maken staat hieronder een fragment uit het gedicht:

Je ziet dat Gorter ontzettend lange zinnen maakt. Die zinnen worden in verschillende regels afgebroken (enjambement). Bijvoorbeeld: De eerste vier regels uit het bovenstaande voorbeeld vormen één zin. Later in het gedicht staan nog langere zinnen met enjambement. Het enjambement kan soms enige verwarring veroorzaken voor lezers die dat niet gewend zijn. Een voorbeeld hiervan is regel 9 en 10 uit het voorbeeld. De afbreking vindt immers plaats tussen "avondmaal" en "nam". "Zijn avondmaal nemen" hoort echter bij elkaar en betekent avondeten of dineren. Gorter speelt af en toe ook met de volgorde van de zinnen. Hierdoor kunnen zij onnatuurlijk klinken, maar blijft de rijm wel behouden.
Een andere techniek die Gorter veel gebruikt zijn homerische vergelijkingen. Een homerische vergelijking is een vergelijking met het woordje "als" of "zoals". De eerste regel van het voorbeeld is hier een voorbeeld van: "Dan blies een jongen als een orgelpijp". Gorter gebruikt die vergelijkingen om details te vertellen. Hij koppelt die vergelijking aan een bepaald zintuig (voelen, horen, zien, proeven of ruiken). In plaats van te vertellen hoe de jongen klonk door een beoordelingswoord, schetst hij een beeld door middel van een vergelijking.
Mythologische verwijzingen
Hieronder een lijst van de mythologische verwijzingen in Mei. De lijst staat in de volgorde waarin zij genoemd worden:
Daarnaast bevat het gedicht nog verschillende allusies naar de mythologie, waaronder Helios.
Betekenis
Mei is een typisch voorbeeld van de literatuur van de Tachtigers. De Tachtigers waren een groep Nederlandse schrijvers en dichters die tijdens de jaren 1880 (en 1890) gedichten en verhalen schreven. Zij waren de Nederlandse vertegenwoordiging van het naturalisme. Het naturalisme was een literaire stroming aan het einde van de 19e eeuw. Waar het realisme de gehele maatschappij wilde beschrijven, probeerde het naturalisme zich vooral te focussen op de relatie tussen de maatschappij en het individu. Geestelijke ziekten, sociale ongelijkheid en melancholie waren belangrijke onderwerpen.
De toon van Gorters gedicht is dan ook melancholisch. Vanaf het begin is al duidelijk dat Mei uiteindelijk zal sterven. In het gedicht wordt verschillende keren op het overlijden gehint. Hij besteedt veel aandacht aan het beschrijven van het Nederlands landschap, zoals de verschillende soorten landschap, de planten, de dieren, het weer en de veranderingen tijdens het jaar. In het eerste en tweede deel beschrijft hij de vrije natuur, terwijl in het derde deel de natuur gevangen is. In Gorters tijd vond er namelijk verstedelijking plaats. Terwijl de steden alsmaar groter werden, verdrongen zij de natuur. Het gedicht gaat dan ook voor een deel over het verlies van de natuur en vervlogen tijden.
Een ander onderwerp is de liefde. Mei wordt verliefd op Balder, maar Balder wijst haar af. In feite kunnen zij ook onmogelijk samenzijn. Balder is onsterfelijk, terwijl Mei slechts één maand leeft. Dat maakt de onmogelijke liefde niet triester. De dichter houdt ook van Mei en vindt het verschrikkelijk om haar te zien lijden.
Invloed
Het gedicht Mei is een van de bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur. "Een nieuwe lente en een nieuw geluid" wordt dan ook veelvuldig geciteerd. Bijvoorbeeld: Nadat Forum voor Democratie (FvD) tijdens de Provinciale Statenverkiezingen 2019 twaalf zetels in de Eerste Kamer won, citeerde Tweede Kamerlid Theo Hiddema de eerste regel uit het gedicht na de exitpoll. De verkiezingen vonden namelijk in de lente plaats en de FvD was volgens Hiddema het nieuwe geluid in Nederland.