No-spel: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{werk}}
 
 
[[File:春日神社ー篠山ー翁奉納P1011774.jpg|right|300px|thumb|Een voorbeeld van een no-spel]]
 
[[File:春日神社ー篠山ー翁奉納P1011774.jpg|right|300px|thumb|Een voorbeeld van een no-spel]]
 
[[File:Toshimana_dancing_03.jpg|right|300px|thumb|Een ander voorbeeld van een no-spel]]
 
[[File:Toshimana_dancing_03.jpg|right|300px|thumb|Een ander voorbeeld van een no-spel]]
Regel 8: Regel 7:
 
==Geschiedenis==
 
==Geschiedenis==
 
===Ontstaan===
 
===Ontstaan===
 +
[[File:Noh_stage_Miyajima_Sep2008.jpg|left|300px|thumb|Het oudste nog bestaande no-theater]]
 +
Het no-spel ontstond tijdens de 14e eeuw in Japan. Deze periode is onderdeel van de [[Muromachiperiode]] uit de Japanse geschiedenis. Het no-theater komt voort uit [[sarugaku]]. Sarugaku was een vorm van theater die tussen de 11e en 14e eeuw in Japan enorm populair was. Die vorm kwam weer voort uit [[sangaku]], een vorm van theater die door de Chinezen werd geïntroduceerd in de 8e eeuw. Het no-spel heeft hierdoor een Chinese achtergrond. Sangaku bestond uit verschillende optredens, zoals zang, dans en [[acrobatiek]]. Ook waren er korte, komische [[sketch]]es.
  
 
===Kan'ami en Zeami===
 
===Kan'ami en Zeami===
 +
Het no-theater werd bedacht door Kan'ami Kiyotsugu en zijn zoon Zeami Motokiyo. Kan-ami was een beroemde acteur in zijn tijd. Hij kon verschillende rollen spelen, waaronder vrouwen, twaalfjarige jongens en stoere krijgers. Zijn zoon was ook acteur en daarnaast toneelschrijver. Vader en zoon bedachten en schreven allerlei toneelstukken. Ook hechtten zij veel aandacht aan de regels voor het no-spel en de Japanse en Chinese tradities. Hun [[esthetiek]] kwam overeen met dat van het [[zenboeddhisme]]. Naast toneelstukken schreven zij dan ook veel theoretisch werk over het no-spel. Dat werk zou andere toneelschrijvers moeten helpen om een no-spel te schrijven.
 +
[[File:Danser-Rijksmuseum_RP-P-1958-558.jpeg|right|300px|thumb|Een no-speler op een tekening uit 1823]]
 +
Kan'ami en Zeami hebben nog altijd een grote invloed op het no-spel. Sinds de 14e eeuw is het no-spel vrijwel altijd hetzelfde gebleven.
  
 
===Edoperiode===
 
===Edoperiode===
 +
Tijdens de [[Edoperiode]] (1603-1868) werd het no-spel gezien als een hoge kunstvorm. De [[shogun]] (die het land namens de keizer bestuurde) steunde het no-spel. Ook andere rijke [[aristocratie|aristocraten]], handelaren en burgers gaven grote hoeveelheden geld uit aan het no-spel. Het no-spel had hierdoor een hogere status dan [[kabuki]] of [[joruri]], wat meer voor de lagere klassen was. Het no-spel was zelfs zo belangrijk dat de shogun het hoofd van de Kanze-school (een van de scholen waar acteurs no-spel konden leren) aanwees.
 +
 +
Het no-spel ging tijdens deze periode uit van oude, traditionele waarden. Opvoeringen moest precies en tot in detail worden opgevoerd. Ook waren no-spelen vrij langzaam, omdat zij een ceremonieel tempo moesten hebben. Vrouwen mochten in veel gevallen niet meespelen in no-spelen. Vrouwelijke personages in no-spelen werden dan ook door mannen gespeeld.
  
 
===Modern no-spel===
 
===Modern no-spel===
 +
[[File:A_NO-DANCE._(1910)_-_illustration_-_page_270.png|left|300px|thumb|Een tekening van een no-spel uit 1910]]
 +
Na de [[Meiji-restauratie]] van 1868 onderging Japan een golf van modernisering. Ook opende het land zich naar de buitenwereld. Het no-spel werd als ouderwets gezien. Door het verdwijnen van de shogun verloor het theater zijn belangrijkste steunpilaar. Het aantal spelers en opvoeringen werd hierdoor flink verminderd. Na enkele jaren werd het no-spel wel populair. Westerse zakenlieden en diplomaten waren namelijk enorm benieuwd naar de Japanse cultuur. Voor hen was Japan lange tijd een gesloten, mysterieus land. Nu Japan zich had geopend, konden westerse toeristen voor het eerst een traditioneel no-spel zien. Ook Japanse lagere klassen hadden voor het eerst geld om een no-spel te zien. Hierdoor groeide het aantal no-theaters na verloop van tijd.
 +
 +
Vanaf 1900 kwamen er ook meer vrouwen in het no-spel. Tegenwoordig worden vrouwelijke rollen dan ook door actrices gespeeld in plaats van acteurs. In 1957 verklaarde de Japanse regering dat het no-spel cultureel erfgoed was. Hierdoor werd het theater ook beschermd door de wet. In 1983 stichtte de regering het Nationaal No-theater in Tokio. Dat theater organiseert ook cursussen voor no-spelers. Sinds 2008 staat het no-spel ook op de lijst van immaterieel cultuur erfgoed van de [[UNESCO]].
  
 
==Elementen van een no-spel==
 
==Elementen van een no-spel==
Regel 79: Regel 90:
 
===Categorieën===
 
===Categorieën===
 
No-spelen kunnen in vijf categorieën verdeeld worden. Traditioneel werden er vijf no-spelen achter elkaar opgevoerd in een bepaalde volgorde. Dat zijn:
 
No-spelen kunnen in vijf categorieën verdeeld worden. Traditioneel werden er vijf no-spelen achter elkaar opgevoerd in een bepaalde volgorde. Dat zijn:
 +
[[File:Szene_aus_Hagoromo.jpg|right|300px|thumb|Een scène uit ''Hagoromo'']]
 
# ''Kami mono'' (神物): Deze stukken gingen over het verhaal van een bepaalde heilige plaats of over een bepaalde god. In een typisch no-spel over goden neemt een god de gedaante van een mens aan. In de tweede akte van het stuk laat hij zien dat hij een god is.  
 
# ''Kami mono'' (神物): Deze stukken gingen over het verhaal van een bepaalde heilige plaats of over een bepaalde god. In een typisch no-spel over goden neemt een god de gedaante van een mens aan. In de tweede akte van het stuk laat hij zien dat hij een god is.  
 
# ''Shura mono'' (修羅物): Deze stukken gaan over de geest van een [[samoerai]] die aan monnik vraagt om hem zalig te verklaren. Ook wordt de dood van de samoerai nagespeeld.  
 
# ''Shura mono'' (修羅物): Deze stukken gaan over de geest van een [[samoerai]] die aan monnik vraagt om hem zalig te verklaren. Ook wordt de dood van de samoerai nagespeeld.  

Huidige versie van 24 feb 2025 om 17:17

Een voorbeeld van een no-spel
Een ander voorbeeld van een no-spel

No-spel (ook wel no genoemd) is een traditionele vorm van theater uit Japan. Die vorm bevat zowel dans als muziek. No-spel is ontstaan in de 14e eeuw en wordt nog geregeld opgevoerd in het land. Hiermee is het no-spel een van de oudste theatervormen die nog opgevoerd worden.

Een typisch no-spel is gebaseerd op een Japans volksverhaal of een werk uit de Japanse literatuur. Ook speelt het bovennatuurlijke vaak een rol. In het no-spel wordt gebruikgemaakt van maskers om de verschillende rollen uit te beelden. Emoties worden gecommuniceerd door middel van handgebaren. Voor no-spel bestaan allerlei regels. Daarom is de vorm eerder gericht op traditie dan op vernieuwing.

Geschiedenis

Ontstaan

Het oudste nog bestaande no-theater

Het no-spel ontstond tijdens de 14e eeuw in Japan. Deze periode is onderdeel van de Muromachiperiode uit de Japanse geschiedenis. Het no-theater komt voort uit sarugaku. Sarugaku was een vorm van theater die tussen de 11e en 14e eeuw in Japan enorm populair was. Die vorm kwam weer voort uit sangaku, een vorm van theater die door de Chinezen werd geïntroduceerd in de 8e eeuw. Het no-spel heeft hierdoor een Chinese achtergrond. Sangaku bestond uit verschillende optredens, zoals zang, dans en acrobatiek. Ook waren er korte, komische sketches.

Kan'ami en Zeami

Het no-theater werd bedacht door Kan'ami Kiyotsugu en zijn zoon Zeami Motokiyo. Kan-ami was een beroemde acteur in zijn tijd. Hij kon verschillende rollen spelen, waaronder vrouwen, twaalfjarige jongens en stoere krijgers. Zijn zoon was ook acteur en daarnaast toneelschrijver. Vader en zoon bedachten en schreven allerlei toneelstukken. Ook hechtten zij veel aandacht aan de regels voor het no-spel en de Japanse en Chinese tradities. Hun esthetiek kwam overeen met dat van het zenboeddhisme. Naast toneelstukken schreven zij dan ook veel theoretisch werk over het no-spel. Dat werk zou andere toneelschrijvers moeten helpen om een no-spel te schrijven.

Een no-speler op een tekening uit 1823

Kan'ami en Zeami hebben nog altijd een grote invloed op het no-spel. Sinds de 14e eeuw is het no-spel vrijwel altijd hetzelfde gebleven.

Edoperiode

Tijdens de Edoperiode (1603-1868) werd het no-spel gezien als een hoge kunstvorm. De shogun (die het land namens de keizer bestuurde) steunde het no-spel. Ook andere rijke aristocraten, handelaren en burgers gaven grote hoeveelheden geld uit aan het no-spel. Het no-spel had hierdoor een hogere status dan kabuki of joruri, wat meer voor de lagere klassen was. Het no-spel was zelfs zo belangrijk dat de shogun het hoofd van de Kanze-school (een van de scholen waar acteurs no-spel konden leren) aanwees.

Het no-spel ging tijdens deze periode uit van oude, traditionele waarden. Opvoeringen moest precies en tot in detail worden opgevoerd. Ook waren no-spelen vrij langzaam, omdat zij een ceremonieel tempo moesten hebben. Vrouwen mochten in veel gevallen niet meespelen in no-spelen. Vrouwelijke personages in no-spelen werden dan ook door mannen gespeeld.

Modern no-spel

Een tekening van een no-spel uit 1910

Na de Meiji-restauratie van 1868 onderging Japan een golf van modernisering. Ook opende het land zich naar de buitenwereld. Het no-spel werd als ouderwets gezien. Door het verdwijnen van de shogun verloor het theater zijn belangrijkste steunpilaar. Het aantal spelers en opvoeringen werd hierdoor flink verminderd. Na enkele jaren werd het no-spel wel populair. Westerse zakenlieden en diplomaten waren namelijk enorm benieuwd naar de Japanse cultuur. Voor hen was Japan lange tijd een gesloten, mysterieus land. Nu Japan zich had geopend, konden westerse toeristen voor het eerst een traditioneel no-spel zien. Ook Japanse lagere klassen hadden voor het eerst geld om een no-spel te zien. Hierdoor groeide het aantal no-theaters na verloop van tijd.

Vanaf 1900 kwamen er ook meer vrouwen in het no-spel. Tegenwoordig worden vrouwelijke rollen dan ook door actrices gespeeld in plaats van acteurs. In 1957 verklaarde de Japanse regering dat het no-spel cultureel erfgoed was. Hierdoor werd het theater ook beschermd door de wet. In 1983 stichtte de regering het Nationaal No-theater in Tokio. Dat theater organiseert ook cursussen voor no-spelers. Sinds 2008 staat het no-spel ook op de lijst van immaterieel cultuur erfgoed van de UNESCO.

Elementen van een no-spel

Een no-spel verschilt erg van westerse toneelstukken. Er zijn specifieke regels en elementen voor een no-spel. Hieronder worden die elementen allemaal uitgelegd. Achter de begrippen is steeds de schrijfwijze in kanji (het traditionele schrift van het Japans) toegevoegd.

Rollen

Twee Kyōgen. Vaak spelen zij korte, komische stukjes tijdens de pauzes. Het doel is om het publiek aan het lachen te krijgen.

In een typisch no-spel zijn er een aantal rollen. Die rollen hebben elk een naam. De rollen kunnen ingedeeld worden aan de hand van vier categorieën:

  • Shite (仕手): het hoofdpersonage en de held van het verhaal. In sommige toneelstukken is de shite eerst een mens en later een geest.
    • Shitetsure (仕手連れ): het hulpje van het hoofdpersonage.
    • Kōken (後見): de toneelknechten. Hiervan zijn meestal tussen één en drie aanwezig.
    • Jiutai (地謡): het koor, bestaande uit acht leden.
  • Waki (脇): de tegenstander van het hoofdpersonage.
    • Wakitsure (脇連れ): het hulpje van de tegenstander.
  • Kyōgen (狂言): dat zijn de acteurs die spelen tijdens de pauzes. Zij spelen dan vaak kleinere, kortere toneelstukjes.
  • Hayashi (囃子): dat zijn degene die de muziekinstrumenten bespelen. In het no-spel worden vier instrumenten gebruikt: de fluit, de heupdrum, de schouderdrum en de stokdrum.

Ieder no-spel heeft minstens één shite, één waki, een orkest en een koor nodig. De andere rollen zijn niet altijd aanwezig.

Maskers en kostuums

Een no-speelster in traditioneel kostuum

No-spelers maken gebruik van houten maskers. Die worden vervolgens geschilderd met verf gemaakt van natuurlijke pigmenten. Alle acteurs dragen maskers. Je kunt hierdoor vaak niet hun eigen gezicht zijn. Het masker van de acteur zegt iets over het gender, de rol, de sociale rang en de leeftijd van het personage. Het masker heeft daarnaast één vaste gezichtsuiting. De overige emoties worden gecommuniceerd door middel van handgebaren en tekst. Sommige maskers bevatten echter verschillende uitdrukkingen. Naar mate men naar beneden of naar boven kijkt, verandert de gezichtsuitdrukking voor het publiek.

Daarnaast dragen de acteurs kostuums gemaakt van zijde. Hun kostuums bestaan uit een traditioneel gewaad met geborduurde of geweven patronen. Ook dragen de acteurs vaak pruiken en hoeden. De kostuums moeten overeenkomen met de werkelijkheid. Een samoerai moet dus een kostuum dragen dat in het echt ook door een samoerai gedragen werd. De muzikanten en het koor dragen traditionele kimono's.

Rekwisieten

In het no-spel komen vrijwel geen rekwisieten voor. Het meest gebruikte rekwisiet is de waaier. Waaiers spelen een belangrijke rol in het no-spel.

Andere belangrijke rekwisieten zijn boten, waterputten, altaars en bellen. Van deze grote objecten wordt vaak alleen een omlijning gebruikt.

Koor en muziek

Bij no-spellen zijn altijd muziekkanten en een koor aanwezig. Het koor zingt de vorm van een chant. Dat betekent dat zij woorden met een bepaald ritme uitspreken of zingen. De chants bestaan uit lange teksten met veel herhaling. Zij worden zonder al te veel emoties opgedreund. De teksten zijn geschreven volgens de regels van de traditionele Japanse dichtkunst. Ze bevatten veel indirecte verwijzingen en ook pauzes. De chants kunnen ook gebruikt worden als epiloog (om bijvoorbeeld de setting of het achtergrondverhaal uit te leggen).

Theatergebouw

Het podium van het nationale no-theater in Tokio.

No-spellen worden opgevoerd in speciale no-theaters. Dat kunnen zowel openluchttheaters als overdekte theatergebouwen zijn. In beide gevallen is het podium bedekt met een houten afdak dat leunt op enkele pilaren. Het podium is van alle kanten open en meestal simpel versierd.

Anders dan westerse theaters zitten de toeschouwers aan de voorkant en linker zijkant van het podium. De stoelen of banken vormen een kwart van de cirkel. De meest gewilde plaatsen zijn die helemaal links of helemaal rechts. Dat komt doordat een van de pilaren het zicht op het podium kan beïnvloeden. Hierdoor kun je een deel van het podium niet zien. De stoelen in het midden van de rijen zijn daarom minder geliefd, omdat je zicht op het podium in tweeën gedeeld wordt door de pilaar.

Daarnaast heeft het theater ook een speciale indeling. Zo hebben de verschillende rollen in het toneelstuk een vaste plaats. Onderstaande tabel laat een schematische weergave zien van een typisch no-theater.

Beschrijving Plattegrond
  1. Hashigakari: Een brug tussen het toneel en backstage. De brug staat ook symbool voor de verbinding tussen twee verschillende werelden. In sommige werelden verschijnen geesten en goden op die brug. In andere toneelstukken wordt de brug juist gebruikt om twee verschillende plaatsen uit te beelden.
  2. Plaats waar de kyōgen staat.
  3. Plaats waar de andere toneelknechten staan.
  4. Plaats waar de speler met de stokdrum staat.
  5. Plaats waar de speler met de heupdrum staat.
  6. Plaats waar de speler met de schouderdrum staat.
  7. Plaats waar de fluitspeler staat.
  8. Plaats waar het koor staat.
  9. Zitplaats voor de waki.
  10. Staplaats voor de waki.
  11. Staplaats voor de shite.
  12. Shitebashira: De pilaar voor de shite.
  13. Metsukebashira: De pilaar die het dichtste bij het publiek staat.
  14. Wakibashira: De pilaar voor de waki.
  15. Fuebashira: De pilaar voor de fluitspeler.
Noh-stage-diagram.png

Toneelstukken

Categorieën

No-spelen kunnen in vijf categorieën verdeeld worden. Traditioneel werden er vijf no-spelen achter elkaar opgevoerd in een bepaalde volgorde. Dat zijn:

Een scène uit Hagoromo
  1. Kami mono (神物): Deze stukken gingen over het verhaal van een bepaalde heilige plaats of over een bepaalde god. In een typisch no-spel over goden neemt een god de gedaante van een mens aan. In de tweede akte van het stuk laat hij zien dat hij een god is.
  2. Shura mono (修羅物): Deze stukken gaan over de geest van een samoerai die aan monnik vraagt om hem zalig te verklaren. Ook wordt de dood van de samoerai nagespeeld.
  3. Katsura mono (鬘物): Deze stukken gaan over vrouwelijke personages. De stukken bevatten veel dans en zang.
  4. Gemengde categorie, bestaande uit:
    • Kyōran mono (狂乱物): Stukken over gekte.
    • Onryō mono (怨霊物): Stukken over geesten die wraak willen nemen.
    • Genzai mono (現在物): Stukken die zich in het heden afspelen.
  5. Kiri Noh (切り能): Deze stukken worden helemaal aan het einde opgevoerd. In het stuk spelen monsters en demonen een grote rol.

Bekende stukken

In totaal bestaan er ongeveer 2.000 no-spellen. Toch worden slechts 240 hiervan regelmatig opgevoerd. Bepaalde no-spellen zijn dan ook veel bekender dan andere no-spellen. Hieronder staan tien no-spellen die belangrijk zijn:

Een scéne uit Izutsu
  • Aoi no Ue (葵上)
  • Aya no Tsuzumi (綾鼓)
  • Dōjōji (道成寺)
  • Hagoromo (羽衣)
  • Izutsu (井筒)
  • Matsukaze (松風)
  • Sekidera Komachi (関寺小町)
  • Shōjō (猩々)
  • Sotoba Komachi (卒都婆小町)
  • Takasago (高砂)

Voorbeeld: Aoi no Ue

Een acteur speelt de geest van mevrouw Rokujo die het lichaam van mevrouw Aoi heeft overgenomen. De kimono op de grond representeert het lichaam van mevrouw Aoi.

Een bekend voorbeeld van een no-spel is Aoi no Ue (能 葵上), dat "Mevrouw Aoi" betekent. Het stuk is geschreven tijdens de Muromachiperiode (1336-1573) door een onbekende schrijver. Het verhaal is gebaseerd op een deel van Het verhaal van Genji uit 11e eeuw. Dat verhaal is een van de vroegste werken uit de Japanse literatuur.

Het toneelstuk heeft wat achtergrondinformatie nodig: Mevrouw Aoi, de vrouw van prins Genji. Genji heeft een maîtresse, mevrouw Rokujo, die uiteindelijk de nieuwe vrouw van de prins wordt. Mevrouw Aoi is echter zwanger van de prins. Genji besluit om Rokujo minder aandacht te geven. Rokujo is zo jaloers dat haar geest haar lichaam verlaat en controle neemt over het lichaam van Aoi. Aoi wordt hierdoor ernstig ziek. Het toneelstuk volgt een vrouwelijke sjamaan die de geest van Rokujo uit het lichaam van Aoi probeert te halen.

Hoewel het toneelstuk "mevrouw Aoi" heet, komt zij niet als personage op het toneel. Op het toneel ligt een kimono die haar zieke lichaam representeert.

Invloed

No-spellen zijn vooral traditionele toneelstukken. Vandaag de dag worden er dan ook geen nieuwe no-spellen gemaakt. In plaats daarvan worden oude no-spellen opnieuw opgevoerd. Toch hebben sommige Japanse schrijvers geprobeerd om het no-spel een nieuw leven in te blazen. Zij schreven moderne no-spellen of waren geïnspireerd door het no-spel. Een voorbeeld hiervan is Yukio Mishima die tussen 1950 en 1955 vijf moderne no-spellen schreef. Hij gebruikte hiervoor oude Japanse (en buitenlandse) volksverhalen maar gaf hen een moderne setting.

Ook veel Europese en Amerikaanse toneelschrijvers waren geïnspireerd door het no-spel. Voorbeelden zijn Bertolt Brecht, Samuel Beckett en Eugene O'Neill. De Engelse componist Benjamin Britten werd ook geïnspireerd door het no-spel. In 1956 bezocht hij Japan en zag een no-spel voor de eerste keer. Die ervaring vormde een invloed op een balletvoorstelling en twee opera's. Ook de Ierse dichter William Butler Yeats gebruikte elementen uit no-spellen voor zijn toneelstukken en gedichten.

Etiquette voor het publiek

Net als in Nederlandse en Belgische theaters wordt van het publiek verwacht dat zij stil en zittend toekijken. No-spellen worden vaak in het Japans opgevoerd zonder ondertiteling. Het publiek kan meevolgen door middel van libretto (een boekje met tekst). Er zijn enkele verschillen met Europese theaters. Zo blijven de lichten tijdens de voorstelling aan (ook als het stuk binnen wordt opgevoerd). Een no-theater heeft geen gordijnen die openen en sluiten tussen de scènes. Toch zijn de toneelknechten in het zwart gekleed, zodat zij niet opvallen.

Aan het einde van het toneelstuk lopen de acteurs het toneel af. Zodra zij de hashigakari (de brug) bereikt hebben, klapt het publiek. De acteurs doen dat een voor een, waardoor iedere acteur een individueel applaus krijgt. Dat wordt overigens enkel gedaan voor de acteurs die nog aan het einde op het toneel zijn. Acteurs die eerder het toneel verlaten hebben, krijgen geen applaus.

In de pauze worden in de lobby van het theater thee, koffie en kleine zoete snacks (wagashi) geserveerd. In het verleden kon men uitgebreide maaltijden nuttigen, omdat reizen een stuk langer duurde. Bij sommige no-theaters is dat nog steeds mogelijk.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=No-spel&oldid=922145"