Immuunsysteem

Het afweersysteem

Het afweersysteem

Het immuunsysteem of afweersysteem is het verdedigingssysteem van het menselijk lichaam. Het beschermt je tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen die van binnenuit of buitenaf het lichaam proberen aan te vallen. Het afweersysteem zit in je lijf onder andere in je huid, lymfeklieren, darmen en bloed. Het afweersysteem werkt heel goed samen om zo de ziekteverwekkers te doden.

Het voordeel van het afweersysteem is, dat als je lichaam heeft gevochten tegen een ziekte, dat je lichaam dit onthoudt en opslaat. Als het er weer mee in aanraking komt, word je er niet meer ziek van, of maar een klein beetje.

Je afweersysteem is continu aan het werk en dat merk je pas als er een infectie is ontstaan. Dan krijg je klachten, zoals koorts, hoofdpijn, of roodheid op de plek waar de ontsteking is ontstaan. Je lichaam beschermt je zo tegen micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels.

Werking van het afweersysteem

Je afweersysteem kun je onderscheiden in 3 groepen:

• De fysieke barrière: deze bevindt zich in je lichaam. Tot deze groep behoort onder andere je huid, omdat het de grens is tussen binnen en buiten het lichaam. Je huid zorgt ervoor, dat er geen micro-organismen in je lichaam komen. Daarnaast horen ook de slijmvliezen in je luchtwegen en darmen tot deze groep. Als laatste valt ook je maagzuur en speeksel onder deze groep, aangezien deze zorgen dat organismen die schadelijk zijn gedood worden.
• Het algemene afweersysteem: dit richt voornamelijk op alle ziekteverwekkers die je lichaam binnenkomen. De witte bloedcellen zijn heel betrokken bij de algemene afweer en reizen door het hele lichaam. Ze maken alle vreemde stoffen die niet er niet thuis horen kapot. Bij een wond gaat je lichaam een stof maken, zodat het algemene afweersysteem weet dat het daarnaar toe moet om zo (mogelijke) ziekteverwekkers te vernietigen.
• Het specifieke afweersysteem: dat richt zich op één specifieke ziekteverwekker, bijvoorbeeld een griepvirus. Als een ziekteverwekker zich snel verspreidt, kan het zijn dat het algemene afweersysteem niet in staat is om dat te vernietigen. Dan is het nodig om een specifiek afweersysteem te hebben. Dat specifieke afweersysteem bestaat uit lymfocyten. Dit zijn specifieke ontvangers van prikkels die zich op de buitenkant van cel bevinden. Deze ontvangers passen maar op één specifiek eiwit, waardoor ze tegen één soort ziekte kunnen vechten. Je hebt T- en B-cellen. Die worden in het beenmerg gemaakt. T-cellen vechten tegen de ziekteverwekkers. De B-cellen maken geheugen- en antistoffen aan, zodat je niet meer ziek wordt.

Aangeboren en niet-aangeboren afweersysteem

Behalve wat je net hebt gelezen, kun je het afweersysteem ook indelen in een aangeboren en een niet-aangeboren (of verworven) afweersysteem.

• Het aangeboren afweersysteem: dit heb je bij je geboorte al. Het bestaat uit het fysieke en het algemene afweersysteem. Dit systeem is de basis van het afweersysteem. Het kan wel snel reageren, maar kan niet goed tegen specifieke aanvallers te beschermen.
• Het verworven/aangeleerde/niet-aangeboren afweersysteem: dat heb je niet met je geboorte mee gekregen. Dit systeem ontwikkelt zich je hele leven na elke aanraking met een ziekte. Het onthoudt hoe het heeft gewonnen. Als je er dan weer mee in aanraking komt, kan het sneller reageren. Dan word je er dus ook niet of minder ziek van.

Het afweersysteem verbeteren

Het kan zijn dat je afweersysteem niet goed of minder goed werkt, waardoor je makkelijk ziek wordt. Er zijn gelukkig verschillende manieren om het afweersysteem te verbeteren, door bijvoorbeeld:

• Gezond en afwisselend te eten.
• Genoeg te slapen en te ontspannen.
• Goede hygiëne
• Stress vermijden dus voorkomen.
• Voldoende te bewegen.
• Minder tot geen alcohol drinken.
• Niet roken of ermee te stoppen.

Je afweersysteem is ingewikkeld waardoor je moeilijk kan testen of je een laag afweersysteem hebt.

Bekijk ook:

Hoe werkt je immuunsysteem? NPO Kennis