Atmosferische circulatie: verschil tussen versies
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | [[Bestand:NASA depiction of earth global atmospheric circulation.jpg|miniatuur|Atmosferische circulatie van lucht rond de aarde]] | ||
De '''atmosferische circulatie''' is een fenomeen dat onderzocht wordt door de [[aardwetenschap]]pers. In dit geval vooral door de [[meteoroloog|meteorologen]]. | De '''atmosferische circulatie''' is een fenomeen dat onderzocht wordt door de [[aardwetenschap]]pers. In dit geval vooral door de [[meteoroloog|meteorologen]]. | ||
− | Het is een best ingewikkeld fenomeen dat te maken heeft met de luchtcircilatie in de [[atmosfeer]] van de [[Aarde (planeet)|aarde]]. Het heeft te maken met de ligging van de [[hogeluchtdrukgebied|hoge-]] en [[lageluchtdrukgebied]]en. Lucht stroomt van een hoog naar een laag [[luchtdruk]]gebied. Dit ervaren we als [[wind]]. Op plekken waar de aarde wordt opgewarmd door de [[zon]] ontstaat er een hoog luchtdrukgebied. Dat gebeurt vooral bij de [[evenaar]]. Bij de polen is het verhoudingsgewijs een stuk koeler. De opwarming is dus niet overal gelijk. Daarnaast heb je ook de zogeheten straalstroom, een strook met een krachtige wind op zo'n 10 km hoogte. De richting van de straalstrom hangt samen met de draaiing van de aarde. De stroming is van west naar oost. Bovendien slingert deze straalstroom naar het zuiden of noorden. Deze straalstroom beïnvloed de ligging van de luchtdrukgebieden. | + | Het is een best ingewikkeld fenomeen dat te maken heeft met de luchtcircilatie in de [[atmosfeer]] van de [[Aarde (planeet)|aarde]]. Het heeft te maken met de ligging van de [[hogeluchtdrukgebied|hoge-]] en [[lageluchtdrukgebied]]en. Lucht stroomt van een hoog naar een laag [[luchtdruk]]gebied. Dit ervaren we als [[wind]]. Op plekken waar de aarde wordt opgewarmd door de [[zon]] ontstaat er een hoog luchtdrukgebied. Dat gebeurt vooral bij de [[evenaar]]. Bij de polen is het verhoudingsgewijs een stuk koeler. De opwarming is dus niet overal gelijk. Daarnaast heb je ook de zogeheten [[straalstroom]], een strook met een krachtige wind op zo'n 10 km hoogte. De richting van de straalstrom hangt samen met de draaiing van de aarde. De stroming is van west naar oost. Bovendien slingert deze straalstroom naar het zuiden of noorden. Deze straalstroom beïnvloed de ligging van de luchtdrukgebieden. |
+ | [[Bestand:Animacion-analisis-noa.gif|miniatuur|Zich verplaatsende luchtdrukgebieden (B is hier een laag luchtdrukgebied en A een hoog)]] | ||
+ | Als je het dagelijke [[weerbericht]] volgt dan zie je een kaartje waarop je kunt zien waar het lage luchtdrukgebied (L) en het hoge luchtdrukgebied (H) zich bevindt ten opzichte van Nederland of België. Ligt Nederland of België onder een hoog (H), dan hebben we meestal droog en zonnig weer. Maar zoals je gemerkt zult hebben, verplaatsen die gebieden zich, waardoor we ander weer krijgen. In de animatie zie je hoe de luchtdrukgebieden zich gedurende een aantal dagen verplaatsen. De bogen geven aan waar de storingen (wolken en regen en dergelijke) zich bevinden. | ||
− | + | [[Categorie:Aardwetenschap]] |
Huidige versie van 22 apr 2025 om 23:34
De atmosferische circulatie is een fenomeen dat onderzocht wordt door de aardwetenschappers. In dit geval vooral door de meteorologen.
Het is een best ingewikkeld fenomeen dat te maken heeft met de luchtcircilatie in de atmosfeer van de aarde. Het heeft te maken met de ligging van de hoge- en lageluchtdrukgebieden. Lucht stroomt van een hoog naar een laag luchtdrukgebied. Dit ervaren we als wind. Op plekken waar de aarde wordt opgewarmd door de zon ontstaat er een hoog luchtdrukgebied. Dat gebeurt vooral bij de evenaar. Bij de polen is het verhoudingsgewijs een stuk koeler. De opwarming is dus niet overal gelijk. Daarnaast heb je ook de zogeheten straalstroom, een strook met een krachtige wind op zo'n 10 km hoogte. De richting van de straalstrom hangt samen met de draaiing van de aarde. De stroming is van west naar oost. Bovendien slingert deze straalstroom naar het zuiden of noorden. Deze straalstroom beïnvloed de ligging van de luchtdrukgebieden.
Als je het dagelijke weerbericht volgt dan zie je een kaartje waarop je kunt zien waar het lage luchtdrukgebied (L) en het hoge luchtdrukgebied (H) zich bevindt ten opzichte van Nederland of België. Ligt Nederland of België onder een hoog (H), dan hebben we meestal droog en zonnig weer. Maar zoals je gemerkt zult hebben, verplaatsen die gebieden zich, waardoor we ander weer krijgen. In de animatie zie je hoe de luchtdrukgebieden zich gedurende een aantal dagen verplaatsen. De bogen geven aan waar de storingen (wolken en regen en dergelijke) zich bevinden.