Eurocrisis: verschil tussen versies
k |
k (Aangevuld) |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Met de '''eurocrisis''' bedoelen we de [[economische crisis]] die | + | Met de '''eurocrisis''' bedoelen we de [[economische crisis]] die tussen 2010 en 2014 in [[Europa (werelddeel)|Europa]] heeft gewoed. De [[kredietcrisis]] die in de [[Verenigde Staten]] was ontstaan vormde de aanloop naar deze crisis |
− | [[Griekenland]] maakte zijn tekort bekend, maar dat was een extreem hoog tekort. | + | [[Griekenland]] maakte zijn tekort bekend, maar dat was een extreem hoog tekort. Daardoor vonden sommige mensen in de [[politiek]] dat Griekenland uit de [[Europese Unie]] moest. De [[Europese Unie]] (EU) besloot uiteindelijk Griekenland te helpen in ruil voor [[bezuiniging]]en om de overheidsuitgaven op orde te krijgen. Sommige Grieken wilden daardoor zelf uit de EU, maar dat is niet gebeurd. |
− | + | Later bleek ook dat landen als [[Spanje]], [[Portugal]], [[Ierland]] en [[Italië]] in de problemen zaten. De koersen gingen hierdoor fors omlaag, doordat de [[euro]] steeds minder waard werd. Ook de Verenigde Staten moesten diep in hun buidel grabbelen. | |
+ | |||
+ | Alle landen van de EU kregen harde klappen: doordat ze geld leenden aan de schuldenlanden, moesten die landen bezuinigen. En daardoor werd het moeilijker om levensmiddelen te kopen. Maar liefst een kwart van de kinderen in [[Spanje]] raakte ondervoed, omdat ze geen eten of drinken konden kopen. | ||
[[Categorie:Economie]] | [[Categorie:Economie]] |
Huidige versie van 3 mrt 2025 om 17:13
Met de eurocrisis bedoelen we de economische crisis die tussen 2010 en 2014 in Europa heeft gewoed. De kredietcrisis die in de Verenigde Staten was ontstaan vormde de aanloop naar deze crisis
Griekenland maakte zijn tekort bekend, maar dat was een extreem hoog tekort. Daardoor vonden sommige mensen in de politiek dat Griekenland uit de Europese Unie moest. De Europese Unie (EU) besloot uiteindelijk Griekenland te helpen in ruil voor bezuinigingen om de overheidsuitgaven op orde te krijgen. Sommige Grieken wilden daardoor zelf uit de EU, maar dat is niet gebeurd.
Later bleek ook dat landen als Spanje, Portugal, Ierland en Italië in de problemen zaten. De koersen gingen hierdoor fors omlaag, doordat de euro steeds minder waard werd. Ook de Verenigde Staten moesten diep in hun buidel grabbelen.
Alle landen van de EU kregen harde klappen: doordat ze geld leenden aan de schuldenlanden, moesten die landen bezuinigen. En daardoor werd het moeilijker om levensmiddelen te kopen. Maar liefst een kwart van de kinderen in Spanje raakte ondervoed, omdat ze geen eten of drinken konden kopen.