Decimaal talstelsel: verschil tussen versies
k |
|||
(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
== Tien cijfers == |
== Tien cijfers == |
||
− | We hebben |
+ | We hebben 10 cijfers, namelijk [[0]], [[1]], [[2]], [[3]], [[4]], [[5]], [[6]], [[7]], [[8]] en [[9]]. In principe tellen we van van 0 tot 9, en tellen we ná 9 weer vanaf 0. Alleen zetten we vóór de 0 een 1, waardoor er 10 komt te staan. Vanaf daar tellen we weer tot 19, en dan beginnen we eigenlijk weer bij 0, maar zetten we er een 2 voor, waardoor er 20 staat. |
== Het decimaal talstelsel is een [[positiestelsel]] == |
== Het decimaal talstelsel is een [[positiestelsel]] == |
||
Regel 8: | Regel 8: | ||
== Waarom 10? == |
== Waarom 10? == |
||
+ | Aangezien we 10 vingers hebben (5 vingers aan beide handen) is het op die manier ook logisch dat mensen ooit tien cijfers hadden bedacht. Als we in totaal 8 vingers zouden hebben (4 aan iedere hand), zouden we hoogstwaarschijnlijk met een achttalig talstelsel werken. Maar we hebben 10 vingers, dus vandaar ook het tientallig talstelsel! |
||
− | |||
[[Categorie:Rekenen]] |
[[Categorie:Rekenen]] |
Huidige versie van 20 nov 2024 om 19:25
Het decimaal talstelsel of tientallige talstelsel is de manier die wij gebruiken om te tellen.
Tien cijfers
We hebben 10 cijfers, namelijk 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9. In principe tellen we van van 0 tot 9, en tellen we ná 9 weer vanaf 0. Alleen zetten we vóór de 0 een 1, waardoor er 10 komt te staan. Vanaf daar tellen we weer tot 19, en dan beginnen we eigenlijk weer bij 0, maar zetten we er een 2 voor, waardoor er 20 staat.
Het decimaal talstelsel is een positiestelsel
De plek waar het getal staat, zegt dus iets over hoe groot het getal is. Het getal 222 betekent niet dat je die drie 2-en bijvoorbeeld bij elkaar op moet tellen (2 + 2 + 2 = 6), maar het betekent dat het getal helemaal links 2 keer 100 waard is, het middelste getal 2 keer 10 waard is en het rechtergetal 2 keer 1 waard is. Dat is anders dan bij Romeinse cijfers. X is daar bijvoorbeeld 10 en V is 5. Als je dan XV hebt, is het niet 105, maar daar moet je V (5) bij de X (10) optellen. Dan heb je dus 10 + 5 = 15. Het Romeinse cijfer XV is dus 15.
Waarom 10?
Aangezien we 10 vingers hebben (5 vingers aan beide handen) is het op die manier ook logisch dat mensen ooit tien cijfers hadden bedacht. Als we in totaal 8 vingers zouden hebben (4 aan iedere hand), zouden we hoogstwaarschijnlijk met een achttalig talstelsel werken. Maar we hebben 10 vingers, dus vandaar ook het tientallig talstelsel!