Immunoglobuline: verschil tussen versies
k |
k (Slang2000 heeft pagina Immunoglobuline hernoemd naar Immunoglobuline vaccinatie: Zelfde betekenis ) |
Versie van 4 aug 2024 20:46
Immunoglobuline (afgekort Ig) zijn speciale eiwitten die in je bloed zitten of worden gespoten zodat je antilichamen hebt tegen een ziekte. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem.
Ze worden door het afweersysteem van de mens en andere gewervelde dieren geproduceerd als reactie op binnengedrongen antigenen. Dit zijn lichaamsvreemde stoffen die een ziekte veroorzaken. Immunoglobulinen zorgen er als het ware voor dat de antigenen worden geneutraliseerd, zodat ze je niet meer of verder ziek maken. Immunoglobulinen zijn dus de 'soldaatjes' in je bloed die de 'vijanden' bestrijden. Zijn deze Ig's eenmaal door het lichaam aangemaakt, dan wordt dat als het ware onthouden door je lijf en heb je antistoffen aangemaakt. Die antistoffen zitten ook in een vaccin, bijvoorbeeld tegen de griep of Covid. Voor verschillende bacteriën en virussen heb je verschillende antistoffen nodig. Dus als een virus muteerd (verandert), dan zal er weer een nieuwe antistof (vaccin) moeten worden gemaakt.
Er bestaan in het menselijke lichaam vijf verschillende vormen immunoglobuline: IgA, IgD, IgE, IgG en IgM. Deze hebben alle vijf een verschillende functie. Het IgG-molecuul zorgt binnen het immuunsysteem van de mens vooral voor de afweer tegen virussen en bacteriën en is de antistof, die het meeste in de bloedbaan voorkomt. IgM is bij een infectie vaak de eerst geproduceerde antistof, die later door IgG wordt 'afgelost'. In soldatentermen zijn het als het ware de verkenners en zullen als eerste op de vijanden afgaan.
Heel soms kan de aanmaak van IgM te veel worden. De aanmaak slaat als het ware op hol en zorgt er voor dat bloed stroperig wordt. Dit wordt de ziekte van Waldenström genoemd. Een vrij zeldzame ziekte.