Vermenigvuldigen: verschil tussen versies
k |
(uitbreiding) |
||
Regel 49: | Regel 49: | ||
44 x 36 = 1584; 21 x 19 = 399; 55 x 45 = 2475. |
44 x 36 = 1584; 21 x 19 = 399; 55 x 45 = 2475. |
||
+ | ==Grotere getallen vermenigvuldigen== |
||
+ | |||
+ | Stel, dat je 25367 x 7 moet vermenigvuldigen. Dat gaat als volgt: |
||
+ | Schrijf |
||
+ | |||
+ | 25367 25367 25367 25367 25367 |
||
+ | 7 x 7 x 7 x 7 x 7 x |
||
+ | ----- ----- ----- ----- ----- |
||
+ | 9 69 569 7569 177569 |
||
+ | |||
+ | Je werkt van rechts naar links. Je begint met 7 x 7. Dat is 49. Maar je schrijft alleen de 9 op en je onthoudt de 4. Vervolgens doe je 7 x 6. Dat is 42 en nu tel je daar de 4 van daarnet bij op, 46 dus. Maar je schrijft alleen de 6 en onthoudt de 4. Dan 7 x 3 = 21. De 4 komt er nog bij, dus 25. Maar je schrijft alleen de 5 en onthoudt de 2. Vervolgens 7 x 5 = 35. Daar moet die 2 nog bij, 37 dus. Schrijf alleen de 7 en onthoudt de 3. Ten slotte 7 x 2. Dat is 14. Daar komt de 3 van zo straks nog bij, 17 dus. Dat is het laatste getal dus kun je dat gewoon voluit schrijven zonder iets te hoeven onthouden. Dus 25367 x 7 = 177569. |
||
+ | |||
+ | Maar hoe nu als je bijvoorbeeld 25364 met 8452 moet vermenigvuldigen? |
||
+ | |||
+ | 25364 25364 25364 25364 25364 |
||
+ | 8452 x 8452 x 8452 x 8452 x 8452 x |
||
+ | ----- ----- ----- ----- ----- |
||
+ | 50728 50728 50728 50728 50728 |
||
+ | 126820 126820 126820 126820 |
||
+ | 101456 101456 101456 |
||
+ | 202912 202912 |
||
+ | ---------- |
||
+ | 214376528 |
||
+ | |||
+ | Je begint met 2 x 25364. 2 x 4 = 8, dat is maar één cijfer, dus je hoeft niets te onthouden voor het volgende cijfer zoals bij de vorige som. Dan 2 x 6 = 12 (1 onthouden). 2 x 3 = 6, daar komt die 1 nog bij, 7 dus. 2 x 5 = 10, schrijf alleen de 0 en onthoudt de 1. 2 x 2 = 4, + 1 = 5. Totaal 50728 dus. |
||
+ | Dan 5 x 25364 = 126820. Het antwoord schuiven we één plaats naar links, omdat we eigenlijk niet met 5, maar met 50 vermenigvuldigen. Je mag op die lege plaats dus gerust een nul zetten, maar het hoeft niet. |
||
+ | |||
+ | Daarna 4 x 25364 = 101456. Het antwoord nu twee plaatsen naar links, omdat we eigenlijk met 400 vermenigvuldigen. Dan nog 8 x 25364 (drie plaatsen naar links) en dan alles optellen, zodat 25364 x 8452 = 214376528. |
||
+ | |||
+ | Er zijn in de loop van de tijd allerlei andere methodes bij het basisonderwijs beproefd om dergelijke sommen uit te voeren, maar uiteindelijk is de bovenstaande verreweg de simpelste. Natuurlijk is het nog simpeler om je schermpje te hulp te roepen, maar wat is er op tegen om af en toe je hersens aan te zetten, nietwaar? |
||
[[Categorie: Rekenen]] |
[[Categorie: Rekenen]] |
Versie van 28 mrt 2013 19:00
Vermenigvuldigen is een onderdeel van het rekenen en geeft het aantal malen aan, dat je hetzelfde getal optelt. Bijvoorbeeld 3 x 5 (spreek uit 3 keer of 3 maal 5). Dat is een andere manier om 5 + 5 + 5 te schrijven. (Dat laatste spreek je uit als 5 en 5 en 5, of ook wel gezegd 5 plus 5 plus 5).
Omdat 3 x 5 hetzelfde is als 5 x 3 kun je ook zeggen 3 + 3 + 3 + 3 + 3. Het antwoord is in al die gevallen 15.
Een som, waarbij je vermenigvuldigt, heet een vermenigvuldiging. De kleintjes zeggen vaak "keersom". Het antwoord van een vermenigvuldiging heet een product.
Rekenhulpjes
Als je wat verder bent met vermenigvuldigen, dan is het wel makkelijk als je een paar trucjes kent om het antwoord te vinden zonder papier, pen en potlood. Of - later - met een rekenmachine.
Getallen van twee cijfers bestaan uit tientallen en eenheden. Links staan de tientallen, rechts de eenheden. Zo bestaat 37 uit 3 tientallen en 7 eenheden. Wel logisch eigenlijk, want
37 = 3 x 10 + 7 x 1.
Als je twee getallen vermenigvuldigt, waarvan de tientallen hetzelfde zijn en de eenheden samen 10, dus bijvoorbeeld
23 x 27
15 x 15
48 x 42
dan vermenigvuldig je eerst de tientallen, maar nu met het getal dat één groter is, dus
niet 2 x 2, maar 3 x 2
niet 1 x 1, maar 2 x 1
niet 4 x 4, maar 5 x 4
en schrijf je daarachter het product van de eenheden, dus
3 x 7
5 x 5
8 x 2
zodat het antwoord luidt
23 x 27 = 3 x 2 en 3 x 7 = 621
15 x 15 = 2 x 1 en 5 x 5 = 225
48 x 42 = 5 x 4 en 8 x 2 = 2016
Zo is 44 x 46 = 2024; 99 x 91 = 9009; 11 x 19 = 209, enzovoort (1 x 9 moet je vooraf laten gaan door een 0, omdat het product van de eenheden uit twee cijfers moet bestaan).
Nog een trucje: moet je twee getallen vermenigvuldigen, waarvan het ene evenveel groter is als het andere kleiner is dan een tienvoud (dat is een getal dat op een nul eindigt), dus bijvoorbeeld
32 x 28 ( = 30 + 2 keer 30 - 2)
63 x 57 ( = 60 + 3 keer 60 - 3)
Dan doe je 30 x 30 ( = 900) - 2 x 2 ( = 4) = 896
60 x 60 ( = 3600) - 3 x 3 ( = 9) = 3591.
Zo is
44 x 36 = 1584; 21 x 19 = 399; 55 x 45 = 2475.
Grotere getallen vermenigvuldigen
Stel, dat je 25367 x 7 moet vermenigvuldigen. Dat gaat als volgt: Schrijf
25367 25367 25367 25367 25367 7 x 7 x 7 x 7 x 7 x ----- ----- ----- ----- ----- 9 69 569 7569 177569
Je werkt van rechts naar links. Je begint met 7 x 7. Dat is 49. Maar je schrijft alleen de 9 op en je onthoudt de 4. Vervolgens doe je 7 x 6. Dat is 42 en nu tel je daar de 4 van daarnet bij op, 46 dus. Maar je schrijft alleen de 6 en onthoudt de 4. Dan 7 x 3 = 21. De 4 komt er nog bij, dus 25. Maar je schrijft alleen de 5 en onthoudt de 2. Vervolgens 7 x 5 = 35. Daar moet die 2 nog bij, 37 dus. Schrijf alleen de 7 en onthoudt de 3. Ten slotte 7 x 2. Dat is 14. Daar komt de 3 van zo straks nog bij, 17 dus. Dat is het laatste getal dus kun je dat gewoon voluit schrijven zonder iets te hoeven onthouden. Dus 25367 x 7 = 177569.
Maar hoe nu als je bijvoorbeeld 25364 met 8452 moet vermenigvuldigen?
25364 25364 25364 25364 25364 8452 x 8452 x 8452 x 8452 x 8452 x ----- ----- ----- ----- ----- 50728 50728 50728 50728 50728 126820 126820 126820 126820 101456 101456 101456 202912 202912 ---------- 214376528
Je begint met 2 x 25364. 2 x 4 = 8, dat is maar één cijfer, dus je hoeft niets te onthouden voor het volgende cijfer zoals bij de vorige som. Dan 2 x 6 = 12 (1 onthouden). 2 x 3 = 6, daar komt die 1 nog bij, 7 dus. 2 x 5 = 10, schrijf alleen de 0 en onthoudt de 1. 2 x 2 = 4, + 1 = 5. Totaal 50728 dus. Dan 5 x 25364 = 126820. Het antwoord schuiven we één plaats naar links, omdat we eigenlijk niet met 5, maar met 50 vermenigvuldigen. Je mag op die lege plaats dus gerust een nul zetten, maar het hoeft niet.
Daarna 4 x 25364 = 101456. Het antwoord nu twee plaatsen naar links, omdat we eigenlijk met 400 vermenigvuldigen. Dan nog 8 x 25364 (drie plaatsen naar links) en dan alles optellen, zodat 25364 x 8452 = 214376528.
Er zijn in de loop van de tijd allerlei andere methodes bij het basisonderwijs beproefd om dergelijke sommen uit te voeren, maar uiteindelijk is de bovenstaande verreweg de simpelste. Natuurlijk is het nog simpeler om je schermpje te hulp te roepen, maar wat is er op tegen om af en toe je hersens aan te zetten, nietwaar?