Geschiedenis internet

De geschiedenis van het internet begint eigenlijk naar aanleiding van de lancering van de Russische ruimtesonde Spoetnik 1 in 1957.

1957: Het Amerikaanse ministerie van defensie realiseerde zich dat de Sovjet-Unie hiermee op voorsprong stond in wat later de ruimterace zou worden genoemd. Ze wilden dat er een soort netwerk moest komen waarmee Amerikaanse militaire kazernes en het hoofdkwartier snel met elkaar konden communiceren en informatie konden doorgeven. Dit moest ontwikkeld gaan worden door het ARPA, het Advanced Research Projects Agency. ARPA was een soort denktank dat ook universitaire instellingen in staat stelde om elkaars verschillende computersystemen te laten gebruiken. Een computernetwerk dus. Om 'diefstal van gegevens' te voorkomen werden de pakketjes van gegevens eerst gesplitst bij de broncomputer, die werden verzonden en aan de andere kant van de lijn door de ontvanger weer bij elkaar gevoegd.

12 september 1969: Een team van de Universiteit van Californië te Los Angeles (UCLA) verbond de eerste twee machines (een op UCLA en een op de Stanford-universiteit in Palo Alto) met ARPAnet. Twee weken later werden de eerste boodschappen verzonden. 3 maanden later werden de computers van de universiteiten van Santa Barbara en Utah aan het ARPAnet toegevoegd.

Jaren '70

In 1971 waren er inmiddels 23 computers (Hosts) via het ARPAnet met elkaar verbonden. Ray Tomlinson van het bedrijf BBN ontwikkelde software die ARPAnet-gebruikers het mogelijk maakte onderling berichten uit te wisselen. Daarbij zond hij de eerste e-mail over een computernetwerk. Hij koos het @-teken om individuele gebruikers een adres te geven die aangesloten waren op een bepaalde ARPAnet-host.

In 1972 werd het International Network Working Group (INWG) opgericht en het ARPAnet werd opengesteld voor niet-universiteiten en overheidsinstellingen.

In 1973 waren er 42 computers aangesloten op het ARPAnet, inclusief een satelietverbinding naar Hawaii. In september 1973 ging ARPAnet internationaal met een verbinding naar Noorwegen en naar Londen.

In 1974 werd door ARPA en Stanford een standaard protocol bedacht en uitgewerkt om verschillende netwerken via het ARPAnet te laten communiceren. Dit werd het Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP).

Er ontstonden vanaf 1974 tot 1984 verschillende computernetwerken (MFEnet, SPAN, Usenet, Bitnet, CSNet, EUnet, EARN ...) die één voor één ook aan ARPANET werden gekoppeld.

Op 3 mei 1978 ontvingen 400 personen een advertentiebericht in hun mailbox. Hiermee was de eerste e-mailspam een feit. De afzender was Gary Thuerk. Die werd opgespoord en kreeg problemen met het Amerikaanse Ministerie van Defensie.

In 1982 wordt het EUnet met Amsterdam als belangrijkste knooppunt gestart. Dit is het begin van internet in Europa. Het Nederlandse deel wordt NLnet genoemd.

In 1983 stapt ARPAnet geheel over op TCP/IP. Dit moment wordt gezien als de feitelijke start van het internet. Op dat moment waren er zo'n 1000 hosts.

In 1984 wordt het Domain Name System (DNS) gelanceerd. Zeg maar de schakeling tussen domeinnaam en het IP-adres.

In 1986 krijgt Amerika z'n eerste hoofd-netwerk, ook wel bekend als de backbone (ruggengraat). Dit heette het National Science Foundation Network (NSFNet). Inmiddels waren er al 5000 hosts. In datzelfde jaar krijgt Nederland z'n eigen SURFnet, met daarop aangesloten hogescholen, universiteiten, academische ziekenhuizen, onderzoeksinstituten en andere wetenschappelijke organisaties. De achtervoeging '.nl' wordt als eerste landendomeinnaam geregistreerd.

1987 Het aantal hosts groeit snel: 28.000. Voor commerciële doeleinden wordt het UUNET opgericht.

In 1988 wordt door student Robert Morris van de Massachusetts Institute of Technology (MIT) een computerworm (soort Computervirus) ontwikkeld. Deze infecteert circa 6000 van de 60.000 systemen op het internet.

1989: NLnet biedt als eerste internetaanbieder wereldwijd de mogelijkheid om via een lokale vaste telefoon op het netwerk in te bellen. Een modem zorgt voor de verbinding. Het aantal hosts is de 100.000 gepasseerd.

1990 de Belg Robert Cailliau en Brit Tim Berners-Lee stellen onafhankelijk van elkaar een zogeheten hypertextsysteem voor. Dit zou de start worden voor het World Wide Web (WWW). Dit is wereldwijde netwerk van hyperlinked documenten. Het internet omvat meer dan 300.000 hosts en de originele backbone van het internet, ARPAnet, houdt op te bestaan.

In 1993 verschijnen de eerste zoekmachines, waaronder Lycos. De eerste browser is Mosaic. De opvolgers van Mosaic als populairste browser voor Microsoft Windows, achtereenvolgens Netscape en Microsoft Internet Explorer, gebruikten voor hun eerste versies Mosaic als basis. Mosaic hield in 1997 op te bestaan.

1995 Eerste online-radio met RealAudio. Eerste toepassingen van Java en JavaScript.

1996 Eerste internettelefonie. Er is enorm veel concurentie tussen Internet Explorer en Netscape Navigator.

1997: Eerste sociale netwerk onder de naam SixDegrees.com.
1997: Begin van de zogeheten internetzeepbel, Internetbedrijven kwamen en gingen. Dit gaf een hausse op de aandelenmarkt in internetbedrijven. Deze duurde tot 2000.
1998: Eerste portaalsites, een webpagina met meerdere erachterliggende pagina's. Eerste toepassingen van XML. Oprichting van Google.
1999: Opkomst van bankieren via het internet. Eerste toepassingen van MP3. Opkomst van de eerste weblogs.

2000: Angst voor de computerbug vanwege eeuwwisseling. Opkomst van Nupedia, de voorloper van Wikipedia. Eerste muziekdienst, namelijk Napster.
2001: De oprichters van Nupedia richten Wikipedia op.
2003: Computervirussen slammer- en blaster-wormen leggen systemen plat.
2004: Ontstaan van de podcast.
2005: Oprichting van YouTube.
2006: Wikikids wordt opgericht
2007: Botnets veroorzaken dreigingen van zogeheten Trojaanse paarden (computerinbraak). Dropbox wordt gelanceerd.
2008: Sociale netwerken zoals Hyves en Facebook worden populair.
2009: Doorbraak van kunnen werken en opslaan van gegevens 'in de cloud'. Ook opkomst van de smartphone.

Amerikaanse geheime dienst) wereldwijd online communicatie in de gaten houdt.

Op 17 september 2014 waren er 1 miljard websites op het internet te vinden.
2016: Opkomst van fake news en de informatieluchtbel op sociale media.
Alles wordt digitaler. Vele Terabites gaan er over het net. Je krijgt een vervlechting van televisie, radio en internet. Wifi is allang niet meer weg te denken en behalve smartphones zijn laptops, notebooks en tablets populair en worden overal gebruikt. Internetdiensten bieden ook buitenshuis wifi aan. Ook camerasystemen, dashcams en dergelijke zijn in opmars. Websites worden (deels) Apps. Beeldbellen wordt de normaalste zaak en kan wereldwijd. Ook de aanleg van vele kilometers glasvezelkabels zorgt voor een nog sneller internet.

In 2021 bedraagt het aantal actieve internetgebruikers 4,66 miljard mensen.