Mechanisme van Antikythera
Het mechanisme van Antikythera is een apparaat dat in 1901 opgedoken werd uit een eeuwenoud scheepswrak door sponsduikers van het eiland Simi in Griekenland. Dit wrak van een Romeins vrachtschip werd gevonden op een diepte van 45 meter. Behalve het mechanisme haalden ze bronzen en marmeren beelden, aardewerk, uniek glaswerk, sieraden, en munten uit het wrak. Alle voorwerpen die uit het wrak werden gehaald, werden overgebracht naar het Nationaal Archeologisch Museum in Athene voor opslag en analyse. Het mechanisme bleek een stuk gecorrodeerd (geroest) brons en hout te zijn. Op dat moment had men geen idee wat het was en bleef het een tijd op de planken liggen. Helaas heeft men toen de vonds niet behandelt tegen verdere rotting, waardoor het verder vervormde.
Op 17 mei 1902 ontdekte archeoloog Valerios Stais dat er een tandwiel tussen het sediment (zand en dergelijke) zat. Hij dacht dat het een soort astronomische klok moest zijn, een soort planetarium. Ook de Duitse filoloog Albert Rehm onderzocht het vreemde apparaat en stelde als eerste voor dat het mogelijk een astronomische rekenmachine was.
Latere onderzoeken met röntgen en dergelijke gaven stukje voor stukje meer informatie vrij. Men stelde vast dat het een eerste analoge computer zou kunnen zijn, mogelijk uit de Hellenistische periode (late tweede eeuw voor Christus).
Verder onderzoek bracht allerlei inscripties aan het licht, waaronder aanduidingen op een soort wijzerplaat van de dierenriem (sterrenbeelden). Buiten die wijzerplaat bevindt zich een andere ring die draaibaar is, gemarkeerd met de maanden en dagen van de zogeheten Sothische Egyptische kalender, twaalf maanden van 30 dagen plus vijf schrikkeldagen.
Door aan een soort knop te draaien, zou men de de positie van de zon en de maan, de maanfase, eclips en kalendercycli, en misschien de locaties van planeten kunnen berekenen.