Zeestekelbaars
Zeestekelbaars Spinachia spinachia | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Noordoostelijke Atlantische Oceaan van de Noordkaap tot de Golf van Biskaje, Oostzee oostelijk van Bornholm, Waddenzee, zeer zelden in de Noordzee | ||
Leefomgeving | tussen blaaswier en zeegrasvelden | ||
Behoort tot de | Stekelbaarsachtigen (Gasterosteiformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De zeestekelbaars (Spinachia spinachia) is een zoutwatervis die behoort tot de familie stekelbaarzen (Gasterosteidae). Andere namen zijn de de overzeese stekelbaars, de vijftien-doornige stekelbaars of vijftien-doornige stekelbaars, een soort die leeft nabij de zeebodem en in brakke (zoet-zoute) omgevingen van de noordoostelijke Atlantische Oceaan. Het is niet interessant als commerciële vis.
Het is een langwerpige, zeer slanke vis met een lange spitse kop met snuit. Deze soort, de grootste van de stekelbaarzen, groeit tot een lengte van 15 centimeter lengte (tot 22 cm). De rugzijde is groenbruin van kleur met lichtere vlekken. Soms lichter geelgroen. De zijkanten zijn vaak met onregelmatige, donkere banden. het heeft een gele of meer zilverwitte buik. De ogen zijn vrij groot. Op de rug zitten 14-16 stekels. Rugvin op tweederde van de rug, vrij kort en van ongeveer dezelfde grootte en vorm als de anaalvin, met 5-8 harde vinstralen. Het heeft geen schubben, en het lichaam is bedekt met beenplaatjes.
De Zeestekelbaars is een meestal alleen levende vis en een roofdier dat op de loer ligt tussen verborgen vegetatie, klaar om plankton en pootvis te bespringen die te dichtbij drijven. Het broeden vindt plaats in mei en juni tussen blaaswier, waarbij mannetjes nesten bouwen van stukjes zeewier en de eieren bewaken en uitwaaieren met zijn vinnen totdat ze uitkomen. De mannetjes blijven de jongen verzorgen totdat ze de inhoud van hun eidooiers hebben opgenomen en voor zichzelf kunnen eten. Aangenomen wordt dat volwassenen sterven na het paaien.