Wikikids:Leestekens
Handleiding: Taalgebruik |
---|
Spelling |
Ei of ij |
Au of ou |
Samenstellingen
|
Zinsbouw |
Opbouw van een zin |
Hoofdletters |
Leestekens |
Hieronder vind je een overzicht van alle leestekens en wanneer je ze moeten gebruiken. Het zetten van leestekens wordt ook wel interpunctie genoemd.
Niet alle leestekens zijn weergegeven, maar wel degene die je het meeste in artikelen gaat gebruiken.
Punt (.)
De punt gebruik je aan het einde van een zin. Een zin begint altijd met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Voorbeeld: Nederland is een land in West-Europa. De hoofdstad is Amsterdam.
Ook achter bepaalde afkortingen gebruik je een punt:
- Enz. (enzovoort)
- Etc. (et cetera)
- Bijv. (bijvoorbeeld)
Probeer niet te moeilijke afkortingen te gebruiken! Sommige lezers weten namelijk niet wat deze betekenen.
Komma (,)
De komma gebruik je om een hoofdzin te verbinden met een bijzin. Het zorgt voor een rustpunt in een zin en lange zinnen kunnen door komma's makkelijker worden. Het plaatsen van komma's kan moeilijk zijn.
Komma's gebruik je bij:
- Opsommingen (zonder deelpunten): Ik heb vijf katten, drie konijnen en een hond. (Let op! Een komma staat nooit voor het woord "en")
- Aanhef: Beste Thijs, het zetten van komma's is erg belangrijk. (Dit is vooral handig bij berichten)
- Decimale getallen: 's Winters in het gemiddeld 3,5°C. 99,5% van de bevolking is christelijk.
- Bepaalde voegwoorden, zoals "omdat", "want", "hoewel", etc: Siberië heeft een koud klimaat, omdat het dicht bij de Noordpool ligt.
- Let op! Bij de voegwoorden "en" en "dat" gebruik je (meestal) geen komma.
- Meerdere bijvoeglijke naamwoorden: Een grote, groene, Amerikaanse auto.
- Twee persoonsvormen in dezelfde zin: Als je hier de hoek om gaat, kom je bij de bushalte.
Uitroepteken (!)
Het uitroepteken gebruik je om de aandacht van de lezer te vestigen op iets dat afwijkt of bijzonder is.
Het uitroepteken gebruik je aan het einde van een zin in plaats van een punt.
Let op! Gebruik niet te veel uitroeptekens. Eén of twee uitroeptekens per artikel is genoeg. Zet ook niet meer dan één uitroepteken achter elkaar (dus geen "!!!" maar "!").
Vraagteken (?)
Het vraagteken gebruik je aan het einde van een vraag. Op deze manier wordt het voor de lezer duidelijk dat het een vraag is.
In artikelen kun je vragen stellen als je ze daarna beantwoord. Bijvoorbeeld:
- Je kan ieder kopje als vraag behandelen.
- Je kan een vraag gebruiken als overgang naar het volgende kopje.
Natuurlijk is dit niet verplicht!
Let op! Gebruik niet te veel vraagtekens. Eén of twee vraagtekens per artikel is genoeg. Zet ook niet meer dan één vraagteken achter elkaar (dus geen "???" maar "?").
Procentteken (%)
Het procentteken gebruik je na procenten. Dit gebruik je om duidelijk te maken dat het om een percentage gaat.
Bijvoorbeeld: In Amerikaans-Samoa is 99% van de bevolking christelijk.
Haakjes ()
De haakjes gebruik je in een zin om een woord of paar woorden toe te voegen. Op deze manier wordt het duidelijk wat je bedoeld en klopt de zin nog steeds.
Bijvoorbeeld: De Eerste Kamer vergadert altijd op dinsdag (behalve met Prinsjesdag).
Let op! Zorg dat je niet te veel informatie zetten tussen haakjes. Dat kan juist weer onduidelijk zijn voor de lezer.
Dubbelpunt (:)
De dubbelpunt gebruik je wanneer je een opsomming wilt aangeven.
Daarnaast gebruik je het nog wanneer je citaten wil weergeven.