Wikikids:DoeActiviteit/Tweede Kamerverkiezingen 2017/Stap 3
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Je weet nu met welke partijen je het eens en oneens bent. Dan is het tijd om te stemmen.
Voorin de klas staat een stembox. Bovenin de box zit een opening. Als het goed hebben jullie allemaal een stuk papier gehad. Dit is jullie stembiljet en hebben jullie nodig om te stemmen.
In jullie schriften of andere papiertjes hebben bij elke partij een 1, een 2 of een 3 geschreven. Dit betekende:
- 1: Ik ben het met alle of de meeste standpunten van deze partij eens
- 2: Ik ben het met (ongeveer) de helft van de standpunten van deze partij eens en met de andere helft oneens.
- 3: Ik ben het met alle of de meeste standpunten van deze partij oneens.
Kijk naar de partijen met een 1:
- Staat er bij één partij een 1 is dit de partij die het best bij jouw past.
- Staan er bij meerdere partijen een 1 moet je kiezen welke partij beter bij je past dan de andere partijen.
- Staat er bij geen één partij een 1 moeten je kiezen welke partij toch nog het beste bij jouw past.
Als je eruit bent schrijf je de naam van de partij op je stembiljet. Vouw je stembiljet dubbel, loop per persoon naar de stembox toe en gooi hem in de opening.
Jullie juf of meester zal nu de stemmen tellen en kijken hoeveel leden er van elke partij in de nieuwe Tweede Kamer zitten. Dat doe hij of zij met deze rekensom.