Gerd von Rundstedt
Karl Rudolf Gerd von Rundstedt (Asscherleben, 12 december 1875 – Hannover, 24 februari 1953) was een Duitse generaal, die zich vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog onderscheidde op diverse fronten.
Eerste Wereldoorlog
In 1892 trad hij toe tot het Pruisische leger (Pruisen was in die tijd een grote Duitse deelstaat, provincie zou je kunnen zeggen). In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was hij majoor bij de generale staf. De generale staf is het hoogste bestuur van een leger of een groot legeronderdeel, soms, zoals vroeger in Nederland, van de hele landmacht. Hij nam zowel aan het westelijk als aan het oostelijk front aan de gevechten deel.
Verloop carrière
In 1932 was Von Rundstedt opgeklommen tot generaal. Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam, keek Von Rundstedt eerst de kat uit de boom. Hij onthield zich van kritiek op het nieuwe regime. Daar dacht hij te zijner tijd zijn voordeel mee te kunnen doen. Zo hield hij een vinger in de pap en kon verhinderen dat een collega van hem, generaal Walter von Reichenau, aan wie hij een vreselijke hekel had, opperbevelhebber van de landmacht werd.
Ondertussen was Von Rundstedt zelf al een hele tijd overgeslagen bij promoties (hij had graag veldmaarschalk willen worden) en hij speelde met de gedachte om ontslag uit het leger te nemen. Maar in maart 1938 werd hij bevorderd tot kolonel-generaal en trok, later dat jaar, met zijn troepen het Sudetenland binnen. Dat was een grensstreek in Tsjecho-Slowakije waar veel Duitsers woonden. Hitler had van Engeland en Frankrijk gedaan weten te krijgen dat ze daarmee akkoord gingen. Dan werd de vrede gered, dachten die. Dat ze de Tsjechen lieten vallen was kennelijk van minder belang.
Tweede Wereldoorlog
Na de geslaagde bezetting van het Sudetenland ging Von Rundstedt in november 1938 met pensioen. Maar toen een klein jaar later de oorlog uitbrak trad hij weer in dienst en verpletterde met zijn troepen in september 1939 binnen een paar dagen de Poolse verdediging.
Tijdens de veldtocht tegen Nederland, België en Frankrijk kreeg hij Legergroep A, het centrale deel van de aanvalslinie onder zijn hoede. Hij had zo zijn kritiek op het aanvalsplan en voerde dit maar langzaam uit. Daardoor moesten de Duitse tankdivisies bij Duinkerken halt houden en konden veel troepen van de geallieerden nog naar Engeland ontsnappen.
In juli 1940 werd Von Rundstedt bevorderd tot generaal-veldmaarschalk en werd in 1941 bij de aanval op de Sovjet-Unie belast met de leiding van Legergroep Zuid. Hij kreeg echter al gauw onenigheid met Hitler over de uitvoering van de plannen en werd eind dat jaar tot zijn grote ergernis door zijn oude rivaal Von Reichenau vervangen.
Vervolgens werd hij in 1942 aan het westelijk front ingezet om plannen te bedenken tegen de geallieerde invasie, die verwacht werd. Maar hij slaagde daarin niet, want de invasie, die in juni 1944 plaatsvond, lukte en zou beslissend zijn voor de afloop van de oorlog. Von Rundstedt werd toen tijdelijk op non-actief gesteld (bij de reserve ingedeeld heet dat in het leger) en ging ten slotte in maart 1945 definitief met pensioen.
Krijgsgevangen door de Amerikanen
Omdat alle Duitse bevelhebbers door de geallieerden als oorlogsmisdadigers werden beschouwd, werd Von Rundstedt op 1 mei 1945 door de Amerikanen krijgsgevangen gemaakt en in Engeland opgesloten. Van een proces is het echter nooit gekomen. Wegens zijn zwakke gezondheid werd hij in 1949 vrijgelaten.