Viverrids
| Vivverids (civetkatachtigen) Viverridae | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Leefgebied | Afrika, Zuid-Europa en Zuid-Azië | ||
| Leefomgeving | Bomen en struiken | ||
| Behoort tot de | katachtigen | ||
| |||
Viverridae is een familie van kleine tot middelgrote, katachtige zoogdieren. Viverrids omvatten 33 soorten die in 14 geslachten zijn geplaatst. Deze familie werd genoemd en voor het eerst beschreven door John Edward Gray in 1821. Viverrids komen overal in Afrika, Zuid-Europa en Zuid- en Zuidoost-Azië voor.
De naam komt van het Latijnse woord viverra , wat "fret" betekent, maar fretten behoren tot een andere familie, de kleine marters.
Kenmerken
Viverrids hebben vier of vijf tenen aan elke voet en half intrekbare klauwen. Ze hebben zes snijtanden in elke kaak en kiezen met twee zogeheten tuberculeuze slijpers erachter in de bovenkaak en één in de onderkaak. De tong is ruw met scherpe stekels. Een buidel of klier komt voor onder de anus, maar er is geen blindedarm.
Viverrids zijn de meest primitieve van alle families van katachtige vleeseters (feliforme Carnivora) en duidelijk minder gespecialiseerd dan de katachtigen. Qua uiterlijke kenmerken onderscheiden ze zich van de katachtigen door de langere snuit en plukje gezichtsharen op de wangen, en door de kortere ledematen en de vijftenige achterpoot. De schedel is ook anders van vorm.
Hun vlees-schrapende tanden zijn relatief onontwikkeld in vergelijking met die van andere katachtige vleeseters.
Soorten
- Civetkat (Paradoxurus),
- Genetkat (Genetta genetta),
- Gemaskerde civetkat (Paguma) en
- Beermarter (Arctictis)