Vijfdradige meun
| Vijfdradige meun of zeepuitaal Ciliata mustela | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Noordoostelijke Atlantische Oceaan, Noordzee | ||
| Leefomgeving | rotsige of zandige zeebodems op een diepte tussen 10 en 120 meter | ||
| Behoort tot de | Kabeljauwachtigen (Gadiformes), Zoutwatervis, Beenvissen, Vissen | ||
| |||
De Vijfdradige meun of zeepuitaal (Ciliata mustela) is een zoutwatervis van de familie Lotidae, die behoort tot de Kabeljauwachtigen (Gadiformes). Het wordt gevonden in de oostelijke Atlantische Oceaan. Het is geen vis van enig belang voor de visserij. Langs de Nederlandse kust komt het vrij algemeen voor. Met name in Zeeland, ook in de Waddenzee en regelmatig in de open Noordzee, vooral rondom scheepswrakken.
Beschrijving
De Vijfdradige meun of zeepuitaal is een lange, slanke vis die een lengte van 25 centimeter kan bereiken. Het heeft een glad, schubbenloos lichaam met een ongewone lange rug, die bestaat uit een eerste straal gevolgd door een rij trillende stralen in een groef in de rug. Het voorste deel van de rugvin heeft geen membraan (soort vlies), dat de stralen verbindt. De achterste rugvin loopt over de lengte van het lichaam, net als de anaalvin, en bestaat uit stralen die zijn verbonden door een membraan. Het heeft vijf voeldraden rond zijn mond, twee boven elk neusgat en een enkele voeldraad op de onderkaak. Het heeft een vrij kleine mond waarbij de mondhoeken net voorbij het oog gaan. De hoofdkleur is donkerbruin op de rug. Dit vervaagt tot bleek grijsbruin aan de onderkant.
Het zijn roofvissen en het grootste deel van hun dieet bestaat uit schaaldieren, ongewervelde dieren en kleine vissen. Er is ook beschreven dat ze algen eten.