Vetvogel
![]() |
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
![]() |
Dit artikel is nog niet af. |
Vetvogel Steatornis caripensis | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Midden-Amerika | ||
Leefomgeving | Bossen, (sub)tropisch laagland, grotten en ondergrondse habitats | ||
Behoort tot de | Steatornis | ||
|
De vetvogel (Steatornis caripensis) is een vogel uit de orde Steatornithiformes en de familie Steatornithidae. Het is de enige soort in de familie, en in het geslacht Steatornis. Er zijn ongeveer 20.000-49.999 volwassene vogels van deze soort.
Uiterlijk
- Zo'n 40 tot 49 cm groot
- Groot en roodbruin
- Witte vlekken op de keel, kop en vleugels
- Weegt tussen de 350 en 375 gram
- Lange staart en vleugels, maar erg korte poten (net als de nachtzwaluw)
- Grote ogen en hele goede reuk
- Grote, sterke snavel
Leefgebied en levenswijze
Deze soort komt voor in Midden-Amerika, het Caraïbisch gebied en het noorden van Zuid-Amerika. In Suriname is de vogel een dwaalgast.
Overdag roesten groepen vetvogels in donkere grotten. Die zijn soms wel een paar kilometer diep. Hier vindt de vetvogel zijn weg door gebruik te maken van echolocatie, net als salanganen. Hij gebruikt klikkende geluiden met een hoge frequentie van 1500 tot 2500 hertz. In de nacht worden deze vogels actief en gaan ze uit te grot op zoek naar voedsel. Dan maken ze soms wel vluchten van 75 kilometer! Het eten bestaat uit vruchten van bepaalde soorten palmen en laurier waar veel vet in zit. Die vruchten eet hij vervolgens helemaal op en verteerd hij overdag in de grot. De vetvogel is de enige vogel die 's nachts plantaardig voedsel eet.
Voortplanting
Vetvogels leven en broeden in een kolonie van maximaal 50 paren. Het nest wordt gemaakt van gedroogde modder, poep en uitgekotst fruit.
Ontdekking
In 1799 ontdekte Alexander von Humboldt de vetvogel toen hij op expeditie was naar Venezuela in de grot Cueva del Guacharo. Dat is ongeveer 13 kilometer van de plaats Caripe. Vandaar ook het achtervoegsel van de wetenschappelijke naam van de vogel, caripensis.
Humboldt ontderzocht met zijn vriend, de jonge arts en botanicus Aimé Bonpland, op 18 september 1799 het voorste gedeelte van 10.5 km lange kalksteengrot, de grootste in heel Zuid-Amerika. Daar schoot hij twee vetvogels. Hij beschreef hoe de bewoners van het gebied de jonge vogels verzamelden kort voordat ze konden vliegen. Door de vogels urenlang te koken, kon bakvet uit deze vogels worden gehaald. Steatornis betekend letterlijk vetvogel, afgeleid van het Oudgriekse στέαρ (stéar =vet) en ὄρνις (órnis=vogel) (oilbird in het Engels).