Toengoezische talen
De Toengoezische talen (ook wel bekend als het Mantsjoe-Toengoezisch) vormen een taalfamilie gesproken door de Toengoezische volkeren in Oost-Siberië en Mantsjoerije.
In het verleden werden ze ingedeeld bij de Altaïsche taalfamilie, waartoe ook de Turkse en de Mongoolse talen gerekend werden.
Zowel de Toengoezische, de Turkse als de Mongoolse talen, maar ook het Koreaans en het Japans, het Hongaars en het Fins (maar niet het Ests) vertonen een zogeheten klinkerharmonie, dit is – zoals het woord zegt – het verschijnsel dat klinkers in een woord in harmonie zijn met elkaar.
Wat de Toengoezische talen in Mantsjoerije betreft is er een verdeling in Noord- en Oost-Toengoezische talen. Tot de noordelijke tak behoren onder andere het Evenks, Orotsjisch en de dialecten van Sachalin; tot de zuidelijke tak behoren het Jürched (Mantsjoe), Gold en Oroks. Al deze talen vertonen een groot aantal leenwoorden uit de Turkse en Mongoolse talen. Dit wijst op een langdurig en nauw contact tussen Mantsjoerije en Mongolië.